Microsoft Excel/Introductie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Smile4ever (overleg | bijdragen)
QZanden (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
 
==Het Excel-scherm==
Bij starten van Excel valt behalve het uitrolmenu en de knoppenbalk de indeling in rijen en kolommen op. Links van elke rij staat een nummer en boven elke kolom een letter of een combinatie van letters. Elke cel (elk vakje) heeft op deze manier zijn eigen adres. Zo is het vak helemaal linksboven (onder de '''A''', en rechts van de '''1''') het adres '''A1'''. Door met de schuifbalken rechts en onder het scherm tot het uiterste te schuiven kunt u ook cel '''IV65536''' ontdekken.
 
Wanneer een cel actief is, wordt deze omrand met een grijze rand. Het adres van de actieve cel kunt u ook lezen direct onder de knoppenbalk, linksboven. Naast de zogenaamde adresaanwijzer bevind zich de formulebalk, rechts naast het teken: ''fx''. Op het gebruik van de formulebalk komen we later terug.
Regel 15:
==== Een eenvoudige berekening uitvoeren... ====
Velen zullen het tegendeel beweren, maar Excel is uitstekend geschikt om snel een berekening uit te voeren.
*# Klik in een cel
*# Typ =
*# Typ de berekening (bijvoorbeeld 10+20)
*# Druk op enter
*# Resultaat verschijnt in het kader
 
==== Een ingewikkelder berekening uitvoeren... ====
Regel 28:
2*7 - 3/8 + 1/4 kun je op de volgende manier berekenen:
 
*# Klik in een cel
*# Typ = 2*7
*# Druk op enter
*# Klik in een andere cel
*# Typ = 3/8
*# Druk op enter
*# Klik in een andere cel
*# Typ = 1/4
*# Druk op enter
We hebben onze tussenresultaten berekend. Vervolgens breng je de tussenresultaten bij elkaar:
<ol start="10">
* <li>Klik in de cel waar het resultaat moet komen</li>
* Typ =
<li>Typ =</li>
* klik<li>Klik nu op de cel met het eerste tussenresultaat</li>
* <li>Typ –</li>
* klik<li>Klik op de cel met het tweede tussenresultaat</li>
* Typ +
<li>Typ +</li>
* klik<li>Klik op de cel met het laatste tussenresultaat</li>
* <li>Druk op enter</li>
En in 17 eenvoudige stapjes heb je een ingewikkelde berekening uitgevoerd.
 
Zoals bovenaan vermeld, kun je beter in de berekening geen waarden (getallen) opnemen. In plaats daarvan geef je eerst elke waarde waarmee je wilt rekenen (2, 7, 3, 8, 1 en 4) een eigen cel. De cel A1 de waarde 2, de cel A2 de waarde 7 enzovoort. Daarna begin je in een nieuwe cel met: typ = en klikt vervolgens op de eerste waarde waarmee je gaat rekenen; in de formule verschijnt dan de celverwijzing., Voorbeeldin dit geval is dat: <code>=A1</code>
Daarna geef je aan of je die waarde wilt delen (/) vermenigvuldigen(*) verminderen met(-) of vermeerderen met (+) een waarde in een andere cel en plaatst ook hier de voorrangsberekeningen gewoon tussen haakjes. VoorbeeldBij het bovenstaande voorbeeld wordt het dus: <code>=(A1*A2)-(A3/A4)+ (A5/A6)</code> Dan: <enter> en in de cel waar je deze formule hebt getypt, verschijnt het resultaat van je berekening.
Voordeel: Je kunt nu elke gebruikte waarde veranderen en het resultaat past zich vanzelf aan. De ingevoerde waarden kun je zelfs verplaatsen door knippen en plakken, waarbij het resultaat intact blijft. Een beetje rekenaar zal al snel doorhebben, dat een berekening 1/4 ook met de waarde: 0,25 kan worden weergegeven. Verdere stappen volgen binnenkort op deze site.
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.