Kosmografie/Evolutie van de waarnemingen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→De optische telescoop: uitvinders |
k red. |
||
Regel 12:
De telescoop is aan het begin van de 17de eeuw in Nederland uitgevonden, hoewel niet bekend is door wie. Genoemd worden [[:w:Hans Lippershey|Hans Lippershey]] en [[:w:Zacharias Janssen|Zacharias Janssen]], brillemakers te Middelburg, en [[:w:Jacob Metius|Jacob Metius]] uit Alkmaar. [[:w:Galileo Galilei|Galilei]] verbeterde dit instrument, door gebruik te maken van twee bolle lenzen i.p.v. één bolle lens en één holle. Met dit instrument ontdekte Galilei onder andere de vier grote manen van Jupiter.<br />
[[Image:NewtonsTelescopeReplica.jpg|right|thumb| Replica van de spiegeltelescoop, zoals die door Newton gebouwd werd in 1672]]Op grond van zijn waarnemingen en de theorie van [[:w:Nicolaus Copernicus|Copernicus]] kwam Galilei tot de conclusie dat de zon in het midden van ons zonnestelsel staat. De Rooms-
Newton verving de bolle lenzen van de telescoop door holle spiegels. Dit is een verbetering op het gebied van de lichtsterkte. Lenzentelescopen noemt men ook refractortelescopen (refractie = breking) en spiegeltelescopen reflectortelescopen (reflectie = weerkaatsing).
|