Onderwijs in relatie tot P2P/Samenwerkingsconsumptie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
'''Samenwerkingsconsumptie''' is een fenomeen dat betrekking heeft op het delen van middelen (Lievens, 2012). Als je alleen bent, heb je verschillende producten nodig maar in een gemeenschap is de kans groot dat dit product al aanwezig is. Het product kan worden geruild, verhuurd of gedeeld. Het is dus niet nodig dat iedereen dezelfde bezittingen heeft. Zolang het maar aanwezig is, kan het door verschillende personen worden gebruikt.
 
Bij de definiëring van deze term komen zowel materiële als immateriële producten in aanmerking. Bij de materiele productie van goederen is er kapitaal nodig (Bauwens, 2013,& p.31Lievens 2013). Aangezien we hierbij kunnen stellen dat kapitaal een terrein van schaarste is, is dit een argument voor het toepassen van samenwerkingsconsumptie. Door het delen van goederen moet niet iedereen over dat goed bezitten en moet er minder worden geproduceerd.
Een factor die de samenwerkingsconsumptie versterkt, is de sociabiliteit van mensen (Lievens, 2012). We zijn niet graag alleen en verkiezen om ons te vertoeven in groep. Hierdoor wordt er sneller beroep gedaan op de bezittingen van de ander.
 
Regel 26:
==Voorbeeld==
 
Een voorbeeld van samenwerkingsconsumptie is het delen van de ontwerpen bij het project Wikispeed (Bauwens, 2013,& p.32Lievens 2013). In gewone autofabrieken hebben de arbeiders hun eigen vaste taak die ze moeten uitvoeren. Doordat iedereen zijn eigen opdracht systematisch uitvoert, komt men tot de productie van een auto. Er wordt gestreefd naar massaconsumptie en schaalvergroting. Dit staat tegenover het peer-to-peer project Wikispeed.
Een groepje ingenieurs van verschillende landen heeft aangetoond dat men anders tewerk kan gaan dan de grote autofabrieken. Door gebruik te maken van opensourcesoftware heeft men onder leiding van Joe Justice, een softwareontwikkelaar uit Seattle, een auto kunnen maken die zuiniger rijdt, veilig is en kan worden gemaakt in microfabrieken. De auto bestaat uit verschillende vervangbare modules. Voor elke module werd er een ontwerp op het internet geplaatst zodat iedereen die dat wil een module kan aanpassen of zelf een kan ontwerpen. Dit is het openbronprincipe ( Lambrechts, 2012). Dat wil zeggen dat het ontwerp van Wikispeed niet gepatenteerd is, het is een open gegeven. Iedereen die wil, kan het ontwerp gebruiken om het aan te passen of er op verder te bouwen. Dit openbronprincipe kan worden gelinkt aan samenwerkingsconsumptie. Er is sprake van het delen van middelen, namelijk de ontwerpen. Niet iedereen moet voor zichzelf een ontwerp bezitten maar men kan gebruik maken van gedeelde ontwerpen. Dat is waar het bij samenwerkingsconsumptie ook om draait.
 
We zien het delen en onderling aanpassen van ontwerpen ook terugkomen in Wikipedia. Hier kunnen mensen artikels maken en aanpassen over ontelbaar veel onderwerpen. Iedereen die gebruik maakt van het internet kan van deze dienst gebruik maken.
 
 
Regel 40:
Een volgende auteur die een kijk biedt op het concept, overigens de grondlegger van het begrip samenwerkingsconsumptie, is Rachel Botsman (Lambrechts, 2012).Volgens haar leiden de mogelijkheden van het internet vandaag tot een heropleving van traditionele vormen van uitwisselen zoals delen, ruilen en lenen. Dit delen, ruilen en lenen kan worden aangetoond via het voorbeeld van Cambio, dat hierboven al werd uitgewerkt onder het deel van ‘voorbeeld/illustratie’. Zo krijgen we een eerste vorm van het begrip van samenwerkingsconsumptie. Een tweede vorm zien we bij herdistributiemarkten zoals bijvoorbeeld Kapaza. Producten die mensen niet meer nodig hebben worden verkocht aan mensen die deze producten wel kunnen gebruiken. Een derde vorm die Botsman aanhaalt zijn samenwerkende levensstijlen. Er worden niet alleen tastbare producten geleend, maar ook tijd, ruimte en vaardigheden. Een voorbeeld uit het dagelijks leven hiervan is het delen van werkruimte of coworking.
 
Michel Bauwens is het niet op alle vlakken eens met Botsman (Bauwens, & Lievens 2013). Botsman gaat er namelijk vanuit dat commonssamenwerking de markt ondersteunenondersteunt, maar deze commonssamenwerking blijvenblijft wel ondergeschikt aan de markt. Michel Bauwens stelt dat de commonssamenwerking de markt zullenzal overstijgen totdat de markt zich zal onderwerpen aan de logica van de commonssamenwerking. Hierdoor zullen we op lange termijn een andere markt krijgen.
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.