Maatschappijleer/Massamedia/Communicatiekaart van Nederland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 910:
 
 
; 7. De lezers van de Telegraaf: (kies het juiste antwoord)
 
A] vind je vooral onder laagopgeleiden
Regel 921:
 
 
:; 8. Welk verband is er tussen het sensatiegehalte van een krant en de afhankelijkheid van losse verkoop? Leg je antwoord uit.
;: Kranten waarvan de gehele oplage los wordt verkocht moeten het hebben van een hoog sensatiegehalte. blz 18
 
 
:; 9. Ondanks dalende oplagen is er ook een grote groep krantenlezers bijgekomen. Hoe komt dat? Welke groep wordt hier bedoeld?
;: Jonge lezers tussen de 13 en 34 jaar, gratis kranten blz.21
 
 
:; 10. Op welke drie terreinen verliezen dagbladen aan inkomsten zodra ze lezers kwijtraken?
;: abonnementen, losse verkoop en minder inkomsten uit advertenties (bereik wordt minder)
 
 
:; 11. Welk percentage van hun inkomsten haalden Nederlandse dagbladen in 2013 uit de verkoop van advertentieruimte? Wat was dat percentage 10 jaar geleden?
;: in 2013 - 24% advertenties. in 2003; 50%
 
 
:; 12. Welke inkomstenbron van kranten is het meest conjunctuurgevoelig? Leg je antwoord uit
;: advertenties van personeel, onroerend goed en consumentenproducten. slechte economie? geen personeel nodig.
 
 
:; 13. Metro en Spots hebben dezelfde hoofdredacteur. Van welke vorm van persconcentratie is hier sprake? Waarom?
;: redactionele concentratie. (samengaan van redacties), publieksconcentratie ( publiek verdeelt zich schever over de kranten) aanbiedersconcentratie ( samengaan van uitgevers van dagbladen)
 
 
:; 14. Waarom staan veel journalisten zeer kritisch tegenover aanbiedersconcentratie?
;: Voorbode van verlies van redactionele zelfstandigheid.
 
 
:; 15. Leg uit wat er met ‘verschraling van het opinieklimaat’ bedoeld wordt
;: er zullen minder verschillende stemmen en stromingen aan bod komen bij kleiner aantal uitgevers of minder zelfstandige redacties
 
 
:; 16. Kranten hebben lang getwijfeld of ze hun artikelen via Blendle zouden aanbieden. Leg de twijfel uit door een argument voor en tegen het beschikbaar maken van dagbladartikelen via Blendle te formuleren.
;: De kranten hebben een verdienmodel. Blendle biedt losse artikelen aan. Ontlezing. Er is al betaald voor de krant.
 
http://annemariesintjago.nl/2015/05/blendle-voordelen-nadelen/
 
 
:; 17. Noem drie verschillende wetten en of wetsartikelen die gelden voor de pers
;: grondwet; vrijheid van meningsuiting, mededingingswet, stimuleringsfonds voor journalistiek.
 
 
:; 18. Wie controleert of bepaalde mediaconcentraties voldoen aan de wettelijke regels?
;: Autoriteit consument en markt
 
 
:; 19. Waarom is mediaconcentratie aan wettelijke regels gebonden?
;: om kartel vorming en economische machtsposities te voorkomen.
 
 
:; 20. Wat zijn de twee hoofdtaken van het Stimuleringsfonds voor de Pers? Hoe kan het fonds deze taken vervullen?
;: handhaven en bevorderen van pluriformiteit van de pers, voor zover van belang voor informatievoorziening en opinievorming.
 
 
:; 21. Op welke manieren proberen kranten het verlies van lezers tegen te gaan? Noem er vier.
;: lagere prijzen abonnement, gedifferentieerde abonnementsvorm, introductie regiopagina's en magazines, gratis iets bij abonnement.
 
<br />
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.