Onderwijs in relatie tot P2P/Arbeid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
}}
 
'’’arbeid’’’ (de; m)
'''Arbeid''' kan het beste gezien worden als inspanningen die men moet leveren en waarbij het lichaam van een persoon moet ‘werken’. Elke menselijke activiteit (met uitzondering van het slapen) kan beschouwd worden als arbeid. (Prieels, 2014)
1 moeite, inspanning van geestelijke of lichamelijke aard; beroepsbezigheid: aan de arbeid gaan
2 (natuurkunde) de uitwerking van een kracht (Van Dale Uitgevers, 2014).
 
Bauwens (2014) legt de focus op de economische arbeid. ArbeidDit is alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen ten diensten van de productie. Als beloning voor arbeid krijgt men loon. (Bos, 2014 )
 
Bauwens (2014) legt de focus op de economische arbeid. Arbeid is alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen ten diensten van de productie. Als beloning voor arbeid krijgt men loon. (Bos, 2014 )
 
 
==Arbeid en P2P==
 
In het boek wordt verschillende keren verwezen naar het concept ‘arbeid’arbeid. Het hoofdstuk ‘De economie van peer to peer’ geeft aan hoe onze manier van arbeid leveren zou kunnen veranderen met de visie op een peer to peer samenleving. InHieronder deworden huidigeenkele kapitalistischegrote samenlevingverschillen spannentussen mensen zicharbeid in voor een privé-kapitalistische of publieke organisatie met als doel om geld in ruil te krijgen. Door de schaarste aan productensamenleving en de crisis is het noodzakelijk dat mensen zicharbeid in deeen toekomstpeer gemeenschappelijkto gaanpeer inspannensamenleving voor bepaalde projectentoegelicht. Internet speelt hier een heel belangrijke rol in.
«Veel jongeren worden verdreven uit het systeem van arbeid en kapitaal, maar als kenniswerker blijven ze in het bezit van hun productiemiddel: computer, internet en je netwerken. Het is dus geen proletariaat dat zijn kracht moet halen uit zijn getal, uit zijn massa; het is een diverse en dynamische groep die zijn macht opbouwt door samen te werken. Dàt is hun revolutionaire kracht.» (Bauwens, 2014)
 
In het boek wordt verschillende keren verwezen naar het concept ‘arbeid’. Het hoofdstuk ‘De economie van peer to peer’ geeft aan hoe onze manier van arbeid leveren zou kunnen veranderen met de visie op een peer to peer samenleving. In de huidige kapitalistische samenleving spannen mensen zich in voor een privé- of publieke organisatie met als doel om geld in ruil te krijgen. Door de schaarste aan producten en de crisis is het noodzakelijk dat mensen zich in de toekomst gemeenschappelijk gaan inspannen voor bepaalde projecten. Internet speelt hier een heel belangrijke rol in.
 
«Jongeren zijn opgegroeid met de sociale media, met netwerken. En omdat ze minder en minder jobs vinden door de crisis zoeken ze naar alternatieven. En één van de alternatieven is peer-to-peer, samenwerken aan producten met een sociaal nut. » (Bauwens, 2014)
 
'''Arbeid in een kapitalistische samenleving :'''
Dit is de hedendaagse opvatting van arbeid waarbij personen ‘werken’werken in functieruil voor geld. De uitwisseling van arbeid tegen een organisatie.loon Zeen leverenvan inspanningengeld voortegen diegoederen organisatiezijn in ruiltheorie vooraltijd geldneutrale transacties. AlvorensDit menwordt ook wel bijeens een organisatiewin-win gaattransactie werkengenoemd, beide partijen zijn tevreden. Om een bepaald werk te kunnen doen moet men bepaalde referenties hebben of diploma’s hebben. DitHet is ook een hiërarchisch systeem waarbij controle wordt uitgevoerd op de kwaliteit of de aard van het werk. Je hebt toestemming nodig om een taak te kunnen uitvoeren of je voert ze uit op bevel. Arbeid binnen het kapitalisme berust op extrinsieke(Bauwens, motivatie2013).
De economie in een kapitalistisch systeem is gebaseerd op groei en winst. Oneindige groei is onmogelijk in een eindige omgeving, en de grenzen van de groei zijn bereikt. Dat betekent dat het voor het kapitalisme alsmaar moeilijker wordt om zijn problemen op te lossen via groei (Lievens, 2012).
 
'''Arbeid in een peer to peer samenleving:'''
Mensen werken samen op vrijwillige basis mee aan een sociaal doel. Ze streven eenzelfde ideaal na en het is gericht op het produceren van directe nuttige gebruikswaarde voor de maatschappij. Niet enkel de partijen die bijdragen winnen (win-win), maar ook de groep (win-win-win) en de hele samenleving (win-win-win-win) (Bauwens, 2013, p.28).
Mensen werken op vrijwillige basis mee aan een gemeenschappelijk project waarvoor ze interesse hebben. Het systeem is volledig transparant. Iedereen kan zien welke taken er reeds gedaan zijn en taken die nog moeten gebeuren. Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren. Men heeft geen referenties of diploma’s nodig hebt om een taak te mogen uitvoeren. Dit systeem is volledig gebaseerd op intrinsieke zelfmotivatie.
Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Iedereen werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. Via open source is het mogelijk om met verschillende mensen uit verschillende landen te werken aan eenzelfde project (Bauwens, 2013, p.33).
Mensen werken op vrijwillige basis mee aan een gemeenschappelijk project waarvoor ze interesse hebben. Het systeem is volledig transparant. Iedereen kan zien welke taken er reeds gedaan zijn en taken die nog moeten gebeuren. Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren. Men heeft geen referenties of diploma’s nodig hebt om een taak te mogen uitvoeren., Ditmen systeemwerkt ismee volledigaan gebaseerdeen opsociaal doel vanuit een intrinsieke zelfmotivatiemotivatie (Bauwens, 2013).
 
 
==Voorbeeld==
 
Een voorbeeld van een materiële samenwerking binnenmet een peer to peer samenlevingvisie is de wikispeed -auto. Een auto ontwikkeld door peers die allen gepassioneerd zijn door de uitdaging om de ‘ultieme’ auto te bouwen. Samen hebben ze, een auto ontwikkeld die mooier, goedkoper en veel milieu-vriendelijker is dan het gemiddelde toonzaalmodel (Stouthuysen ,2013). NieuweVoor technologieënde latenproductie toevan de auto zijn geen peperdure machines nodig . Het is al mogelijk om dezeeen wikispeed-auto te produceren in een kleine hoeveelhedengarage lokaaluitgerust temet producereneen aantal micromachines. De productie verloopt dus gedistribueerd in microfabrieken. Zowel het design als de productie is modulair: de auto wordt als legoblokjes in elkaar geknutseld en elk blokje is vervangbaar, wat de duurzaamheid onderstreept (StouthuysenBauwens, 2014,2013 p.34).
Wikipedia is een internetencyclopedie waarbij men op vrijwillige basis iets kan schrijven over een bepaald onderwerp dat hem of haar interesseert. Als iets niet correct is kan dit verbeterd worden door de lezer. Hierdoor ontstaat er een validatie van de geschreven bronnen door de gemeenschap. Dit is een voorbeeld van een immateriële samenwerking tussen verschillende personen.
 
Een voorbeeld van een materiële samenwerking binnen een peer to peer samenleving is de wikispeed auto. Een auto ontwikkeld door peers die allen gepassioneerd zijn door de uitdaging om de ‘ultieme’ auto te bouwen. Samen hebben ze, een auto ontwikkeld die mooier, goedkoper en veel milieu-vriendelijker is dan het gemiddelde toonzaalmodel. Nieuwe technologieën laten toe om deze in kleine hoeveelheden lokaal te produceren. (Stouthuysen ,2013)
==Theoretische duiding==
 
Tot zo’n 12 000 jaar geleden voorzagen jagen en voedsel verzamelen in de belangrijkste menselijke behoeften. Voedselverzamelaars en jagers leefden in kleine gemeenschappen van hoogstens enkele tientallen mensen die nauw moesten samenwerken, wilden zij overleven. Niet alleen nauwe samenwerking was dus een noodzaak(Lucassen, maar ook taakverdeling tussen vrouwen en mannen, tussen uitgravers van wortels, vruchtenrapers, kruidenlezers en2012).
 
De komst van de landbouw droeg bij tot een ander soort arbeidsverhouding. De landbouwarbeid maakte immers overproductie en dus voorraadvorming mogelijk. Daarmee vond er ook meer en meer arbeidsspecialisatie plaats. Zo kwamen er professionele pottenbakkers, spinners, wevers, timmerlieden, steenbakkers, metselaars, transporteurs, smeden, priesters… (Lucassen, 2012).
==Theoretische duiding==
 
De ontwikkeling van arbeidsspecialisatie binnen landbouwsamenlevingen nam duizenden jaren in beslag en leidde op zijn vroegst rond 7000 jaar geleden in het Midden-Oosten tot de eerste steden en stadstaten (Lucassen, 2012).
Tot zo’n 12 000 jaar geleden voorzagen jagen en voedsel verzamelen in de belangrijkste menselijke behoeften. Voedselverzamelaars en jagers leefden in kleine gemeenschappen van hoogstens enkele tientallen mensen die nauw moesten samenwerken, wilden zij overleven. Niet alleen nauwe samenwerking was dus een noodzaak, maar ook taakverdeling tussen vrouwen en mannen, tussen uitgravers van wortels, vruchtenrapers, kruidenlezers en
andere voedselverzamelaars en tussen jagers, drijvers en doders. De eerste menselijke arbeidsverhoudingen waren op die manier direct en daarmee - in de terminologie van Karl Polanyi - wederkerig. (Lucassen, 2012)
 
Met de opkomst van staten ontstaan de voorwaarden voor ten minste twee nieuwe soorten arbeidsverhoudingen: slavernij en loonarbeid. De oudste categorie van loonarbeiders zijn soldaten. Slaven zijn krijgsgevangenen die niet gedood worden, zij werkten in functie van hun heer. Tegelijkertijd ontstonden er ook warenmarkten waar men goederen kocht en verkocht (Lucassen, 2012).
Dit soort wederkerige arbeidsrelaties kon ook na de opkomst van de landbouw blijven voortbestaan. Wel droeg de landbouw de kiemen in zich van andere soorten arbeidsverhoudingen. Hij maakte immers overproductie en dus voorraadvorming mogelijk en daarmee steeds verder voortschrijdende arbeidsspecialisatie. Buiten de allerjongsten en alleroudsten konden nu ook andere leden van de samenleving het zich permitteren niet dagelijks met de productie van hun eigen voedsel bezig te zijn. Zo kwamen er professionele pottenbakkers, spinners, wevers, timmerlieden, steenbakkers, metselaars, transporteurs,smeden, priesters…. (Lucassen, 2012)
 
Met de val van het Romeinse Rijk wordt het klassieke patroon doorbroken. Binnen het Romeinse Rijk ontstond een nieuw systeem dat steunde op een herlokalisering van de productie op feodale domeinen. DaarLijfeigenen iswerkten de onderdrukking minder zwaar, want lijfeigenen werken maar een deel van hun tijd voor de heer. Ze werkenwerkten ook voor zichzelf. De levensschuld moet wijken voor een ‘beschermingsschuld’. De lijfeigene staatstond een deel van de vrucht van zijn arbeid af aan de heer en krijgtkreeg in ruil bescherming tegen de gevaren van de buitenwereld. (Bauwens, 2014 ).
De ontwikkeling van arbeidsspecialisatie binnen landbouwsamenlevingen nam duizenden jaren in beslag en leidde op zijn vroegst rond 7000 jaar geleden in het Midden-Oosten tot de eerste steden, 2000 jaar later tot de eerste stadsstaten en nog later tot de eerste staten, dat wil zeggen politieke eenheden die meerdere steden en het tussenliggende platteland omvatten. In de eerste steden en stadsstaten kwam, naast de wederkerige, een nieuw soort arbeidsverhouding tot ontwikkeling doordat politieke en geestelijke elites tribuut in de vorm van dienstverlening konden eisen van de gewone burger. Daar stond dan weer herverdeling van goederen tegenover. Een dergelijke centrale herverdeling van goederen en diensten vereist veel organisatie en administratie, inclusief openbare verantwoording. We spreken in dit geval van tributaire arbeidsverhoudingen. (Lucassen, 2012)
 
Vanaf de tiende eeuw vindtvond een technologische revolutie plaats die de productiviteit omhoog stuwtstuwde. Dankzij betere landbouwmethode en andere factoren verdubbeltverdubbelde de bevolking. De handel floreertfloreerde, er wordenwerden voor het eerst universiteiten opgericht en de kunst en architectuur belevenbeleefden, met de bouw van de eerste kathedralen, hoogdagen. In de middeleeuwen zijn mensen vrijer dan in de slavenmaatschappij, maar de onderdrukking blijft natuurlijk nog altijd erg groot. ( Bauwens, 20142013).
Met de opkomst van staten ontstaan de voorwaarden voor ten minste twee nieuwe soorten arbeidsverhoudingen: slavernij en loonarbeid. De oudste categorie van loonarbeiders zijn soldaten. Slaven zijn krijgsgevangenen die niet gedood worden. In dergelijke complexe samenlevingen is er voldoende vraag naar arbeid zodat krijgsgevangenen aan het werk gezet kunnen worden in plaats van ze te doden. Staten mogen dan begonnen zijn soldaten in dienst te nemen en in hun onderhoud te voorzien, daarmee hebben we nog geen arbeidsmarkt. Daarvoor zijn meerdere werkgevers nodig die om de gunst van de loonarbeiders dingen. Anders gezegd, op een arbeidsmarkt kunnen loonarbeiders uit verschillende werkgevers kiezen. Dit soort
arbeidsmarkten kwam in de daarop volgende eeuwen geleidelijk tot stand toen naast de staat ook steden, tempels en vooral onderaannemers van tempels als werkgevers gingen optreden. Tegelijkertijd waren er ook warenmarkten op regelmatige basis nodig. We kunnen daar in principe twee soorten kopers tegenkomen. Ten eerste zelfstandige producenten die aan elkaar verkopen en van elkaar kopen, zoals de visser die graan koopt van de boer, de boer die stof koopt van de wever en de wever die vis koopt van de visser, enz. Daarnaast beroepssoldaten of andere arbeiders die niet meer of maar zeer ten dele in hun eigen voedsel kunnen voorzien en van hun loon vis, graan en stof kopen. (Lucassen, 2012)
 
Met de overschakeling van het feodalisme naar het kapitalisme gebeurtgebeurde er iets nieuws. De ideologie van het nieuwe systeem steuntsteunde niet langer op het concept van de levensschuld (binnen de slavernij) of beschermingsschuld ( binnen het feodalisme), maar op een contract. Het basisidee iswas dat mensen alleen nog ‘voor zichzelf’ gaangingen werken en voor de rest gelijke waarden zou uitwisselen. Dat kloptklopte natuurlijk niet volledig met de werkelijkheid, maar in vergelijking met het oude systeem zitzat er toch een zekere waarheid in. DeHet uitwisselingkapitalistisme vanis arbeid tegen een loon en van geld tegen goederenop zijn inbeurt theorieook altijdniet neutrale transactiesde waarbijideale samenlevingsvorm. goederen’Die metvorm eenvan zelfdesamenleving waardebestaat wordenniet uitgewisseld.en Inzal speltheoretischeook termennooit spreekt men hier van een ‘win-winmodel’bestaan. HetDe kapitalismesamenleving iszal danzich ookaltijd veelaanpassen productiever danaan de vorigemaatschappelijke systemennoden maar(Bauwens, werkt op extrinsieke motivatie2013). (bauwens ,2014)
Met de val van het Romeinse Rijk wordt het klassieke patroon doorbroken. Binnen het Romeinse Rijk ontstond een nieuw systeem dat steunde op een herlokalisering van de productie op feodale domeinen. Daar is de onderdrukking minder zwaar, want lijfeigenen werken maar een deel van hun tijd voor de heer. Ze werken ook voor zichzelf. De levensschuld moet wijken voor een ‘beschermingsschuld’. De lijfeigene staat een deel van de vrucht van zijn arbeid af aan de heer en krijgt in ruil bescherming tegen de gevaren van de buitenwereld. (Bauwens, 2014 )
 
Bauwens’ boek (2013) geeft aan dat de huidige samenleving zich klaarmaakt voor opnieuw een kantelmoment. Hierbij kan men niet voorbijgaan aan de analogie van Bauwens theorie met het marxisme. Karl Marx was in de 19de eeuw één van de pioniers die kritiek had op het kapitalisme dat het eigen belang verdedigd. “Het marxisme neemt een dubbele houding aan tegenover arbeid. Enerzijds wordt beklemtoond dat arbeid humaniseert: als men deelneemt aan het arbeidsproces kan men zich ontplooien, is men betrokken bij belangrijke processen, leeft men een geregeld leven, bouwt men solidariteit op, maakt men iets, kan men iets, heeft men en ervaart men zijn plaats in de klassenstrijd. Anderzijds worden arbeiders door kapitalisten uitgebuit. Arbeiders hebben enkel hun arbeidskracht te verkopen, kapitalisten zijn bezitters van de productiemiddelen, en arbeiders zijn bijgevolg afhankelijk van de bezittende klasse. Ze moeten hard werken, en ze krijgen daar veel te weinig voor terug” (MOH, n.d., p.4). Karl Marx was tevens ook grondlegger van het socialisme. Dit is gebaseerd op een klasseloze samenleving waarin de productie democratisch wordt gepland en ten dienste staat van de behoeften van meerderheid (links socialistische partij, n.d.).
Vanaf de tiende eeuw vindt een technologische revolutie plaats die de productiviteit omhoog stuwt. Dankzij betere landbouwmethode en andere factoren verdubbelt de bevolking. De handel floreert, er worden voor het eerst universiteiten opgericht en de kunst en architectuur beleven, met de bouw van de eerste kathedralen, hoogdagen. In de middeleeuwen zijn mensen vrijer dan in de slavenmaatschappij, maar de onderdrukking blijft natuurlijk nog altijd erg groot. ( Bauwens, 2014)
 
Met de overschakeling van het feodalisme naar het kapitalisme gebeurt er iets nieuws. De ideologie van het nieuwe systeem steunt niet langer op het concept van de levensschuld (binnen de slavernij) of beschermingsschuld ( binnen het feodalisme), maar op een contract. Het basisidee is dat mensen alleen nog ‘voor zichzelf’ gaan werken en voor de rest gelijke waarden uitwisselen. Dat klopt natuurlijk niet volledig met de werkelijkheid, maar in vergelijking met het oude systeem zit er toch een zekere waarheid in. De uitwisseling van arbeid tegen een loon en van geld tegen goederen zijn in theorie altijd neutrale transacties waarbij ‘ goederen’ met een zelfde waarde worden uitgewisseld. In speltheoretische termen spreekt men hier van een ‘win-winmodel’. Het kapitalisme is dan ook veel productiever dan de vorige systemen maar werkt op extrinsieke motivatie. (bauwens ,2014)
 
 
Regel 63 ⟶ 62:
http://www.plan-c.eu/2013/06/14/wat-is-de-peer-to-peer-economie/
 
VoorDeze link bevat meer informatie over dehet verschillendemarxisme betekenissenen vande kritieken die het begripuit op het arbeidkapitalistisme.
http://www.sociositemarxisme.netbe/labor/arbeidn/?cat=758
 
Deze link bevat informatie over de overgang van een kapitalistische samenleving naar een peer to peer samenleving. Het verwijst ook naar het belang van het internet en de aanpassingen die men gaat moeten maken binnen onze huidige vorm van arbeid om over te schakelen naar een peer to peer samenleving.
Regel 76 ⟶ 75:
 
Bauwens, M. en Lievens, J.(2013). De wereld redden. Antwerpen: Houtekiet.
 
Anne-Marie Prieels, (2014, 26 juni). Welke impact heeft een Basisinkomen op werk en uw eigen leven? Retrieved from : http://blognl.p2pfoundation.net/?cat=185
 
Lucassen. J.M.W.G. (2012, 6 juli). Een geschiedenis van de arbeid in grote lijnen. Retrieved from : http://socialhistory.org/sites/default/files/docs/publications/geschiedenis-arbeid-grote-lijnen_.pdf
 
Benschop (2014). Arbeid: een lastig en omstreden begrip.
Retrieved from: http://www.sociosite.net/labor/arbeid/
 
Bos, S. (2014,3 september). Economische begrippen.
Retrieved from: http://www.economische-begrippen.nl/arbeid/
 
Leyssens, J. (2013, 14 juni). Wat is de peer to peer economie.
Retrieved from: http://www.plan-c.eu/2013/06/14/wat-is-de-peer-to-peer-economie/
 
Lievens, J. (2012, 6 januari). #Occupy, Peer-to-peer en marxisme: overeenkomsten en verschillen. Retrieved from: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen
Bos, S. (2014,3 september). Economische begrippen.
 
Retrieved from: http://www.economische-begrippen.nl/arbeid/
Links socialistische partij, (n.d.). Kapitalisme versus socialisme. Retrieved from: http://www.marxisme.be/n/?cat=758
 
Lucassen. J.M.W.G. (2012, 6 juli). Een geschiedenis van de arbeid in grote lijnen. Retrieved from : http://socialhistory.org/sites/default/files/docs/publications/geschiedenis-arbeid-grote-lijnen_.pdf
 
MOH, (n.d.). arbeid. Retrieved from: http://www.arbeidinbeeld.be/arbeid/Arbeid.pdf
Stouthuysen, P. ( 2013, 14 juni ). Krachtige koppeling: peer-to-peer en product-dienst combinaties. Retrieved from : http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/
 
Stouthuysen, P. ( 2013, 14 juni ). Krachtige koppeling: peer-to-peer en product-dienst combinaties. Retrieved from : http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/
 
Van Dale uitgevers, (2014). Betekenis ‘arbeid’. Retrieved from:
{{beg}}
http://www.vandale.be/en/opzoeken?pattern=arbeid&lang=nn
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.