Maatschappijleer/Massamedia/Media en publiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
Regel 576:
 
De ‘Uses and Gratifications’- benadering (hierna te noemen: de functionele benadering) onderzocht dus het individuele gedrag en redenen voor mediagebruik door het publiek. Men kan daarom diverse kenmerken van deze functionele benadering onderscheiden:
* zij heeft als uitgangspunt een actief publiek. Dit in tegenstelling tot de theorie van de almacht van de media, die uitgaat van een passief en kritiekloos publiek.
* deze actieve houding van het publiek uit zich onder andere in een doelgericht gebruik van de media, om het individu motiverende redenen.
* de mens gebruikt de media echter bij wijze van één van de bronnen als behoeftebevrediging; er zijn namelijk ook andere bronnen waaruit geput kan worden.
* er is een correlatie aanwezig tussen de individuele behoeften en de mediakeuze, aangezien de ontvanger het initiatief tot mediagebruik neemt.
* het gebruik van de media leidt tot bevrediging van een brede variatie aan individuele behoeften.
* een inschatting van het behoeftepatroon van het publiek kan niet gemaakt worden aan de hand van de media-inhoud (ontspanning voor de één, kennis of informatie voor de ander).
* de inhoud van een mediaboodschap heeft invloed op de mogelijkheden waarin een bepaald medium aan een bepaalde behoefte tegemoet kan komen.
* behoeftebevrediging door de media vindt plaats door de inhoud daarvan, de blootstelling aan de media en de ‘setting’ waarin deze blootstelling plaatsvindt (denk bijvoorbeeld aan het kijken naar voetbalwedstrijden in een café).
* de functionele benadering treedt niet in de waardering van mediaboodschappen als zodanig of de manier waarop het publiek de media gebruikt voor individuele behoeftebevrediging.
 
<br />
zij heeft als uitgangspunt een actief publiek. Dit in tegenstelling tot de theorie van de almacht van de media, die uitgaat van een passief en kritiekloos publiek.
 
deze actieve houding van het publiek uit zich onder andere in een doelgericht gebruik van de media, om het individu motiverende redenen.
 
de mens gebruikt de media echter bij wijze van één van de bronnen als behoeftebevrediging; er zijn namelijk ook andere bronnen waaruit geput kan worden.
 
er is een correlatie aanwezig tussen de individuele behoeften en de mediakeuze, aangezien de ontvanger het initiatief tot mediagebruik neemt.
 
het gebruik van de media leidt tot bevrediging van een brede variatie aan individuele behoeften.
 
een inschatting van het behoeftepatroon van het publiek kan niet gemaakt worden aan de hand van de media-inhoud (ontspanning voor de één, kennis of informatie voor de ander).
 
de inhoud van een mediaboodschap heeft invloed op de mogelijkheden waarin een bepaald medium aan een bepaalde behoefte tegemoet kan komen.
 
behoeftebevrediging door de media vindt plaats door de inhoud daarvan, de blootstelling aan de media en de ‘setting’ waarin deze blootstelling plaatsvindt (denk bijvoorbeeld aan het kijken naar voetbalwedstrijden in een café).
 
de functionele benadering treedt niet in de waardering van mediaboodschappen als zodanig of de manier waarop het publiek de media gebruikt voor individuele behoeftebevrediging.
 
<br />
 
==== Publieksactiviteiten ====
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.