Maatschappijleer/Massamedia/Media en publiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 863:
=== 10 Priming en framing 202 ===
 
==== 10.1 Priming ====
 
Priming is een uitbreiding op en een verklaring van de agendasettinghypothese. Met het begrip mediapriming wil men tot uitdrukking brengen dat de media de beoordelingsmaatstaven van het publiek beïnvloeden. Dit gebeurt doordat de media bepaalde aspecten van een onderwerp benadrukken. De verklaring hiervan is psychologisch bepaald: doordat een bepaald kenmerk van een onderwerp in de media wordt geaccentueerd, wordt het geheugen gestimuleerd zodat specifieke informatie verwerkt en onthouden wordt. De mate van kennis van dat onderwerp vermindert wel de ontvankelijkheid voor de mediaberichtgeving daarover.
Regel 871:
Het primingconcept was onderwerp van een onderzoek van Krosnick en Kinder (1990). Respondenten werden, in twee groepen, gevraagd om een beoordeling van president Reagan. De eerste groep was nog niet blootgesteld aan informatie betreffende het Iran-Contra schandaal, de tweede wel. De onderzoekers ontdekten dat de tweede groep het buitenlandse beleid van Reagan nauwer betrokken hadden in hun beoordeling dan de eerste groep, waarmee zij steun hadden gevonden voor de priminghypothese.
 
<br />
 
==== 10.2 Framing ====
 
Framing gaat een stapje verder dan agendasetting. Volgens deze laatste theorie kunnen de media bepalen waarover men denkt (eerste niveau van agendasetting). Bij framing wordt er vanuit gegaan dat de media ook kunnen bepalen hoe het publiek denkt.
Regel 885:
Onderzoek naar het proces van framesetting gebeurt door middel van het meten van twee afhankelijke variabelen, namelijk de interpretatiekaders van zowel het publiek als de media.
Deze ‘frames’ (publiek- en mediaframes) kunnen, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, op diverse manieren ingedeeld worden. Ghanem (1997) bijvoorbeeld heeft de volgende indeling van mediaframes opgesteld:
* specifiek benadrukte aspecten van een onderwerp (heeft als voordeel dat alle schakeringen aan bod kunnen komen, heeft als nadeel dat het erg onderwerp specifiek is);
* presentatie en prominentie (hoe groot en waar wordt een bericht geplaatst);
* cognitieve attributies (het benadrukken van relaties en details)
* affectieve attributies (manier waarop in een bericht de toon wordt gezet).
 
<br />
specifiek benadrukte aspecten van een onderwerp (heeft als voordeel dat alle schakeringen aan bod kunnen komen, heeft als nadeel dat het erg onderwerp specifiek is);
 
==== 10.3 Conclusie ====
presentatie en prominentie (hoe groot en waar wordt een bericht geplaatst);
 
cognitieve attributies (het benadrukken van relaties en details)
 
affectieve attributies (manier waarop in een bericht de toon wordt gezet).
 
 
10.3 Conclusie
 
Omdat veel studies over priming en framing niet dezelfde theoretisch grondslag hebben, leidt onderzoek naar deze onderwerpen niet altijd tot vermeerdering van kennis. De resultaten verschillen erg per onderzoek. Er zal dus meer onderzoek gedaan moeten worden om tot een eenduidige conclusie over priming en framing te komen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.