Maatschappijleer/Lokaal bestuur/Lokaal Bestuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 346:
=== Hoofdstuk 5: Lokale taken, historie en heden ===
 
Een derde van alle overheidsuitgaven lopen via de gemeente. Daarmee nemen ze een belangrijke plaats binnen de verzorgingsstaat in.
 
Lokaal bestuur vanaf de middeleeuwen door landsheren en burgemeesters. Tot tweede helft van de 19e eeuw bleef Nederland een nachtwakersstaat. Met de grondwet van 1848 en de gemeentewet van 1851 (Thorbecke) raakten gemeenten hun ondergeschiktheid aan het centrale gezag voor een belangrijk deel kwijt. Vanaf 1870 roep om meer overheidsbemoeienis door het ontbreken van sociaal aanvaardbare omstandigheden voor alle burgers. De zakelijke gemeenten kregen een politiek karakter door taken op sociaal en economisch terrein op zich te nemen. Dit onder leiding van Wibaut.
plaats binnen de verzorgingsstaat in.
 
<b>De politisering van het lokaal bestuur heeft te maken met twee factoren:</b>
Lokaal bestuur vanaf de middeleeuwen door landsheren en burgemeesters. Tot tweede helft van de
# De gevolgen van de industriële revolutie.
# Opkomst van tal van nieuwe politieke partijen.
 
Door centralisatie kreeg de overheid steeds meer te zeggen in de lokale gemeenten. Gemeentelijke taken werden niet alleen gecentraliseerd maar ook gefunctionaliseerd (overgeheveld naar functioneel bestuur).
19e eeuw bleef Nederland een nachtwakersstaat. Met de grondwet van 1848 en de gemeentewet
 
Gemeentebesturen werden in medebewind geroepen. Veel van oudsher gemeentelijke taken keerden als medebewindstaken terug. De autonomie bleef op het gebied van cultuur, recreatie en sport.
van 1851 (Thorbecke) raakten gemeenten hun ondergeschiktheid aan het centrale gezag voor een
 
belangrijk deel kwijt. Vanaf 1870 roep om meer overheidsbemoeienis door het ontbreken van sociaal
 
aanvaardbare omstandigheden voor alle burgers. De zakelijke gemeenten kregen een politiek
 
karakter door taken op sociaal en economisch terrein op zich te nemen. Dit onder leiding van
 
Wibaut.
 
De politisering van het lokaal bestuur heeft te maken met twee factoren:
 
 De gevolgen van de industriële revolutie.
 
 Opkomst van tal van nieuwe politieke partijen.
 
Door centralisatie kreeg de overheid steeds meer te zeggen in de lokale gemeenten. Gemeentelijke
 
taken werden niet alleen gecentraliseerd maar ook gefunctionaliseerd (overgeheveld naar
 
functioneel bestuur).
 
Gemeentebesturen werden in medebewind geroepen. Veel van oudsher gemeentelijke taken
 
keerden als medebewindstaken terug. De autonomie bleef op het gebied van cultuur, recreatie en
 
sport.
 
Geschiedenis van het huidige lokaal bestuur in vier fasen:
1.# Tot 1870. Nachtwakersstaat.
2.# 1870-1930. Bloeiperiode van het lokaal bestuur.
3.# 1930-1980. Gemeentelijke taken overhevelen naar de overheid.
4.# Vanaf 1980. Decentralisatie.
 
; Autonomie
1. Tot 1870. Nachtwakersstaat.
Autonomie: De vrijheid van gemeenten om hun eigen huishouding te regelen.
 
2. 1870-1930. Bloeiperiode van het lokaal bestuur.
 
3. 1930-1980. Gemeentelijke taken overhevelen naar de overheid.
 
4. Vanaf 1980. Decentralisatie.
 
Autonomie: De vrijheid van gemeenten om hun eigen huishouding te regelen.
 
; Medebewind
: De uitvoering van rijksbeleid door gemeenten.
 
Het onderscheid mag niet lineair in gemeentelijke beleidsvrijheid worden vertaald, alsof autonomie
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.