Leer jezelf ecologisch tuinieren/Gifsla: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sjabloon |
aanpassing |
||
Regel 1:
__NOTOC__ __NOEDITSECTION__
{{Leer jezelf ecologisch tuinieren|Afbeelding=
{{Tuinkalender-Tabelkop|
|plaatje1= Lactuca virosa - Köhler–s Medizinal-Pflanzen-213.jpg
|plaatje2= Lactúca virōsa.JPG
|plaatje3= Lactuca virosa 14072004.JPG
|plaatje4= Lactuca virosa 20052001.JPG
|divers= De plant lijkt veel op die van kompassla, maar de bladeren zijn meestal niet gedraaid en de nootjes zijn niet behaard. Ook zijn de jonge nootjes van kompassla niet geel tot oranje maar wit tot crème gekleurd.
|familie=
|latijn=
|geslacht=
|soort=
|nlnaam= <!-- NLsoortnaam als in woordenboek voorkomt (kleine letters)-->
|geschikt= <!-- Hier bijv. stinsenplant, bodembedekker, snijbloem -->
Regel 17:
|wortel= <!-- Omschrijving van de/het wortel/gestel -->
|stengel= <!-- Idem over de stengel -->
|blad= De bladeren zijn blauwgroen. De onderste bladeren zijn eirond. De stengelbladeren zijn langwerpig tot lancetvormig. Op de meeste bladeren zitten van onderen op de middennerf stekeltjes.
|groenblijvend= <!--Vul in 'ja' als de plant winterhard/groenblijvend is -->
|bloei= Juli en augustus.
|kleur= Lichtgele lintbloemen, die in een hoofdje staan. De bloeiwijze van de hoofdjes is pluim-trosvormig en bestaat uit 12 tot 16 hoofdjes.
|vrucht= De vrucht is een 4 tot 5 mm lang en 1,5 tot 2 mm breed, diep paars tot zwart gekleurd, kaal nootje en heeft een snavel en vruchtpluis. De onrijpe nootjes zijn geel tot oranje van kleur. Op het nootje zitten vijf ribben.
|hoog=
|grond1= Stikstofrijk.
|compost1= <!-- Hoeveelheid compost die bij grond1 moet worden toegevoegd: veel/matig/geen -->
|kali1= <!-- Idem voor de hoeveelheid kali: veel/matig/geen -->
Regel 29:
|compost2= <!-- Zie compost1 -->
|kali2= <!-- Zie kali1 -->
|zon= <big>○</big>
|water= <big><font color="
|goede buren= <!-- Gewassen die de (groei van de) plant ondersteunen of mooi staan bij elkaar -->
|slechte buren= <!-- Gewassen die de (groei van de) plant belemmeren -->
|weert= [[w:valse meeldauw|valse meeldauw]] (Bremia lactucae). Deze resistentie is inmiddels ingekruist in lijnen van kropsla, die van nature vatbaar is voor valse meeldauw.
|lokt= rupsen van de gamma-uil, Eucosma conterminana en die van kompassla-uil gebruiken gifsla als voedselplant. Ook kan gifsla aangetast worden door bladluizen.
|keuken= <!--Omschrijving waar de plant eventueel voor wordt gebruikt (niet alleen in de keuken) -->
|kookboek= <!-- Naam van de plant (hoofdletter) voor een eventuele link naar recepten in het kookboek -->
|genees= rustgevende en vochtafdrijvende werking. Gifsla werd eeuwenlang als medicinale plant gebruikt vanwege de rustgevende en vochtafdrijvende werking. Hippocrates schreef in 430 v. Chr al over de wilde slasoorten en kropsla. De Romeinse schrijver Columella beschreef in 42 vier Lactuca-soorten en Plinius 57 jaar later negen soorten. Keizer Augustus genas door middel van de gifsla van een ernstige ziekte en liet daarom een monument voor deze sla oprichten. [1]. Vermoedelijk hebben de Romeinen de gifsla verder over Europa verbreid. Tegen het einde van de achttiende eeuw werd door steeds meer artsen het gedroogde melksap (lactucarium) als vervanger van opium gebruikt. De bladeren en het gedroogde melksap werden tot ongeveer 1900 gebruikt als rustgevend middel. Een te hoge dosis is echter giftig.
|waarschuwing=
|zaaimaand=
|zaaiomschrijf= <!-- Maand(en) waarin gezaaid wordt en een omschrijving daarvan -->
|kk= <!-- Kiemkracht -->
|kt= <!-- Kiemtijd -->
|lt=
|zd= <!-- Zaaidiepte -->
|plantmaand=
|