Onderwijs in relatie tot P2P/FLOK-project: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ingrid pauwels (overleg | bijdragen)
Ingrid pauwels (overleg | bijdragen)
Regel 53:
==Theoretische duiding==
 
Welke bouwstenen zijn nodig om een transitie in de richting van een ‘social knowledge economy’ te ontwerpen? Of met andere woorden hoe een ‘FLOK-gebaseerd sociaal samenlevingsmodel creëren?
Michel Bauwens geeftomschrijft via volgend schema aanuitgebreid hoe deze transitie van een kapitalistisch samenlevingsmodel naar een sociaal FLOK gebaseerd samenlevingsmodel kan verlopen. (FLOK Society, 2014) . Volgens Bauwens is het duidelijk dat het huidige kapitalistische systeem barsten vertoont en dat nieuwe modellen van ‘cognitief kapitalisme’ steeds meer terrein winnen. Kenmerkend voor deze modellen is het feit dat ze voor een deel de principes van p2p integreren en dat ze waarde creëren buiten de winst-logica. Bauwens onderscheidt 3 types van ‘cognitief kapitalisme’ waarbij het laatste en meest doorgedreven type de peer-to-peer economie is.
andere woorden hoe een ‘FLOK-gebaseerd sociaal samenlevingsmodel creëren?
Michel Bauwens geeft via volgend schema aan hoe deze transitie van een kapitalistisch samenlevingsmodel naar een sociaal FLOK gebaseerd samenlevingsmodel kan verlopen. (FLOK Society, 2014) . Volgens Bauwens is het duidelijk dat het huidige kapitalistische systeem barsten vertoont en dat nieuwe modellen van ‘cognitief kapitalisme’ steeds meer terrein winnen. Kenmerkend voor deze modellen is het feit dat ze voor een deel de principes van p2p integreren en dat ze waarde creëren buiten de winst-logica. Bauwens onderscheidt 3 types van ‘cognitief kapitalisme’ waarbij het laatste en meest doorgedreven type de peer-to-peer economie is.
De overgangsfase van een kapitalistisch naar een post-kapitalistische samenleving gebaseerd op een open, sociale kennismaatschappij, wordt gekenmerkt door het zoeken naar of ontstaan van nieuwe modellen. Volgens Bauwens hebben de eerste 2 types van postkapitalistische systemen weinig overlevingskansen. (Flok Society, 2014)
Het eerste type is het ''classic cognitive capitalism based on Intellectual Property Extaction'' waarbij intellectuele eigendomsrechten volledig in handen zijn van multinationals en/of overheden en waarbij financieel kapitaal domineert. Dit is bv te zien in de computerwereld voor er sprake was van het internet of het worldwideweb: kennis werd artificieel schaars gehouden waardoor enorme winsten mogelijk waren voor bedrijven/ of instanties die over de (wetenschappelijke, technische, commerciële …) kennis beschikken.
 
Het tweede type is het ''netarchical capitalism'' waarbij het geïnvesteerde kapitaal controle heeft over sociale media platformen, maar de gebruikers wel peer to peer communiceren met elkaar. Een goed voorbeeld is Facebook of Google, waarbij de winst terugvloeit naar de beperkte groep van ‘investeerders’ terwijl de gebruikswaarde wordt gecreëerd door de gebruikers.
Regel 64 ⟶ 63:
 
[[File:Post-capitalist scenario.JPG|thumb|Schema: postkapitalistisch model]]
Het derde type tenslotte is de ‘civiele’ peer-to-peer economie of ook de ''global commons''. Het FLOK project in Ecuador situeert zich binnen dit derde type. Dit model is nog hypothetisch, maar wordt aanzien als een veelbelovend en succesvol model als we erin slagen om het maatschappelijk middenveld te betrekken in een transitie naar peer-to-peer samenwerkingsmodellen én als het huidige staatsmodel tegelijkertijd een rol opneemt als ‘partnerstaat’. In een partnerstaat is de publieke overheid ondergebracht onder de ''commons'' (het gemeenschapsgoed), zoals de huidige staat ondergebracht is onder de private sector. Deze partnerstaat waakt over de algemene ''commons'' en houdt het brede kader steeds voor ogen net zoals ze ook bewaakt dat de afgesproken spelregels worden nageleefd. Deze partnerstaat heeft als hoofdtaak om het creëren van gemeenschappelijke, sociale waarde te ondersteunen en te faciliteren. (FLOK society,2014). In dit model ligt de focus op ''commons'' georiënteerde peer productie: de productie gebeurt in een horizontale structuur, waarbij alle ‘kenniswerkers’ als gelijken beschouwd worden en optreden als ''produser'' (producenten/consument tegelijk): de (meer)waarde verbonden aan de productie komt ten goede aan deze ‘kenniswerkers’ die zelf de waarde gecreëerd hebben. Tegelijkertijd is een ‘partnerstaat’ nodig om te bewaken dat de juiste maatschappelijke keuze wordt gemaakt of dat coöperaties hun diensten of producten afstemmen op ecologische en sociaal rechtvaardige criteria.
 
==Externe links==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.