Maatschappijleer/Massamedia/Media en publiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 603:
=== 7 Interactiviteit 144 ===
 
7.1 Inleiding
 
Met de komst van nieuwe media (zoals internet) is er ook een nieuw soort activiteit, namelijk interactiviteit. Deze beperkt zich (inmiddels) niet alleen tot internet en videogames, ook de oudere media (zoals televisie) maken steeds meer gebruik van interactiviteit (echter nog steeds in geringe mate). Interactie veronderstelt een hoge mate van betrokkenheid door het publiek.
 
 
7.2 Visies op de effecten
 
De verwachting is dat interactieve media grotere effecten teweeg brengen (want het publiek is meer betrokken). Dit is echter niet altijd het geval.
 
De functionele benadering (eerder besproken in hoofdstuk 6) krijgt door de toevoeging van interactiviteit een nieuwe indeling. Waar voorheen bepaalde behoeften werden bevredigd door interpersoonlijke communicatie, kunnen daar nu interactieve media voor worden gebruikt. Uit een onderzoek van Papacharissi en Rubin (2000) is dit interpersoonlijke aspect een van de belangrijkste redenen waarom mensen internet gebruiken. Andere onderzoekers vonden echter maar een zeer klein verschil tussen de behoeftebevrediging van oude en nieuwe media. Zo stellen Ferguson en Perse dat beide gebruikt worden voor vermaak en tijdverdrijf, maar dat het ‘oude’ medium televisie nog steeds meer gebruikt wordt voor ontspanning dan internet. Ook voor de gedrukte pers vormt het internet nog geen rechtstreekse bedreiging, juist omdat interactiviteit een grotere betrokkenheid vergt voor het vergaren van nieuws, en dat nog steeds niet als wenselijk wordt ervaren.
 
Er bestaat een angst voor de negatieve effecten van internet. Zo zou het verslavend kunnen werken, en zou het kunnen leiden tot ongelijkheid tussen bepaalde groepen in de samenleving, ook wel de digitale kloof genoemd.
 
 
7.3 interactiviteit
 
Het lineaire model zoals verondersteld werd bij de ‘oude’ media, is door de interactiviteit drastisch veranderd. Het is niet meer altijd mogelijk om te zien wie de zender en wie de ontvanger is, en soms zijn mensen beide.
 
Er zijn verschillende factoren die interactiviteit bepalen:
 
reactie of feedback (wanneer de gebruiker kan reageren op een boodschap. Dit was in het model van Shannon en Weaver niet mogelijk);
 
conversatie of wederkerigheid (wanneer gedachtewisselingen mogelijk zijn, zoals bij e-mail en msn);
 
selectiviteit (de informatie kan gezocht worden naar eigen behoefte);
 
modificatie (informatie kan aangepast worden naar eigen behoefte);
 
lineariteit/non-lineariteit (het is mogelijk om zelf een ‘volgorde’ vast te stellen, dit kan minder goed bij oude media zoals televisie en het boek);
 
multimedialiteit (er kan gekozen worden hoe de informatie ontvangen wordt, audiovisueel, tekst, etc.)
 
 
 
7.4 De invloed van aspecten van interactiviteit op de gebruiker
 
De vorm van de informatie is belangrijk voor onder andere het onthouden van die informatie. Uit een experiment hiernaar werd duidelijk dat wanneer gebruik wordt gemaakt van multimedialiteit, dit een negatief effect heeft op het onthouden van de tekst. Wanneer alleen een plaatje wordt toegevoegd, heeft dit wel een positief effect.
 
 
7.5 Democratie en internet
 
Internet kan een belangrijke rol spelen in het democratische proces. Via internet kunnen politici hun (potentiële) kiezers bereiken, en vragen om feedback of reactie. Zolang de digitale kloof blijft bestaan is deze rol echter niet optimaal. Er zijn een aantal redenen om internet te gebruiken bij het democratische proces:
 
Informatieverspreiding
 
Om een democratie te laten werken, moeten de burgers toegang hebben tot informatie. Nieuwe media kunnen voor minder geld meer informatie verspreiden. Door het kenmerk van selectiviteit kunnen burgers zeer gericht informatie zoeken. Dit heeft als nadeel dat ze minder op informatie letten die ze minder relevant achten en daardoor een eenzijdig beeld kunnen krijgen.
 
 
Peiling van meningen van burgers
 
De meningen van burgers kunnen via het internet makkelijker en goedkoper onderzocht worden.
 
Publieke debat
 
Iedereen kan zeggen wat hij of zij wil op het internet. Deze discussies vinden veelal plaats in daarvoor bestemde discussiefora, die voor zowel publiek als politiek makkelijk te vinden zijn.
 
Mobilisatie en organisatie van gelijkgezinden
 
Mensen met bijvoorbeeld medische problemen of dezelfde interesses kunnen via de nieuwe media makkelijker met elkaar in contact komen dan bij de oude media het geval was.
 
De verspreiding van informatie over het internet heeft ook nadelen. Er is minder controle op de inhoud van de informatie, zodat bijvoorbeeld pornografie makkelijker toegankelijk is, en terroristische organisaties makkelijker mensen kunnen mobiliseren.
 
<br />
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.