Onderwijsarchitect/Profiel: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
red. |
||
Regel 15:
# Onderwijsadviseur: iemand die een onderwijsorganisatie en/of zijn betrokkenen door deskundige raadgevingen helpt.
De onderwijsarchitect kan snel bepalen wat de wensen en eigenschappen zijn van mensen, organisaties en samenleving en neemt deze als gegeven. De onderwijsarchitect is technisch
De onderwijsarchitect (OA) heeft zich gekwalificeerd indien hij/zij in een van die hoedanigheden onomstotelijk heeft aangetoond dat hij/zij geïmproviseerd een deskundig innovatief ontwerp van het onderwijs kan maken dat een pragmatische inspirerende meerwaarde op maat levert.
# Improvisatie: De OA kan na analyse van de geldende onderwijssituatie een unieke eclectische mix genereren van effectieve didactische interventies, technieken en methodes.
Regel 63:
''Wie onder u denkt binnen vier jaar een open hart operatie te kunnen plegen?''
De onderwijsarchitect beschikt in hoge mate over betrokkenheid, inlevingsvermogen, leervermogen (is zelf een studax), overtuigingskracht, zelfbeheersing, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit, dynamiek, onderwijsinzicht, coachingsvaardigheden, verbale communicatie vaardigheden, liefde voor het onderwijsvak en is sterk in
===Oplossingsvaardigheid===
Regel 90:
===Voorstellingsvaardigheid===
De onderwijsarchitect denkt met name in termen van objecten. Daarbij zijn de spelers de belangrijkste objecten. Hij denkt in opstellingen: niet statisch, maar juist hoe de spelers met elkaar
Denk bijvoorbeeld aan een dammer of een schaker die in zijn hoofd situaties dynamisch kan afspelen, dus eigenlijk: het spel van te voren al kan spelen. Hij weet het spel in een bepaalde spelrichting te schuiven en weet ook welke factoren die richting beïnvloeden. Hij moet dus kunnen dromen over een mogelijke werkelijkheid. Daarbij is hij ook in staat die dromen werkelijk te maken; hij moet weten hoe hij dromen moet kunnen verwezenlijken.
Regel 101:
==Persoonlijkheid==
De
* Zeer hoog IQ op logisch denken en beredeneren. Overig minimaal HBO niveau.
* Stabiel, zeer sociaal (niet bang voor sociale situaties), zeer flexibel (regident, past gewoontes gemakkelijk aan), zeer tolerant, zeer lage zelfgenoegzaamheid, zeer laag egocentrisme, inlevingsvermogen is groot, zeer hoge dominantie, zeer hoog zelfvertrouwen en sterk leidinggevend.
* Hoge prestatiemotivatie<ref group="begrip">{{Begrip|Prestatiemotivatie}}</ref>, hoge
Wat minder vast ligt en zich kan ontwikkelen is de zeer grote belangstelling voor creatieve en ondernemende banen met een grote vrijheid en zelfstandigheid. En een zeer lage belangstelling voor administratief werk, wetenschappelijk werk, cijfer werk en technisch werk.
Regel 110:
=== Testen ===
Natuurlijk kan de persoonlijkheid middels een psychologische test worden vastgesteld. In de praktijk echter worden ook vaak
* Is de persoon redelijk stabiel dan zal dit naar voren komen middel de onverwachte wendingen die het spel aanreikt. De persoon wordt uitgedaagd om tijdens onvoorziene gebeurtenissen creatief te denken en de situatie te benaderen.
* Is de persoon zeer sociaal dan zal de persoon goed kunnen samenwerken met zijn mede speler. De persoon zal in zijn spel op een positieve manier de ander centraal stellen. Dit geldt ook voor het testen op egocentrisme, zelfvertrouwen en dominantie.
* Is de persoon rigident en flexibel, dan zal hij creatief met elke situatie om weten te gaan. Het spel zal de persoon hiertoe uitdagen.
* Ook tolerantie kan gelijk als sociaal gedrag worden bezien als vaardigheden die vanuit het spel goed te testen zijn.
* Doordat het spel een goed beeld kan geven van de creativiteit van de persoon, zal ook duidelijk naar voren komen of de persoon mensen (in dit geval publiek) kan weten te boeien. Is de persoon overtuigend genoeg? Is
=== Bagage ===
Regel 174:
''Een onderwijsarchitect is net een prostituee; hij krijgt betaald om zich te laten gebruiken''
Een onderwijsarchitect geeft niet alleen aandacht (hoewel dit voor de ander partij al een welkome meerwaarde heeft). Natuurlijk moet hij geïnteresseerd zijn in het onderwijs en in de persoon die tegenover hem zit – maar is dat voldoende? Een onderwijsarchitect gaat verder. Hij kan zelfs goed omgaan met een casus waarover een advies wordt gevraagd dat niet past bij zijn eigen voorkeuren. Hij kan dit omdat hij geen oordeel velt over de ander maar juist werkt aan het waarderen van de ander. Dit opent voor hem de mogelijkheid zich werkelijk in te leven. Zijn gehele zijn is tijdens de gesprekken gericht om bij de ander te komen en deze te willen helpen. Hij wil ervaren wie de ander is, wat hem beweegt, wat hem gelukkig maakt en waar hij tegenaan loopt. Dat is de houding die maakt dat een onderwijsarchitect zichzelf omwille van de ander kan opofferen en niet hoeft te gaan voor zijn eigen
===Reflectie===
Regel 192:
Een onderwijsarchitect zet een scherpe neus voor, praktische deskundigheid in en ruime ervaring met onderwijs graag in combinatie met zijn profiel in voor zijn docenten. Hij wil zijn grote betrokkenheid met de docent en het onderwijs op die manier effectueren. Hij wil de docent kunnen overtuigen dat deze bij hem aan het juiste adres is voor zijn wensen. Hij wil graag ad rem en snel innovatieve en creatieve oplossingen aanreiken. Hij mag graag aandachtig en diepgaand luisteren om onderliggende motieven bloot weet te leggen. Hij wil een veilige omgeving bieden van waaruit een docent voldoende steun voelt voor de door de onderwijsarchitect voorgestelde uitdagende verbeteringen. Hij denkt graag buiten zijn eigen denkkaders en nodigt de docent uit hetzelfde te doen om op die manier het scala en bereik van oplossingen voor de docent te verruimen.
Een onderwijsarchitect richt zich meestal op zijn of haar preferente doelgroep (hoogleraren, HBO-docenten, bedrijfsopleiders, hoger onderwijsmanagement, trainingsbureaus,
==Anekdotes==
''Er is niets kwetsender maar eveneens
===Onderwijsonderneming===
Regel 310:
''Als iemand met een glimmende gereedschapskist bij je komt weet je nog niet of hij een mooi huis voor je zal bouwen!''
Met het bekend maken van de werkwijze en de rendementen die men daarmee kan behalen is het hoofdingrediënt van het onderwijsarchitect, zijn persoon, niet bloot gelegd. De koppeling tussen resultaat en werkwijze legt de onderwijsarchitect zelf. Hij dient over specifieke benoembare gereedschappen te beschikken. Het is echter de manier waarop hij deze in onderwijssituaties hanteert waar het om draait. En dat maakt hem uniek en niet te kopiëren. Dat is de bescherming voor een onderwijsarchitect die zich heeft bewezen. Hij hoeft niet bang te zijn voor
{| align="left"
|