Onderwijs in relatie tot P2P/Externaliteiten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Sofie Regniers (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
 
'''Externaliteiten''' of externe effecten zijn onbedoelde effecten van een (economische)activiteit. Dit kan bv. optreden als personen, bedrijven of overheden geen rekening houden met de effecten op de welvaart van derden. Dit effect kan zowel positief als negatief zijn.
Externe effecten hebben vierdrie hoofdkenmerken:
* De effecten zijn onbedoeld.
* Ze zijn non-monetair: er komt geen geld aan te pas.
* Ze veroorzaken schade of baten.
* De effecten zijn niet meegerekend in de marktprijs; het is een vorm van marktfalen.
Regel 19 ⟶ 18:
== Externaliteiten en P2P==
 
Binnen het kapitalisme worden bij een transactie gelijke waarden uitgewisseld. Zowel de koper als de verkoper zijn tevreden met de onderlinge transactie. Maar ze houden geen rekening met de externe effecten. Iemand kan wapens verkopen of bij wijze van spreken een atoombom. Wat ermee gebeurt, zijn zijn zaken niet. Alleen de uitwisseling van gelijke waarden is belangrijk. De grote zwakheid van het systeem is dat het de externe effecten afwentelt op de samenleving. Michel Bauwens (2013) geeft in zijn boek ‘De wereld redden’ op pagina 29 vier redenen waarom het kapitalisme immoreel is: omdat het externe effecten negeert, sociale ongelijkheid creëert, instabiliteit veroorzaakt en onze biosfeer vernietigt (Michel Bauwens, 2013, p29). Zo zal een bedrijf er bv. voor kiezen om kledij in lage-loonlanden te produceren, waardoor de productiekost klein blijft. Hierbij houden ze geen rekening met de arbeidsomstandigheden (kinderarbeid?) in die landen. Wat voor hen primeert is een product aan een lage prijs te kunnen aanbieden, zelfs als dit ten koste gaat van kwaliteit van het product, de lokale bevolking, luchtvervuiling door transport, ...
In peer-to-peer systemen is dat niet het geval. Daar werken mensen samen omdat ze vrijwillig gekozen hebben om bij te dragen tot een sociaal doel. Ze streven eenzelfde ideaal na. Op die manier winnen niet alleen de partijen die bijdragen (win-win), maar ook de hele groep (win-win-win) en zelfs de hele samenleving (win-win-win-win). De vierde ‘win’ vloeit voort uit het feit dat p2p-samenwerking gericht is op het produceren van directe nuttige gebruikswaarde en zodoende rechtstreeks een positief maatschappelijk resultaat heeft. Vraag is of we bij peer-to-peer nog wel kunnen spreken over externaliteiten aangezien peer-to-peer streeft naar duurzaamheid en naar maatschappelijk nut. Door te streven naar maatschappelijk nut, zal men proberen te vermijden dat externe kosten worden afgewenteld op de maatschappij. Peer-to-peer streeft dus naar geen externe negatieve effecten, maar zoveel mogelijk positieve externe effecten. Hetzelfde bedrijf zou in een peer-to-peer samenleving eerst al de vraag stellen of dit product een maatschappelijk nut heeft. Ze zouden kledij afleveren die van goede kwaliteit is, rekening houdend met alle effecten van de productie op de samenleving.
 
==Voorbeeld==
Regel 38 ⟶ 37:
 
Voorbeelden van '''negatieve externaliteiten''' in de milieu-economie:
* het vangen van vis door een individueel bedrijf zorgt voor een afname van de totale vispopulatie waardoor de hele visserijsector schade ondervindt ((zie boek Bauwens pag 87));
* het uitstoten van CO2 door een fabriek draagt bij aan de opwarming van de Aarde met alle schade die derden hiervan ondervinden;
* het lozen van afval- en koelwater in een rivier veroorzaakt vervuiling waardoor zuivering voor drinkwater duurder wordt;
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.