Amerikaanse literatuur/Creatieve non-fictie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Amerikaanse literatuur}} {{sub}}'
 
import eigen tekst WP
 
Regel 1:
{{Amerikaanse literatuur}}
[[Bestand:Edwidge Danticat by David Shankbone.jpg|thumb|left|Edwidge Danticat in 2007, foto van David Shankbone]]
 
'''Creatieve non-fictie''' is een vorm van schrijven waarbij verschillende genres worden vermengd. De term creative nonfiction ontstond begin jaren 1980, maar voorbeelden ervan kunnen al veel vroeger worden teruggevonden, bijvoorbeeld in de 19e-eeuwse persoonlijke essays van Thoreau en Emerson. Creative nonfiction is nauw verwant met The New Journalism uit de jaren 70, waarbij de schrijver over zichzelf als deelnemer en observator in de actie schrijft. In de 21e eeuw is veel van wat er wordt geschreven bewust 'hybridisch', een mengsel van poëzie, essay, journalistiek, natuurbeschrijving, mythe of elke andere combinatie van genres. Bekende Amerikaanse schrijvers van creatieve non-fictieverhalen zijn Edward Abbey (''Desert Solitaire'', 1968), Barry Lopez (''The Raven'', 1976), Dorothy Allison (''Stubborn Girls and Mean Stories'', 2002, introductie bij haar boek Trash), John Crawford (''The Last True Story I'll Ever Tell'', 2006), Joan Didion (''The Year of Magical Thinking'', 2005), en Edwige Danticat met haar memoires (''Brother, I'm Dying'', 2007).
 
{{sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.