Onderwijs in relatie tot P2P/Zelfallocatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
 
Volgens Michel Bauwens, cyberfilosoof en peer-to-peer pionier, kondigt het ontstaan van het internet een nieuw economisch tijdperk aan. Bauwens is ervan overtuigd dat elke nieuwe technologie onverwachte mogelijkheden met zich meebrengt. De mens is sterk aangewezen op technologie en elke nieuwigheid heeft dan ook maatschappelijke consequenties. Een uitvinding zoals het internet zou dan ook een revolutie kunnen ontketenen binnen de maatschappij van p2p en een evolutie kunnen in gang zetten richting een post-kapitalistische samenleving.(Bauwens,& Lievens,2013).
 
 
Het internet is een transparant en voor iedereen toegankelijk medium, dit vormt dan ook de ideale omgeving voor p2p-processen waar zelfallocatie deel van uit maakt. Onze huidige samenleving staat bol van de hiërarchische structuren. Elk bedrijf heeft bijvoorbeeld een organigram waarin duidelijk de hiërarchische structuur van CEO t.e.m. het gewone werkpersoneel wordt weergegeven. Echter, eens op het internet vallen die hiërarchische structuren weg. Het internet creëert een virtuele ruimte waarin alle mensen elkaars gelijke zijn. Het afstappen van deze hiërarchieën is een eerste stap richting een p2p-productie. Binnen een dergelijke productie is iedereen gelijk en het is door allemaal op gelijke voet samen te werken dat het product tot stand komt. Zo wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende bijdragers aan Wikipedia, ze worden enkel beoordeeld op hun bijdrage zelf ('''zelfallocatie'''), niet op hun afkomst, hun diploma’s enz.
Vroeger was dit soort samenwerking enkel mogelijk op kleine schaal, met de komst van het internet kan men nu echter ook op wereldschaal bepaalde productieprocessen organiseren. Het delen van informatie gaat veel gemakkelijker.(Bauwens,& Lievens,2013).
 
 
Bauwens beweert echter ook dat een p2p-economie niet kan ontstaan zonder het kapitalisme. Beide economieën zijn afhankelijk van elkaar. Het kapitalisme heeft het peer-to-peer-model nodig om te kunnen innoveren en reproduceren. Terwijl peer-productie ook nood heeft aan kapitaal, want vrijwillige inzet heeft ook zijn grenzen. Het is de uitdaging van de huidige samenleving om een systeem te vinden waarin beide tegengestelde filosofieën toch kunnen hand in hand gaan. Hiervoor zal het denken en handelen van de consumenten en de marktmechanismen drastisch moeten veranderen. Het systeem van arbeid, productie, kapitaal en kennis zal moeten geherdefinieerd worden naar een systeem waarin materiële productie (kapitalisme) onder invloed staat van een peer-to-peer-mechanisme, dat een participatief en democratisch productieproces stimuleert.
 
 
Als het voorgaande teruggekoppeld wordt naar het begrip '''zelfallocatie''', is het belangrijk om in te zien dat ‘allocatie’ thuis hoort in een kapitalistische wereld, terwijl ‘zelfallocatie’ thuis hoort in een samenleving van een p2p. In het huidige marktmechanisme bij een volkomen concurrentie maatschappij richten producenten hun productie via prijssignalen keurig vast volgens de wensen van de consumenten. (Bauwens,& Lievens,2013) Vragen de consumenten meer van een bepaald goed, dan gaat de prijs daarvan omhoog. Bijvoorbeeld in de zomer is er meer vraag naar zonnemelk, bijgevolg zal in die periode de prijs in de winkel stijgen. De markt speelt in op de schaarste van dat goed op dat moment. Dat is voor de producenten een signaal dat het aanbod moet worden uitgebreid. Het marktmechanisme bij een volkomen concurrentie brengt dus automatisch een situatie van optimale allocatie tot stand.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.