Onderwijs in relatie tot P2P/FLOK-project: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 27:
'''FLOK in Ecuador''''''
In 2008 nam de Ecuadoriaanse overheid (met president Correa) dit begrip
Het onderzoeksrapport dat Michel Bauwens en zijn team uitwerkten dat als basis moest dienen voor deze transitie naar een sociale, kennisgebaseerde maatschappij vertrekt vanuit een holistische benadering, die verder gaat dan technologische hervormingen: er wordt benadrukt dat ook de sociale patronen moeten veranderen, bij voorkeur gelijk met de technologische veranderingen. Techniek alleen is onvoldoende om de transitie waar te maken. Men geeft aan dat de aangepaste organisatievormen nodig zijn voor de realisatie van open en toegankelijke kennissystemen en voor het stimuleren van sociale activiteiten en productie waarbij het gemeenschappelijk belang primeert. (FLOK society, 2014)
Regel 35:
'''Evaluatie van het FOK Project'''
Na een half jaar, met name in juli 2014, trekt het onderzoeksteam een aantal conclusies en werd Gordon COOK van Cook Network Consultants - USA, gevraagd om een objectieve evaluatie te maken. Dit resulteerde in het COOK rapport, een zeer kritische weerslag van het FLOK project vanaf het prille begin tot het einde
Michel Bauwens (19/7/2014): Ten eerste moet gesteld worden dat het FLOK proces een zeer complex proces is, en de ‘assessment’ kan bijgevolg ook niet anders dan complex zijn.
Een eerste vaststelling is het feit dat de relatie met de overheid vanaf het begin zeer moeizaam verliep. Er is een grote kloof tussen enerzijds de mooie en enthousiasmerende beleidsprogramma’s en principes neergeschreven in het ‘Nationaal Plan voor het Goede Leven’ (2013-2017) en anderzijds het actuele overheidsbeleid dat hier volledig tegen in druist. Een voorbeeld: de aanpak en organisatie van de ‘summit’ op 26 mei 2014 waar Michel Bauwens en zijn team hun bevindingen (neergeschreven in het ‘Transition Plan’) zouden delen met het publiek, werd strak gedirigeerd door de overheid. Gedurende het ganse projectverloop werd nauwlettend toegekeken welke informatie waar en wanneer mocht verspreid worden. Nochtans is volgens Gordon Cook een open en transparant proces vanaf het begin één van de kritische succesfactoren voor het slagen van dit veranderingstraject naar een open kennisgebaseerde maatschappij. Cook: '‘Any moral and ethical approach to such future attempts at reform demands careful, deliberate and thorough planning. It demands both transparency and a completely open process''. (Cook Report, FLOK in Ecuador is not what was promised, juli 2014). De overheid had bovendien een ‘verborgen’ agenda. Het telefoon- en communicatiebedrijf dat ingehuurd werd om uit te zoeken hoe een open internet-netwerk kon georganiseerd worden tot in de vele kleine gemeenschappen, werd gerund door een jeugdvriend van de president, die niet geïnteresseerd was in het transitieproces. Tegelijkertijd had dit bedrijf nauwe contacten met Chinese bedrijven die grote, omstreden stuwdammen wilden bouwen. De overheid verleende goedkope leningen aan deze Chinese zaakvoerders. Dit toont hoe de beslissingen die de overheid nam kapitalistische ontwikkelingen versterken i.p.v. dat ze structurele hervormingen ondersteunen in de richting van een open, sociale kennismaatschappij. Verder werd kritiek vanuit de basis zo veel mogelijk geminimaliseerd: er werd druk uitgeoefend op kritische journalisten en trekkers uit betrokken organisaties zoals Senplades en Senescyt die dit project erg genegen waren en sterk geloofden in de principes van p2p werden steeds meer geïsoleerd en verloren steeds meer hun invloed. Nog verontrustender, een aantal basisorganisaties zoals de Pachamama Foundation werden uitgesloten uit dit project. (Cook Report, 2014)
Een tweede vaststelling is wellicht nog opmerkelijker. Michel Bauwens (2014): ‘We hadden gedacht dat ons project kon rekenen op enthousiasme bij de ‘middenveldorganisaties’, maar de realiteit was volledig anders. Zo hadden ze wel sympathie voor de doelstellingen van het FLOK Project, maar ondanks een grote inspanning om hen te laten participeren en na vele overlegmomenten met lokale groepen, merkten we dat hun houding vooral getekend werd door wantrouwen tegen dit ‘door de overheid ondersteunde proces’ (Bauwens Michel, 2014).
|