Onderwijs in relatie tot P2P/Affiniteitsgemeenschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
 
 
'''Affiniteit(s)gemeenschap''' is een samenstelling bestaande uit de zelfstandige naamwoorden “affiniteit”'affiniteit' en “gemeenschap”'gemeenschap'. Het wijst op een groep mensen die zich op grond van een gezamenlijke interesse of belangstelling verbonden voelt en in deze verbondenheid een op zichzelf staande entiteit vormt. Datgene wat gemeenschappelijk is, geldt als legitimering van de groep.
 
 
Hoewel de term ‘affiniteitsgemeenschap' geldig is voor allerlei soorten groepen waarbij de leden een gemeenschappelijke interesse delen (zoals bijvoorbeeld hobbyclubs), wordt de term in Vlaanderen veelal gebruikt om actiegroepen te duiden.
In Vlaanderen doelt men wel vaker met deze term op actiegroepen.
 
 
Regel 18:
 
 
Bauwens schuift peer-to-peer naar voren als een productie- en samenwerkingsvorm eigen aan een postkapitalisme. Deze wordt gekenmerkt door een mentaliteit van delen en co-produceren als antwoord op een kapitalistische samenleving. Een affiniteitsgemeenschap vormt daarin een netwerk van peers dat zich schaart rond een gemeenschappelijke interesse en daar samen rond wil werken. Het gaat dus om personen die een groep vormen op basis van een gemeenschappelijke belangstelling. Er is evenwel een verschil tussen pakweg de (plaatselijke) filatelieclub, wat strikt genomen ook onder de noemer affiniteitsgemeenschap valt, en watdaarrond Bauwens met dit begrip bedoeltproduceren.
 
 
Regel 24:
 
Een affiniteitsgemeenschap kan dus de vorm aannemen van een peer-to-peernetwerk wanneer ze de geproduceerde kennis of materie toegankelijk maakt voor iedereen en aan anderen de mogelijkheid laat datgene wat geproduceerd werd aan te vullen en/of te optimaliseren. Ze bestaat ook uit individuen die zich vrijwillig en vanuit intrinsieke motivatie inzetten voor de centrale belangstelling van de gemeenschap.
 
 
==Voorbeelden==
 
 
===Affiniteitsgemeenschappen binnen p2p===
 
Wikispeed
 
 
===Affiniteitsgemeenschappen als actiegroepen===
Regel 47 ⟶ 50:
==Theoretische duiding==
 
Net als “peer-to-peer” deed de term “affiniteitsgemeenschap” eerst haar intrede in de wereld van computers en internet. In de cyberopvatting betekent “peer-to-peer” niet meer dan een netwerk van gelijkwaardige computers en nemen affiniteitsgemeenschappen de vorm aan van groepen mensen die met elkaar bestanden delen via een computernetwerk. (“Peer-to-peer”, 2014;”Peer-to-Peer: Wat zijn P2P-netwerken?”, 2012). Deze termen zijn ondertussen ook overgenomen in andere contexten. De betekenis van peer-to-peer werd verruimd tot het delen van zaken onder gelijken en de activiteiten van affiniteitsgemeenschappen beperken zich niet langer tot uitsluitend het delen van computerbestanden. Deze ict-mogelijkheden creëerden niet alleen nieuwe manieren om zaken met elkaar te delen en met elkaar in verbinding te treden, ze creëerden ook nieuwe vormen van sociale (inter)actie en gemeenschap.
 
Het eerste voorbeeld dat men vindt wanneer men de geschiedenis van affiniteitsgemeenschappen induikt is dat van de anarchisten- en arbeidersbeweging aan het eind van de 19e eeuw, dat tijdens de burgeroorlog vocht tegen het oprukkende fascisme in Spanje. Kleine groepen vrienden kwamen samen in cafés waar discussies werden gehouden en men plannen voor actie maakte. (Anarchism in action, n.d.)
 
Het internet stelt mensen in staat wereldwijd verbindingen aan te gaan. Deze nieuwe mogelijkheden maken dat nieuwe gemeenschappen ontstaan, oude opgedoekt worden en andere hun werking aanpassen aan de vernieuwde mogelijkheden. Het globaliseringsproces, waarbij de gehele wereld steeds meer met elkaar in verbinding staat en van elkaar afhankelijk wordt, is sterk aangestuurd door de komst van het internet. De maatschappij wordt post-modern en instituties en gemeenschappen die traditioneel veel grip hadden op de samenleving (zoals de Kerk of de zuilen in Vlaanderen) moeten aan autoriteit inboeten (Laermans, 2012). Internet maakt het mogelijk op virtuele basis een groep of gemeenschap te vormen. Van een teloorgang van gemeenschappen, zoals sommige technosceptici menen, is in feite dus geen sprake. Wat zich voorheen in de fysische wereld afspeelde, verplaatst zich deels naar de virtuele wereld (de Haan, 2008). Affiniteitsgemeenschappen kunnen daar een voorbeeld van zijn.
Dit voorbeeld leent zich goed voor het verduidelijken van de kern van ''affinity groups'' of actiegroepen. Deze ontstaan vooral in de informele setting. Mensen uit dezelfde buurt, met hetzelfde beroep die aan de praat raken over een onderwerp, merken dat ze een interesse delen en hierover eenzelfde mening zijn toegedaan. In bovenstaand voorbeeld was dat een verzet tegen fascisme. Deze groepen variëren qua grootte, maar tot de kern behoren veelal vijf tot twintig personen. Dat herkent men in bovenstaand voorbeeld van groepjes vrienden. Bij de voorbeelden uit "Voorbeeld" is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat de organisatoren van acties meestal een kleine groep betreft. De rest valt in feite onder sympathisanten. Affiniteitsgemeenschappen zijn veelal privé, autonoom en in eerste instantie niet op handel gericht. Ze zijn dus onafhankelijk en in staat zichzelf te besturen. Ze zijn ook non-hiërarisch georganiseerd: iedereen heeft een gelijkwaardige stem en verantwoordelijkheid (Seeds for change, 2010). Hier ontwaart men enige spanning omdat binnen een actiegroep soms bepaalde rollen worden geven aan mensen, wat hen in feite fundamenteel in een andere positie zet. Het gaat dan om ''spokescouncils'', die voor publiek de standpunten van de groep verdedigt, ''facilitators'', die groepsdiscussies in goede banen leidt, of dergelijke meer. Affiniteitsgemeenschappen ontstaan meestal om met een kleine groep mensen iets te bereiken en druk te zetten op de politieke agenda (Occupy Wall St. West, 2012). Sommige groepen zijn een langer leven beschoren dan andere. Dit heeft dan vooral te maken met hoeveel acties ze haalbaar/wenselijk zien. Sommige groepen zijn gesloten en dus niet voor het grote publiek toegankelijk en er zijn er ook die lidgeld vragen. Ook kunnen de acties variëren in mate van legaliteit, zoals uit de sectie “Voorbeeld” duidelijk blijkt.
 
De bovengenoemde kenmerken van gelijkwaardigheid en autonomie betreft in feite de ideaaltypische beschrijving van een actiegroep. Voor affiniteitsgemeenschappen, breed opgevat, ligt de beschrijving enigszins problematisch. "Affiniteitsgemeenschap" is namelijk een koepelbegrip omdat het strikt genomen op alle groepen van toepassing is: er immers steeds iets wat (willekeurig genomen) mensen gemeenschappelijk hebben en verenigt tot groep. Een affiniteitsgemeenschap vormt zich op basis van voeling met een bepaald onderwerp of thema. Omdat “affiniteit” echter geen eenduidig gedefinieerd begrip is, is het moeilijk om af te bakenen wanneer men nog van affiniteit en affiniteitsgemeenschappen spreekt en wanneer niet. Deze reiken per definitie namelijk van hobbyclubs(gemeenschappelijke hobby) tot politiek geëngageerde groeperingen(gemeenschappelijk ideeëngoed). Affiniteitsgemeenschap of ''Affinity group'' is vanwege de ambiguïteit van het begrip "affiniteit" dus een ietwat ongelukkige naam als men vooral op actiegroepen doelt.
 
==Externe links==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.