Maatschappijleer/Lokaal bestuur/Lokaal Bestuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 39:
 
Algemene politieke visies hebben niet alleen op landelijk niveau, maar ook binnen gemeenten betekenis. Hoe lokaal is het lokale bestuur in Nederland?
 
 
Burgers laten meer zich meer leiden door landelijke overwegingen dan door lokale; ook zijn zij meer in de landelijke politiek geïnteresseerd dan in de lokale.
Regel 48 ⟶ 49:
 
De verkiezingen voor de gemeenteraden vinden eens in de vier jaar plaats in maart. Ze worden gehouden volgend het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. (Een kiessysteem waarbij het percentage behaalde zetels bij goede benadering evenredig is met het percentage behaalde stemmen.)
 
 
Stemmen niet Nederlanders bij raadsverkiezingen:
Regel 60 ⟶ 62:
Omdat gemeenteraadsverkiezingen een graadmeter zijn voor de landelijke verkiezingen richten landelijke partijen zich meer op de gemeente. Gevolg is dat lokale thema’s en politieke prestaties naar de achtergrond worden verdreven. → Vicieuze cirkel.
 
<b>Lokale politieke partijen</b>
 
<b>Lokale politieke partijen</b>
* Geen binding met een landelijke partij.
 
* Deelname aan verkiezingen in slecht één gemeente.
 
Lokale politieke partijen gaan vaak ten koste van stemmen voor nationale partijen en zijn goed voor ongeveer 20-25% van de stemmen. Lokale partijen zijn ‘gewoner’ geworden. Ze hebben in grote gemeenten vaste grond onder de voeten gekregen.
 
 
Lokale partijen hebben gemeenschappelijk:
Regel 77 ⟶ 79:
* Staan voor plaatselijke symbolen.
* Zijn apolitiek of antipolitiek. Populisme kan op de loer liggen.
 
 
Vier factoren die in het voordeel werken van lokale partijen:
Regel 83 ⟶ 86:
# Verschuiving van programma’s naar personen.
# Second order verkiezingen: durf iets anders te stemmen.
 
 
Twee factoren die in het nadeel werken van lokale partijen:
# Doorzetten nationaliseren van lokale partijen.
# Verleggen van accenten van landelijk naar lokaal.
 
 
Gemeenteraadszetels tussen de 9 en 45.
Regel 98 ⟶ 103:
 
Dienen algemeen belang, vergroten van de leefbaarheid, opkomen voor zwakkeren, behoud eigene van gemeente, persoonlijke hobby, iemand moet het doen.
 
 
Problemen van de lokale politiek:
Regel 103 ⟶ 109:
* Lokale politiek wordt gedomineerd door landelijke partijen.
* Gemeente voert veel landelijk beleid uit.
 
 
Drie soorten vernieuwing in lokaal bestuur:
Regel 108 ⟶ 115:
# Bestuurlijke vernieuwing – inrichting binnenlands bestuur.
# Sociale vernieuwing – nieuw achterstandsbeleid en versterking van eigen verantwoordelijkheid.
 
 
Aanleiding voor streven naar politieke vernieuwing op lokaal niveau was de lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1990. Voor een vijftal problemen werd een oplossing gezocht:
Regel 115 ⟶ 123:
# De afstand tussen de lokale politiek en de burger.
# Het streven van de politiek om teveel zelf te willen doen.
 
 
{| class="wikitable"
Regel 130 ⟶ 139:
* Decentralisatie
|-
| Afstand tussen lokale politiek en burger te groot
| row 2, cell 1
| Vergroting inbreng burgers in de politiek
| row 2, cell 2
|
| row 2, cell 3
* Referendum¹
* Wijkraden en dorpsraden
* Stadsgesprekken
* Kwaliteitspanels
* Betere informatievoorziening burgers
* Stads- en wijkpanels
* Interactief bestuur
* Burgerinitiatief
|-
| Politiek doet zelf teveel
| row 2, cell 1
| Vermaatschappelijking democratie
| row 2, cell 2
|
| row 2, cell 3
* Interactief bestuur²
* Sociale vernieuwing
* Zelfbeheer
* Minder overheid, meer middenveld
|}
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.