Onderwijs in relatie tot P2P/Arbeid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
}}
 
Bauwens en Lievens (2013) leggen in hun boek de focus op economische '’’arbeid’’’.
'''arbeid''' (de; m)
Arbeid is het verrichten van bezigheden die nut hebben voor diegene die de arbeid verricht, voor zijn of haar naaste omgeving en/of voor de maatschappij als geheel.
 
1 moeite, inspanning van geestelijke of lichamelijke aard; beroepsbezigheid: aan de arbeid gaan
 
Arbeid en P2P[bewerken]
2 (natuurkunde) de uitwerking van een kracht (Van Dale Uitgevers, 2014).
Het hoofdstuk ‘De economie van peer to peer’ geeft aan hoe onze manier van arbeid leveren zou kunnen veranderen met de visie op een peer to peer samenleving. Hieronder worden enkele grote verschillen tussen arbeid binnen het kapitalisme en arbeid in een peer to peer samenleving aangetoond.
Bij arbeid binnen het kapitalisme is de uitwisseling van arbeid tegen een loon en van geld tegen goederen in theorie altijd neutrale transacties. Dit wordt ook wel eens een win-win transactie genoemd, beide partijen zijn tevreden (Bauwens & Lievens,2013). Om een bepaald soort arbeid te kunnen uitvoeren moet men bepaalde referenties of diploma’s hebben. Binnen het kapitalisme heerst het ‘pantonisme’: alleen de top kan alles zien, de rest weet alleen wat hij of zij moet weten. Alles is gesloten tenzij het anders bepaald wordt binnen de organisatie. Men heeft toestemming nodig om een taak te kunnen uitvoeren of men voert ze uit op bevel. Taken zijn moeilijk veranderbaar doordat de grote lijnen van het product vastliggen (zie voorbeeld wikispeed-auto). De taken die men uitvoert hebben enkel betrekking op het ‘maken van het product’ (Bauwens & Lievens,2013)
 
De economie en de arbeid die men levert in een kapitalistisch systeem is gebaseerd op groei en winst. Oneindige groei is onmogelijk in een eindige omgeving, en de grenzen van de groei zijn bereikt. Dat betekent dat het voor het kapitalisme alsmaar moeilijker wordt om zijn problemen op te lossen via groei (Lievens, 2012). Bauwens biedt een alternatief, namelijk een economie binnen de visie van een peer to peer samenleving, hierbij gaat echter ook de manier van arbeid leveren aangepast worden.
Binnen een peer to peer samenleving werken mensen samen op vrijwillige basis aan een sociaal doel. Men streeft eenzelfde ideaal na en het is gericht op het produceren van directe nuttige gebruikswaarde voor de maatschappij. Niet enkel de partijen die bijdragen winnen (win-win), maar ook de groep (win-win-win) en de hele samenleving (win-win-win-win) (Bauwens & Lievens, 2013, p.28). Men heeft geen referenties of diploma’s nodig hebt om een taak te mogen uitvoeren, men werkt mee aan een sociaal doel vanuit een intrinsieke motivatie.
Een kenmerk van de peer-productie is ‘holoptisme’, dit is de eigenschap dat alles van het project voor iedereen open, zichtbaar en transparant is. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd alles kunt weten wat er gaande is in een peer-project, maar je hebt alle middelen om het te weten te komen.
Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren.
Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Men werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. De gebruikers van het product zijn minstens even belangrijk als de makers. Het ontwerp kan voortdurend bijgespijkerd worden door de gebruikers waardoor er een permanent verbeteringsproces ontstaat ( Bauwens & Lievens, 2013).
 
Zoals hierboven aangegeven valt de klassieke rolverdeling tussen arbeid en management en de relatie tussen producent en consument weg (Bauwens & Lievens, 2013).
Bauwens (2014) legt de focus op de economische arbeid. Dit is alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen ten diensten van de productie. Als beloning voor arbeid krijgt men loon. (Bos, 2014)
 
 
 
Voorbeeld[bewerken]
==Arbeid en P2P==
Een voorbeeld van een materiële samenwerking met een peer to peer visie is de wikispeed-auto. Een auto ontwikkeld door peers die allen gepassioneerd zijn door de uitdaging om de ‘ultieme’ auto te bouwen. Samen hebben ze, een auto ontwikkeld die mooier, goedkoper en veel milieuvriendelijker is dan het gemiddelde toonzaalmodel (Stouthuysen, 2013). Voor de productie van de wikispeed-auto zijn geen peperdure machines nodig zoals deze wel nodig zouden zijn binnen het klassieke productiemodel van de auto-industrie. Daar heeft men één lineaire assemblagelijn, aanpassingen aan deze lijn vragen veel tijd en geld. Het is al mogelijk om een wikispeed-auto te produceren in een kleine garage uitgerust met een aantal micromachines. De productie verloopt dus gedistribueerd in microfabrieken. Zowel het design als de productie is modulair. Het wiel, de motor, het dashboard, de carrosserie, enzovoort worden apart gemaakt door diegene die het best beslagen is in die module. Het gevolg is dat elk onderdeel van de wagen de beste deskundigen aantrekt. De auto wordt als legoblokjes in elkaar geknutseld en elk blokje is vervangbaar, wat de duurzaamheid onderstreept. Dit wordt ook wel eens de ‘lego-logica’ genoemd (Bauwens & Lievens, 2013).
 
Een ander voorbeeld van een peerproductie is Curto Café. Dit is een koffieproducerende gemeenschap in de voorstad van Rio de Janeiro, opgericht door Sergio Venuto.. Hier werd de beste koffie naar de rijke westerse landen geëxporteerd, terwijl de koffieboeren nauwelijks geld verdienden en in grote ellende leefde. Sergio Venuto heeft dit probleem aangepakt door op koffie te produceren zonder er winst op te maken maar waarvan de boeren op een ethisch verantwoorde manier kunnen van leven. Dit heeft hij gedaan door de boeren zelf te leren hoe ze hun koffie moeten branden waardoor ze drie keer meer verdienen dan vroeger. Klassieke bedrijven zouden deze kennis zorgvuldig beschermen en niet delen (Bauwens & Lievens,2013).
In het boek wordt verschillende keren verwezen naar het concept arbeid. Het hoofdstuk ‘De economie van peer to peer’ geeft aan hoe onze manier van arbeid leveren zou kunnen veranderen met de visie op een peer to peer samenleving. Hieronder worden enkele grote verschillen tussen arbeid in een kapitalistische samenleving en arbeid in een peer to peer samenleving toegelicht.
 
Theoretische duiding[bewerken]
'''Arbeid in een kapitalistische samenleving :'''
Dit is de hedendaagse opvatting van arbeid waarbij personen werken in ruil voor geld. De uitwisseling van arbeid tegen een loon en van geld tegen goederen zijn in theorie altijd neutrale transacties. Dit wordt ook wel eens een win-win transactie genoemd, beide partijen zijn tevreden. Om een bepaald werk te kunnen doen moet men bepaalde referenties of diploma’s hebben. Het is een hiërarchisch systeem waarbij controle wordt uitgevoerd op de kwaliteit of de aard van het werk. Je hebt toestemming nodig om een taak te kunnen uitvoeren of je voert ze uit op bevel (Bauwens, 2013).
De veranderingen in arbeidsvormen zijn geen nieuw fenomeen. Eigenlijk kan men stellen dat het een herhaling van de geschiedenis is. Een voorbeeld hiervan is de overschakeling van het Romeinse Rijk naar het feodalisme. Het Romeinse Rijk kan niet meer groeien omdat de kosten voor de aanvoer van nieuwe slaven en goud te hoog zijn geworden. Je krijgt een crisis en er komt een exodus op gang, slaven en boeren worden lijfeigenen en een deel van de slavenhouders wordt domeinhouders.
De economie in een kapitalistisch systeem is gebaseerd op groei en winst. Oneindige groei is onmogelijk in een eindige omgeving, en de grenzen van de groei zijn bereikt. Dat betekent dat het voor het kapitalisme alsmaar moeilijker wordt om zijn problemen op te lossen via groei (Lievens, 2012).
Een ander voorbeeld is de overgang van het feodalisme naar het kapitalisme. Aan het einde van het feodale tijdperk woeden er veel burgeroorlogen. Opnieuw ontstaat er een exodus: lijfeigenen slaan op de vlucht of worden weggejaagd en trekken naar de steden. De kapitaalkrachtige landeigenaars en kooplieden beginnen hun kapitaal te ‘investeren’ in die surplusbevolking die naar de steden trekt door hen tewerk te stellen in fabrieken. Hier zien we dus een transformatie van lijfeigenen naar arbeiders en van een feodale heer naar een (proto)kapitalist (Bauwens & Lievens, 2013)
We kunnen vaststellen dat er telkens een zelfde patroon volgt:
- Ten eerste is er een crisis van het oude systeem.
- Daarop volgt een exodus van een deel van de managementklasse en de producerende klasse naar het nieuwe prototype.
- En als laatste vindt er een omwenteling en reorganisatie van de productie plaats (Bauwens & Lievens, 2013).
 
Hier zijn echter enkele kanttekeningen bij te maken. Het nieuwe systeem vertoont nieuwe elementen, maar is niet onafhankelijk aangezien het nog volledig verboden en gedomineerd wordt door het oude systeem. Ook kan je stellen dat het nieuwe systeem juist het oude versterkt. Dankzij de aanpassingen houden de oude systemen het nog een paar 100 jaar vol. Dit betekent ook dat de middelen die het nieuwe systeem nodig heeft om verder te kunnen ontwikkelen afkomstig zijn van het oude systeem (Bauwens & Lievens, 2013).
'''Arbeid in een peer to peer samenleving:'''
Mensen werken samen op vrijwillige basis mee aan een sociaal doel. Ze streven eenzelfde ideaal na en het is gericht op het produceren van directe nuttige gebruikswaarde voor de maatschappij. Niet enkel de partijen die bijdragen winnen (win-win), maar ook de groep (win-win-win) en de hele samenleving (win-win-win-win) (Bauwens, 2013, p.28).
Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Iedereen werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. Via open source is het mogelijk om met verschillende mensen uit verschillende landen te werken aan eenzelfde project (Bauwens, 2013, p.33).
Het systeem is volledig transparant. Iedereen kan zien welke taken er reeds gedaan zijn en taken die nog moeten gebeuren. Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren. Men heeft geen referenties of diploma’s nodig hebt om een taak te mogen uitvoeren, men werkt mee aan een sociaal doel vanuit een intrinsieke motivatie (Bauwens, 2013).
 
Bauwens’ boek (2013) geeft aan dat de huidige samenleving zich klaarmaakt voor opnieuw een kantelmoment. Hierbij kan men niet voorbijgaan aan de analogie van Bauwens theorie met het marxisme. Beiden willen ze streven naar een klasseloze samenleving. Toch wil Bauwens aanstippen dat hij de faseovergang van het kapitalisme naar het socialisme zoals Marx het voorstelt problematisch vindt. Het kapitalistisch systeem creëert een nieuwe klasse, de arbeidersklasse. In het socialisme zal deze klasse de macht overnemen en een nieuw systeem invoeren gebaseerd op de socialisatie van productiemiddelen. Marxisten gaan er dus van uit dat ze een nieuw systeem kunnen bouwen door de kapitalistische productiewijze en arbeidsvormen over te nemen. Bauwens stelt daar tegenover dat zijn methodologie integraal is en een volledige nieuwe samenleving creëert met andere productiewijze, vormen van arbeid leveren,… (Bauwens & Lievens, 2013)
 
Dat een kantelmoment in de samenleving nadert geeft Bauwens met het voorbeeld van de genetwerkte kenniswerkers. Vandaag de dag zitten kenniswerkers zitten niet langer heel hun carrière fysiek samen in grote werkplaatsen, maar veranderen gemiddeld om de achttien maanden van baan en opereren vooral in netwerken. Ze hebben hun bestaanszekerheid verlorenen bevinden zich in een precaire situatie. Ze zoeken naar oplossingen maar vinden deze niet bij de traditionele samenleving omdat ze onvoldoende aandacht heeft voor de problematiek van de kenniswerkers. Vandaag heeft de moderne kenniswerker de ideologie van peer to peer nodig om een goed en gelukkig leven te leiden. Ze bouwen hun eigen instituties die een uitdrukking zijn van hun noden als nieuwe sociale groep (Bauwens & Lievens, 2013, p.54).
==Voorbeeld==
 
Een voorbeeld van een materiële samenwerking met een peer to peer visie is de wikispeed-auto. Een auto ontwikkeld door peers die allen gepassioneerd zijn door de uitdaging om de ‘ultieme’ auto te bouwen. Samen hebben ze, een auto ontwikkeld die mooier, goedkoper en veel milieu-vriendelijker is dan het gemiddelde toonzaalmodel (Stouthuysen ,2013). Voor de productie van de auto zijn geen peperdure machines nodig . Het is al mogelijk om een wikispeed-auto te produceren in een kleine garage uitgerust met een aantal micromachines. De productie verloopt dus gedistribueerd in microfabrieken. Zowel het design als de productie is modulair: de auto wordt als legoblokjes in elkaar geknutseld en elk blokje is vervangbaar, wat de duurzaamheid onderstreept (Bauwens, 2014, p.34).
 
Externe links[bewerken]
Voor meer informatie omtrent het verschil tussen klassieke productie en peer to peer productie, zie http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/
==Theoretische duiding==
 
Voor meer informatie omtrent Curto Café, zie http://p2pfoundation.net/Curto_Caf%C3%A9
Tot zo’n 12 000 jaar geleden voorzagen jagen en voedsel verzamelen in de belangrijkste menselijke behoeften. Voedselverzamelaars en jagers leefden in kleine gemeenschappen van hoogstens enkele tientallen mensen die nauw moesten samenwerken, wilden zij overleven(Lucassen, 2012).
Voor meer informatie omtrent de wikispeed-auto, zie http://wikispeed.org/
Voor meer informatie over Karl Marx en het marxisme, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Marxisme
 
Voor meer informatie omtrent de p2p foundation en het concept arbeid, zie http://blognl.p2pfoundation.net/?cat=185
De komst van de landbouw droeg bij tot een ander soort arbeidsverhouding. De landbouwarbeid maakte immers overproductie en dus voorraadvorming mogelijk. Daarmee vond er ook meer en meer arbeidsspecialisatie plaats. Zo kwamen er professionele pottenbakkers, spinners, wevers, timmerlieden, steenbakkers, metselaars, transporteurs, smeden, priesters… (Lucassen, 2012).
 
De ontwikkeling van arbeidsspecialisatie binnen landbouwsamenlevingen nam duizenden jaren in beslag en leidde op zijn vroegst rond 7000 jaar geleden in het Midden-Oosten tot de eerste steden en stadstaten (Lucassen, 2012).
 
Referenties[bewerken]
Met de opkomst van staten ontstaan de voorwaarden voor ten minste twee nieuwe soorten arbeidsverhoudingen: slavernij en loonarbeid. De oudste categorie van loonarbeiders zijn soldaten. Slaven zijn krijgsgevangenen die niet gedood worden, zij werkten in functie van hun heer. Tegelijkertijd ontstonden er ook warenmarkten waar men goederen kocht en verkocht (Lucassen, 2012).
 
Met de val van het Romeinse Rijk wordt het klassieke patroon doorbroken. Binnen het Romeinse Rijk ontstond een nieuw systeem dat steunde op een herlokalisering van de productie op feodale domeinen. Lijfeigenen werkten maar een deel van hun tijd voor de heer. Ze werkten ook voor zichzelf. De lijfeigene stond een deel van de vrucht van zijn arbeid af aan de heer en kreeg in ruil bescherming tegen de gevaren van de buitenwereld (Bauwens, 2014).
 
Vanaf de tiende eeuw vond een technologische revolutie plaats die de productiviteit omhoog stuwde. Dankzij betere landbouwmethode en andere factoren verdubbelde de bevolking. De handel floreerde, er werden voor het eerst universiteiten opgericht en de kunst en architectuur beleefden, met de bouw van de eerste kathedralen, hoogdagen ( Bauwens, 2013).
 
Met de overschakeling van het feodalisme naar het kapitalisme gebeurde er iets nieuws. De ideologie van het nieuwe systeem steunde niet langer op het concept van de levensschuld (binnen de slavernij) of beschermingsschuld ( binnen het feodalisme), maar op een contract. Het basisidee was dat mensen alleen nog ‘voor zichzelf’ gingen werken en voor de rest gelijke waarden zou uitwisselen. Dat klopte natuurlijk niet volledig met de werkelijkheid, maar in vergelijking met het oude systeem zat er toch een zekere waarheid in. Het kapitalistisme is op zijn beurt ook niet de ideale samenlevingsvorm. Die vorm van samenleving bestaat niet en zal ook nooit bestaan. De samenleving zal zich altijd aanpassen aan de maatschappelijke noden (Bauwens, 2013).
 
Bauwens’ boek (2013) geeft aan dat de huidige samenleving zich klaarmaakt voor opnieuw een kantelmoment. Hierbij kan men niet voorbijgaan aan de analogie van Bauwens theorie met het marxisme. Karl Marx was in de 19de eeuw één van de pioniers die kritiek had op het kapitalisme dat het eigen belang verdedigd. “Het marxisme neemt een dubbele houding aan tegenover arbeid. Enerzijds wordt beklemtoond dat arbeid humaniseert: als men deelneemt aan het arbeidsproces kan men zich ontplooien, is men betrokken bij belangrijke processen, leeft men een geregeld leven, bouwt men solidariteit op, maakt men iets, kan men iets, heeft men en ervaart men zijn plaats in de klassenstrijd. Anderzijds worden arbeiders door kapitalisten uitgebuit. Arbeiders hebben enkel hun arbeidskracht te verkopen, kapitalisten zijn bezitters van de productiemiddelen, en arbeiders zijn bijgevolg afhankelijk van de bezittende klasse. Ze moeten hard werken, en ze krijgen daar veel te weinig voor terug” (MOH, n.d., p.4). Karl Marx was tevens ook grondlegger van het socialisme. Dit is gebaseerd op een klasseloze samenleving waarin de productie democratisch wordt gepland en ten dienste staat van de behoeften van meerderheid (links socialistische partij, n.d.).
 
 
==Externe links==
 
Dit is een link naar een pagina op het blog van de p2p foundation. Op de pagina wordt het concept arbeid besproken binnen het kader van een p2p samenleving.
http://blognl.p2pfoundation.net/?cat=185
 
Voor meer informatie over hoe de economie kan binnen een peer to peer samenleving kan opgevat worden.
http://www.plan-c.eu/2013/06/14/wat-is-de-peer-to-peer-economie/
 
Deze link bevat meer informatie over het marxisme en de kritieken die het uit op het kapitalistisme.
http://www.marxisme.be/n/?cat=758
 
Deze link bevat informatie over de overgang van een kapitalistische samenleving naar een peer to peer samenleving. Het verwijst ook naar het belang van het internet en de aanpassingen die men gaat moeten maken binnen onze huidige vorm van arbeid om over te schakelen naar een peer to peer samenleving.
http://blognl.p2pfoundation.net/?tag=p2p
 
Dit is de link naar de pagina van de wikispeedorganisatie. Dit is een heel mooi voorbeeld van een materiële peer to peer samenwerking.
http://wikispeed.org/
 
 
==Referenties==
 
Bauwens, M. en Lievens, J.(2013). De wereld redden. Antwerpen: Houtekiet.
 
Benschop (2014). Arbeid: een lastig en omstreden begrip.
Retrieved from: http://www.sociosite.net/labor/arbeid/
 
Bos, S. (2014,3 september). Economische begrippen.
Retrieved from: http://www.economische-begrippen.nl/arbeid/
 
Leyssens, J. (2013, 14 juni). Wat is de peer to peer economie.
Retrieved from: http://www.plan-c.eu/2013/06/14/wat-is-de-peer-to-peer-economie/
 
Lievens, J. (2012, 6 januari). #Occupy, Peer-to-peer en marxisme: overeenkomsten en verschillen. Retrieved from: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen
 
Links socialistische partij, (n.d.). Kapitalisme versus socialisme. Retrieved from: http://www.marxisme.be/n/?cat=758
 
Lucassen. J.M.W.G. (2012, 6 juli). Een geschiedenis van de arbeid in grote lijnen. Retrieved from : http://socialhistory.org/sites/default/files/docs/publications/geschiedenis-arbeid-grote-lijnen_.pdf
 
MOH, (n.d.). arbeid. Retrieved from: http://www.arbeidinbeeld.be/arbeid/Arbeid.pdf
 
Arbeid. (n.d.). Retrieved December 17, 2014, from :http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeid_(economie)
Bauwens, M. en Lievens, J. (2013). De wereld redden met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen: Houtekiet.
Lievens, J. (2012, 6 januari). #Occupy, Peer-to-peer en marxisme: overeenkomsten en verschillen. Retrieved from: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen
Stouthuysen, P. ( 2013, 14 juni ). Krachtige koppeling: peer-to-peer en product-dienst combinaties. Retrieved from: http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/
 
Van Dale uitgevers, (2014). Betekenis ‘arbeid’. Retrieved from:
http://www.vandale.be/en/opzoeken?pattern=arbeid&lang=nn
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.