Sociale geschiedenis van de vroege middeleeuwen/Kloosterleven: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 46.44.189.34 hersteld tot de versie na de laatste wijziging door Erik Baas |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 9:
==Schenkelingen==
Veel ouders schonken een of meer van hun kinderen aan het klooster. Zij schonken daarmee datgene wat
In de kloosters echter hield men rekening met de gevoelens van het kind. De kinderen waren weliswaar volgzaam bij het onderricht door de meester, maar ze mochten zeggen wat ze dachten. Maar als het kind
===Geloften===
Regel 25:
Elke slechte gedachte die de monnik had, moest hij aan een oudere monnik (zijn geestelijke begeleider) opbiechten. Elk gevoel dat de monnik had, werd ontleed. Het geweten veranderde daardoor van een vaag en dof schuldgevoel dat van buiten kwam (hij had de regels overtreden en werd daarvoor bestraft) tot een nog nooit vertoonde [[w:introspectie|introspectie]]. Het [[Sociale geschiedenis van de vroege Middeleeuwen/Kerk#Innerlijk geweten|geweten werd verinnerlijkt]].
De broeder en de monnik moesten bidden in de bidcel. In stilte, onder tranen en met toewijding des harten
===Lezen===
Regel 34:
#men zelden of nooit alleen was in de kloostergemeenschap. Men vond eenzaamheid ongepast. Ook de heidenen vonden eenzaamheid getuigen van een afkeer van het menselijke geslacht.
Lezen werd verplicht. Tijdens de [[w:vastentijd|vasten]] moesten de monniken de hele zondag lezen. Bij het begin van
Omdat niet iedereen deze discipline op kon brengen, waren er oudere toezichthouders. Kletsers en luilakken werden terecht gewezen, maar voor wie 's nachts wilde lezen, werd een licht klaargezet.
Regel 63:
===Stervenshulp===
De monniken baden voor zieke collega's, steunden hen als zij stierven en droegen na hun dood missen voor hen op. Bidden voor de doden werd in de tiende eeuw een specialisme van de monniken, hoewel dit wel eens
==Noten==
|