Maatschappijleer/Verzorgingsstaat/Samenvatting van Elementaire deeltjes 39: De Verzorgingsstaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 113:
<b>Verschillende typen verzorgingsstaten</b>
 
De Deense Socioloogsocioloog Gøsta Esping-Andersen onderscheidt meerdere typen verzorgingsstaten.
* liberaal
* conservatief
* sociaal democratisch
 
 
In liberale verzorgingsstaten is een groot vertrouwen in de werking van de vrije markt. Het aannemen en ontslaan van werknemers is relatief gemakkelijk en er zijn strenge eisen om voor een uitkering andere voorzieningen in aanmerking te komen. Daardoor zijn de publieke uitgaven en belastingen laag.
* Het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de Verenigde Staten en Australië.
 
 
Conservatieve verzorgingsstaten bieden sociale bescherming aan het gezin. Vakbonden en werkgeversorganisaties spelen een belangrijke rol waardoor de werknemer meer beschermd wordt dat in het liberale systeem. Zowel werknemers als werkgevers dragen premies af voor werkloosheidsuitkeringen, ziekengeld en pensioenen. Dit betekent wel dat de sociale uitgaven en de belastingen hoog zijn.
* Oostenrijk, België, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg, Spanje, Portugal, Griekenland, Italië en Nederland.
 
 
Tot het sociaaldemocratische type rekenen we de Noord-Europese landen. In deze landen zijn de uitkeringen voor iedereen. De inkomens zijn vergeleken met de andere typen verzorgingsstaten gelijker en er wordt meer in de toekomst geïnvesteerd van de burgers. Door dit alles zijn de sociale uitgaven en belastingen hier het hoogste. Daarnaast zijn de werknemers- en werkgevers in deze landen het beste georganiseerd.
Regel 131 ⟶ 128:
 
Vanaf het ontstaan hebben sociale voorzieningen en de invulling daarvan zich steeds aangepast aan veranderende omstandigheden. De eerder genoemde indeling heeft echter stand gehouden. De meeste landen besteden nu tussen de 20 en 25% van het BBP aan sociale uitgaven.
 
 
<b> Waarom zijn er verschillende typen verzorgingsstaten?</b>
Regel 137 ⟶ 133:
In de landen waar de middenklasse geen onderdeel was van de politieke coalitie die te maken had met de op- en uitbouw van de verzorgingsstaat ontstond een liberale verzorgingsstaat. In landen waar de arbeidersklasse en middenklasse nauw samenwerkten, ontstond een sociaal democratisch model. En een conservatieve verzorgingsstaat ontstond in landen waar de verzorgingsstaat met steun van de christendemocraten werd opgebouwd.
 
Hoe komt het dat de middenklasse in een aantal gevallen op meewerkte aan de op- en uitbouw van de verzorgingsstaat en in andere gevallen niet of conditioneel? Dit heeft in te maken met het type partijsysteem.
 
Hoe komt het dat de middenklasse in een aantal gevallen op meewerkte aan de op- en uitbouw van de verzorgingsstaat en in andere gevallen niet of conditioneel? Dit heeft in te maken met het type partijsysteem.
 
[[File:Two_Party_Ballot_In_New_Jersey.jpg|thumb|alt=Two_Party_Ballot_In_New_Jersey | Twee partijen stemming in New Jersey]]
Regel 146 ⟶ 141:
* vreest de middenklasse voor linkse politiek ten gunste van de arbeidersklasse;
* zijn de belastingen laag voor midden- en hogere klassen bij een rechtse regering.
 
 
In een meerpartijenstelsel:
Regel 154 ⟶ 148:
* zijn er meerdere typen coalities mogelijk.
 
<b>==Politieke geschiedenis van de Nederlandse verzorgingsstaat</b>==
 
Nederland wordt meestal tot de conservatieve verzorgingsstaten gerekend, hoewel het eigenlijk een hybride verzorgingsstaat is.
<b>Politieke geschiedenis van de Nederlandse verzorgingsstaat</b>
 
Nederland wordt meestal tot de conservatieve verzorgingsstaten gerekend hoewel het eigenlijk een hybride verzorgingsstaat is.
 
 
<i>De periode van opbouw (1945-1963)</i>
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.