Aardrijkskunde/Ecosysteem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 63:
Met dat systeem kunnen we water toevoegen of juist wegnemen .
Je hebt hele eenvoudige systeem maar ook heel ingewikkeled.
Dat noemen we oppervlakirrigatieoppervlakte-irrigatie , dat kan via kanalen maar ook via sloten of grachten.
Je hebt verschillende soorten irrigatie: druppelirrigatie, maar ook oppervlakte-irrigatie. Bij druppelirrigatie gaat alles precies via buisjes, en zorgen we er voor dat er bijna geen water verloren gaat. Bij oppervlakte-irrigatie is dat anders waardoor er veel meer water verloren gaat. Dat wordt gewoon op het oppervlak van de aarde gespoten. En dat gebeurt ook vaak bij kleine planten, die niet zo veel water gebruiken.
 
== verziltingVerzilting ==
Als de temperatuur te hoog wordt, dan is de lucht ook heel droog. Dan zal het bodemwaterpeil ook gaan stijgen, naar de bovenkant van het aardoppervlak. Het vormt dan een korst. Deze grond is dan verzilt, wat wil zeggen dat hij vol zit met allemaal zouten. Dat maakt de grond ongeschikt voor landbouwgebruik. Dit kan je ook tegengaan door het te bestrijden met druppelirrigatie. Dat zorgt er dan weer voor dan de bodem precies genoeg water krijgt, om de planten water te geven . Dat zorgt er dan ook weer voor dat er ook geen water verloren gaat en alles naar de planten toe kan stromen. Dit proces wordt eigenlijk overal over de hele wereld gebruikt, waaronder ook in de woestijn .Daar ligt ongeveer twee- à driehonderd meter onder de grond ook heel veel water.D at willen ze daar nu ook gaan gebruiken , en niet alleen voor de landbouw maar ook voor planten. Om het daar veel vochtiger te maken , ook waterputten werden er gemaakt. Daar groeien ook veel planten die het goed doen zonder de irrigatie.
 
Regel 122:
== De dampkring ==
 
De dampkring/atmosfeer, dat is de lucht om ons heen. Zonder de Dampkringdampkring bestaatzou er geen leven op Aardeaarde mogelijk zijn. Het isaardoppervlak zou dan netbezaaid dezijn maanmet onbewoond,inslagkraters geenvan plantenmeteorieten en(denk geenmaar dieren.aan Hethet zouoppervlak danvan bezaaidbijvoorbeeld zijnde metmaan inslagkratersof van meteorietenMercurius).
 
Wij mensen, dieren en planten hebben zuurstof (O2) nodig. We hebben het nodig om te ademen. Planten hebben daarbij ook nog behoefte aan koolzuurgas (CO2). Beide gassen zitten in de dampkring. De lucht vormt een beschermde laag tegen invallende stenen (Meteorieten) en schadelijke stralen uit de ruimte. De gevaarlijke straling word gefilterd door de Ozonlaag.
 
De Zon verwarmt de Aarde, de Dampkringdampkring zorgt voor de Temperatuurtemperatuur. Zonder sommige gassen in de dampkring zou de temperatuur stijgen naar (82c) en Nachts dalen naar (-140c). De dampkring kan de warmste temperatuur tegenhouden. Het vermogen om de hitte tegen te houden heet het Broeikaseffect. Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur verschillen. Zonder dat effect zou de gemiddelde temperatuur op aarde (-18c) zijn, in plaats van (15c) nu. Net als de planeet Mars.
Gassen in de Dampkringdampkring.
Er bestaan gassen in de dampkring, waaronder koolzuurgas en stikstof.
 
Regel 136:
Bomen en planten groeien door CO2 en water om te zetten in biomassa. De CO2 nemen ze op uit de atmosfeer en het water uit de bodem. De energie die voor deze omzetting nodig is wordt geleverd door de zon. De biomassa kan vervolgens worden gebruikt om energie op te wekken, bijvoorbeeld door het te verbranden in een biomassaelektriciteitscentrale. Bij de omzetting van biomassa in energie komt weer CO2 vrij. De hoeveelheid CO2 die daarbij vrijkomt is echter precies gelijk aan de hoeveelheid die de plant of boom heeft opgenomen tijdens het groeien. Zo leidt het gebruik van biomassa voor energieproductie tot een verhoging van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, dit noemen we de korte koolstofkringloop.
 
Koolstof vinden we overal terug op aarde in de oceanen , de bodem , de biosfeer , de atmosfeer . Via allerlei natuurlijke processen wordt koolstof uitgewisseld bijvoorbeeld: vulkaanuitbarstingen , bosbranden, planten die afsterven , en mensen en dieren die in en uit ademen de hoeveelheden koolstof in de oceaan, de biosfeer en de atmosfeer noemen we het koolstofevenwicht. Zo bevindt zich 50 maal meer koolstof in de oceaan en 19 maal meer koolstof in de atmosfeer dan is de biosfeer.
Koolstof bevindt zich in de atmosfeer in de vorm van koolstofdioxide. Er zijn heel wat natuurlijke processen die koolstofdioxide in de natuur brengen of er weer uit halen. Zo doen planten aan fotosynthese; via hun bladeren halen ze koolstofdioxide uit de natuur en produceren hierbij zuurstof. Wanneer de planten afsterven of branden, komt de koolstofdioxide weer vrij in de atmosfeer. Als planten snel doodgaan, kunnen de gassen die vrijkomen niet meer ontsnappen en blijven gevangen. Onder bijzondernbijzondere omstandigheden zullen de planten resten na miljoenen jaren worden samen geperst tot steenkool, aarde of aardgas. Dit noemen we fossiele brandstoffen, de koolstofcyclus is hierbij in evenwicht. Er gaat van nature evenveel Co2CO2 de atmosfeer in als dat eruit gaat, maar de mens verstoort dit evenwicht. Momenteel halen we massaal fossiele brandstoffen uit de grond en die verbranden we om onze auto”s te laten rijden, huizen te verwarmen en fabrieken draaiende te houden. Ook worden bossen gekapt en platgebrand. De koolstofcyclus raakt zo steeds meer verstoord en hiermee wordt bijgedragen aan de opwarming van de aarde.
 
== Luchtvervuiling ==
Regel 163:
== Broeikaseffect: opwarming van de aarde en gevolgen ==
 
Co2CO2 werkt in de dampkring net als glas in een broeikas. Het broeikaseffect is het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring. De zonnestralen bereiken eerst de dampkring. De ene helft ervan wordt teruggekaatst naar de ruimte en de andere helft gaat door de dampkring heen en bereikt het aardoppervlak. Aangekomen bij het aardoppervlak wordt de ene helft weer teruggekaatst naar de ruimte en de andere helft verwarmt onze aarde.
 
Door dat effect is alle leven op aarde mogelijk. Gassen zoals koolstofdioxide, waterdamp en methaan helpen daarbij. Zonder dat broeikaseffect zou de aarde onbewoonbaar zijn. Stel je voor: de gemiddelde temperatuur zou dan -18 graden Celsius zijn (is nu +15 graden Celsius). Maar...doordat er sinds de 18e eeuw (toen de industrie opkwam) veel CO2 bij is gekomen in de lucht, wordt het natuurlijke effect versterkt. In de twintigste eeuw is de gemiddelde temperatuur al behoorlijk gestegen met ongeveer 0,7 graden Celsius en zo'n beetje iedereen verwacht dat de temperatuur nog meer zal stijgen. Hoe komt dat nu precies?
 
Wij mensen verbruiken veel fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas. Dit gebeurt in het verkeer, bij het verwarmen van onze huizen en bij energiecentrales, en bij het maken van elektriciteit. Door al die dingen komt er heel veel extra CO2 vrij in de lucht. Normaal zou al die CO2 door de bomen worden opgenomen, maar omdat wij ook nog eens al die bomen omkappen is de temperatuur in korte tijd al heel erg gestegen. Een van de rechtstreekse gevolgen hiervan zijn de ijskappen die gaan smelten. Dat is een groot probleem, want hierdoor stijgt de zeespiegel behoorlijk. Landen als Bangladesh en delen van Nederland lopen hierdoor gevaar onder te lopen.
De opwarming van de aarde heeft nog andere vervelende gevolgen, zoals het steeds groter worden van de woestijnen. Ook een belangrijk gevolg zijn bosbranden, die makkelijker overslaan (dus snel groter worden). Bepaalde diersoorten worden in hun voortbestaan bedreigd doordat ze hun natuurlijke leefomgeving zodanig verandert dat ze er niet meer kunnen leven. Wat vermoedelijk ook een min of meer rechtstreeks gevolg is van de klimaatverandering is dat de neerslag steeds onregelmatiger verdeeld wordt. Dat betekent concreet: soms periodes van maandenlange droogte, dan weer enorme hoeveelheden neerslag in één keer. Dat is natuurlijk helemaal niet goed voor zowel mensen als de natuur.
 
== Klimaatverandering ==
Regel 175 ⟶ 174:
Door alle uitlaatgassen wordt de ‘ozonlaag’ (een laagje dat de aarde beschermt tegen alle stralen van de zon) steeds dunner. Zo wordt de aarde verward.
 
Klimaat veranderingKlimaatverandering is heel normaal. Tussen 1400 en 1800 was er bij ons ‘De kleine ijstijd’. In de geschiedenis van onze aarde zijn er veel koude periodes geweest. ijstijden of glacialen. De warme perioden heten interglacialen.
Sinds de 20ste eeuw stijgen de temperaturen op aarde opvallend snel. Dit komt door de uitstoot van CO2 in de lucht., dus het broeikaseffect (zie Broeikaseffecthierboven).

Gevolgen van de opwarming :
 
Een van de rechtstreekse gevolgen hiervan zijn de ijskappen die gaan smelten. Dat is een groot probleem, want hierdoor stijgt de zeespiegel behoorlijk. Landen als Bangladesh en delen van Nederland lopen hierdoor gevaar onder te lopen.
De opwarming van de aarde heeft nog andere vervelende gevolgen, zoals het steeds groter worden van de woestijnen. Ook een belangrijk gevolg zijn bosbranden, die makkelijker overslaan (dus snel groter worden). Bepaalde diersoorten worden in hun voortbestaan bedreigd doordat ze hun natuurlijke leefomgeving zodanig verandert dat ze er niet meer kunnen leven. Wat vermoedelijk ook een min of meer rechtstreeks gevolg is van de klimaatverandering is dat de neerslag steeds onregelmatiger verdeeld wordt. Dat betekent concreet: soms periodes van maandenlange droogte, dan weer enorme hoeveelheden neerslag in één keer. Dat is natuurlijk helemaal niet goed voor zowel mensen als de natuur.
 
-Voorbeelden:
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.