Onderwijs in relatie tot P2P/Meritocratische Hiërarchie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 37:
De meritocraat vindt het rechtvaardig dat de gemeenschap meer middelen investeert in personen met meer talent en inzet, omdat hij verwacht dat ze in de toekomst ook meer zullen bijdragen tot de sociale welvaart van de samenleving. Meritocratie streeft naar gelijke kansen (d.w.z. een gelijke toegang), maar niet naar gelijke uitkomsten of een gelijke behandeling. De meritocraat vindt het efficiënt en rechtvaardig dat getalenteerde personen die zich inzetten meer kansen moeten krijgen. Maar in de personen zonder talent en inzet wordt niet geïnvesteerd, want deze kunnen geen bijdrage leveren in de samenleving. Hier zien we dat er opnieuw een vorm van ongelijkheid naar boven treedt. Deze keer niet meer bepaald door afkomst, maar door verdiensten van de individuen. (Van den Bosch, Tan & De Maesschalck , 2001).
 
Het woord meritocratie werd voor het eerst gebruikt door de Engelse socioloog Michael Young. Hij introduceerde de term in een boek The Rise of Meritocracy (1958). Young zag meritocratie niet als iets positiefs, en in zijn boek leidde het tot een maatschappelijke ramp. Deze visie werd ook gevolgd door andere sociologen, zoals Ralf Dahrendorf. Ze uitten dan ook zeer veel kritiek. Ze vonden dat meritocratie als maatschappelijk fenomeen opnieuw zou leiden tot een soort maatschappelijke ongelijkheid, waarbij de meest getalenteerde personen bovenaan in de hiërarchie komen te staan. We zien deze nadelen terugkomen op verschillende gebieden van de samenleving, zoals maatschappelijk positie, onderwijs en arbeidsmarkt. Het is vaak zo dat culturele factoren (bv. armoede en sociaal kapitaal) de uiting van bepaalde verdiensten kan verhinderen, wat bijdraagt tot ongelijke maatschappelijke posities. Personen die bijvoorbeeld zeer begaafd zijn en zich heel hard willen inzetten, krijgen misschien niet altijd de mogelijkheden om dit te laten zien en stoten vaak op allerlei grenzen (bv. wanneer het inschrijvingsgeld van universiteiten zeer hoog is). Ook in het onderwijs ziet Young knelpunten. Namelijk het feit dat meritocratie uitgaat van talent kan bekritiseerd worden. Door de focus op talenten wordt de ongelijkheid eigenlijk gelegitimeerd. Als we ervan uitgaan dat talenten aangeboren, en dus onveranderlijk, zijn dan moeten we de ongelijkheid eigenlijk zonder meer aanvaarden. We kunnen haar niet veranderen zoals we dat met maatschappelijke kwesties wel kunnen., (Masscheleinwant het gaat om een aangeboren, individuele aangelegenheid. Een ander punt van kritiek gaat over de meting van talent. Men beweert dit via testresultaten (examens) te doen maar er is al vaak bewezen dat tests niet cultuurvrij zijn en dat deze enkel de intelligentie meten. Ook op de arbeidsmarkt blijft sociale herkomst nog een effect hebben op je inkomen en positie. Sociale mobiliteit blijft een uitdaging voor getalenteerde mensen met een lage sociale status. (Goldthorpe, 1996).
 
==Externe links==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.