Maatschappijleer/Kennisbasisbegrippen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2.086:
 
 
[[Maatschappijleer/Kennisbasisbegrippen/== Thema 8: Mondiale vraagstukken|Thema 8: Mondiale vraagstukken]]==
 
=== Actoren en juridische principes ===
 
; 1. Algemene Vergadering
: De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bestaat uit alle lidstaten van de Verenigde Naties. De vergadering komt in een jaarlijkse sessie bijeen. Deze jaarlijkse sessie begint normaal gesproken op de derde dinsdag van september en duurt tot half december. Extra bijeenkomsten kunnen aangevraagd worden door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of door een meerderheid van VN-leden.
: De Algemene Vergadering is het enige VN-orgaan waar alle leden bijeenkomen. Tijdens de bijeenkomst kunnen initiatieven gelanceerd worden over onder meer vrede, economische vooruitgang en mensenrechten.
 
; 2. EGKS
: De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal of de EGKS was een Europese organisatie die bedoeld was om na de Tweede Wereldoorlog de vrede in Europa te verzekeren door oorlog tussen West-Europese landen onmogelijk te maken. Voor dat doel werd de productie van kolen en staal, die toen golden als de belangrijkste middelen voor de productie van oorlogswapens, onder het gezag geplaatst van een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit. De EGKS geldt als de eerste aanzet tot de Europese Unie, waarin zij later opging, al hield zij juridisch pas op te bestaan in 2002, na 50 jaar.
 
; 3. Europees Hof voor de rechten van de Mens
: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een Europees gerechtshof waar individuen, groepen, organisaties en landen een klacht kunnen indienen tegen een lidstaat van de Raad van Europa. Het betreft klachten over het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het Hof is gevestigd in Straatsburg.
 
; 4. Europees Parlement
: Het Europees Parlement of kortweg EP (soms ook Europarlement) is de rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordiging van de Europese Unie. Het is de enige instelling van de Europese Unie die direct door de burgers wordt gekozen. Samen met de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie heeft het een wetgevende taak binnen de Europese Unie.
 
; 5. Europese Centrale Bank
: De Europese Centrale Bank (ECB) is de centrale bank van de Economische en Monetaire Unie. Het is tevens een van de zeven instellingen van de Europese Unie. De voornaamste taak van de ECB is het behouden van de prijsstabiliteit in de eurozone.
 
; 6. Europese Commissie
: De Europese Commissie is het uitvoerende orgaan van de Europese Unie. Ze is verantwoordelijk voor het indienen van wetsvoorstellen, het beheren van de EU-begroting, het handhaven van het EU-recht (in samenwerking met het Hof van Justitie), en het vertegenwoordigen van de EU op internationaal niveau.
 
; 7. Europese Raad
: De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de 28 lidstaten van de Europese Unie, een voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. De Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid neemt ook deel aan de werkzaamheden van de Europese Raad. De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten.
 
; 8. Hof van Justitie
: Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Europese verdragen. Het is de hoogste rechterlijke instelling van de Europese Unie en maakt samen met het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie deel uit van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
 
; 9. IMF
: Het Internationaal Monetair Fonds of Internationaal Muntfonds (IMF) is een VN-organisatie voor internationale samenwerking op monetair gebied, bestrijding van financiële crises en kredietverlening voor staten met betalingsproblemen. Het IMF is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties met hoofdkantoor in Washington D.C..
 
; 10. Intergouvernementalisme, intergouvernementele organisatie
: Intergouvernementalisme is een theorie over het nemen van beslissingen in internationale organisaties, waarbij de beslissingsmacht gelegen is bij de soevereine lidstaten. Soevereine lidstaten zijn in deze theorie alleen gebonden aan hun eigen besluiten. Beslissingen moeten hierom altijd unaniem genomen worden.
: In een intergouvernementele organisatie zijn de lidstaten gebonden aan het verdrag van de internationale organisatie als zij er uitdrukkelijk mee hebben ingestemd. De beslissingsmacht in een intergouvernementele organisatie is in handen van de afgevaardigden of vertegenwoordigers (vaak een minister) van de lidstaten.
 
; 11. Internationaal Gerechtshof, -Strafhof
: Het Internationaal Gerechtshof (ook wel Internationaal Hof van Justitie genoemd; Frans: Cour internationale de justice; Engels: International Court of Justice) is het belangrijkste gerechtelijke orgaan binnen de Verenigde Naties. Het hof houdt zich bezig met rechtsgeschillen tussen staten. Het bestaat uit 15 rechters die worden gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Het Internationaal Gerechtshof is gevestigd in Den Haag in het Vredespaleis.
: Het Internationaal Strafhof (International Criminal Court/Cour Pénale Internationale, ICC/CPI) is een permanent hof voor het vervolgen van personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden zoals deze zijn omschreven in het statuut. De werktalen zijn Engels en Frans. Het Internationaal Strafhof is in 2002 opgericht en zetelt in Den Haag, sinds december 2015 in een nieuw gebouwd pand aan de Oude Waalsdorperweg, nadat een aantal jaren gebruikgemaakt was van een voorlopig onderkomen op het bedrijventerrein Binckhorst.
 
; 12. Internationale orde, -recht,- handel, -betrekkingen
: Klassieke beeld internationale orde: talloze soevereine naties zijn ofwel met elkaar in conflict ofwel zij gaan bondgenootschappen aan met andere staten tegen een gemeenschappelijke rivaal.
: Met internationaal recht wordt meestal internationaal publiekrecht bedoeld, ook wel bekend als Volkenrecht. Het is een van de rechtsgebieden die op dit moment het meest in ontwikkeling is.
: De internationale handel of wereldhandel is de handel tussen landen. Als een land producten verkoopt aan het buitenland dan is er sprake van export (uitvoer) door dit land. Als een land producten koopt van het buitenland is er sprake van invoer.
: De studie van Internationale betrekkingen is een deel van de politieke wetenschap die zich ten doel stelt de buitenlandse betrekkingen en betrekkingen tussen staten te onderzoeken.
 
; 13. NAVO
: De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) (Engels: NATO, North Atlantic Treaty Organisation; Frans: OTAN, Organisation du traité de l'Atlantique nord) is een na de Tweede Wereldoorlog opgerichte organisatie ter ondersteuning van het Noord-Atlantische Verdrag dat in Washington op 4 april 1949 werd getekend. Het NAVO-hoofdkwartier is gevestigd in de Brusselse deelgemeente Haren.
 
; 14. New Industrializing Countries
: Met de Newly Industrialized Countries, oftewel NIC's worden landen met een snelgroeiende economie bedoeld. Hieronder vallen Singapore, Thailand, Turkije, China, India, Maleisië, Hongkong, Taiwan, Vietnam, Filipijnen en Indonesië. Ook Mexico wordt tegenwoordig tot de Newly-industrialized countries gerekend.
 
; 15. Non Gouvernemental organisations
: Een niet-gouvernementele organisatie (of ngo, ook wel non-gouvernementele organisatie) is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang. Over het algemeen gaat het om organisaties die werken aan het bevorderen van milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk of het bevorderen van de mensenrechten. De term wordt veel gebruikt voor organisaties die zich met ontwikkelingssamenwerking bezighouden.
 
; 16. Raad van Europa
: De Raad van Europa (afgekort: RvE, Frans: Conseil de l'Europe, Engels: Council of Europe) is een internationale organisatie waarvan 47 Europese landen lid zijn. Verder zijn 6 niet-Europese landen alsook Vaticaanstad waarnemer bij de RvE. De Raad is op 5 mei 1949 met het Verdrag van Londen opgericht door de 10 stichtende leden (onder andere België en Nederland) en heeft zijn zetel in het Franse Straatsburg.
 
; 17. Raad van Ministers
: De Raad van de Europese Unie (ook wel Raad van Ministers of kortweg Raad genoemd) is een instelling van de Europese Unie.[1] De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit en heeft daarnaast bepaalde beleidsbepalende en coördinerende taken.
 
; 18. Surpranationalisme, supranationale organisaties
: Supranationalisme is een wijze van samenwerking en besluitvorming in politieke gemeenschappen bestaande uit verschillende staten.
: In supranationale organisaties worden bepaalde bevoegdheden van de nationale staten overgedragen naar een autoriteit die boven de nationale staten staat. Aangezien beslissing op supranationaal niveau soms bij meerderheid genomen worden, kan het gebeuren dat een lidstaat in een supranationale unie door de andere lidstaten gedwongen wordt een bepaalde beslissing door te voeren, dus de supranationale unie zaken aan de lidstaten kan opleggen.
 
; 19. UNCTAD/UNHCR/UNICEF/WHO
: De UNCTAD staat voor United Nations Conference on Trade and Development en is de conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling. Het is een permanent intergouvernementeel lichaam.
: De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen of United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) staat aan het hoofd van de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties met dezelfde naam. Het hoofdkwartier van deze organisatie bevindt zich in Genève, Zwitserland.
: Het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF,United Nations Children's Fund; tot 1953: United Nations International Children's Emergency Fund) is een organisatie binnen de Verenigde Naties die zich inzet voor het welzijn van kinderen, onder andere via het Verdrag inzake de rechten van het kind.
: De Wereldgezondheidsorganisatie (Engels: World Health Organization, WHO) is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties gevestigd in Genève met als doel wereldwijde aspecten van de gezondheidszorg in kaart te brengen, activiteiten op het gebied van de gezondheidszorg te coördineren en de gezondheid van de wereldbevolking te bevorderen.
 
; 20. Veiligheidsraad
: De Veiligheidsraad is een belangrijk orgaan van de Verenigde Naties. Zijn primaire verantwoordelijkheid is het handhaven van de internationale veiligheid en vrede, in het kader van de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties.
 
; 21. Verdrag van Maastricht en Lissabon
: Het Verdrag van Maastricht (officieel het Verdrag betreffende de Europese Unie, kortweg EU-Verdrag) werd ondertekend op 7 februari 1992 en diende ter oprichting van de Europese Unie.
: Het Verdrag van Lissabon is een verdrag van de Europese Unie, getekend in Lissabon op 13 december 2007. Het is in wezen geen op zichzelf staand verdrag: het veranderde het functioneren van de Unie via een reeks amendementen op de verdragen van Rome en Maastricht. De geconsolideerde versies van deze documenten vormen de wettelijke basis voor de Europese Unie. Na ratificatie door alle 27 EU-lidstaten trad het verdrag in werking op 1 december 2009.
 
; 22. Verenigde Naties,-doelstellingen, -Handvest, -secretaris-generaal
: De Verenigde Naties (afkorting: VN) zijn een internationale organisatie, opgericht in 1945 door 51 landen. Het is een intergouvernementele organisatie die samenwerkt op het gebied van het internationale recht, mondiale veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.
: Op 25 april 1945 begon de "United Nations Conference on International Organizations" (Conferentie van de Verenigde Naties over Internationale Organisaties) in San Francisco. Naast de onafhankelijke naties werden ook enkele non-gouvernementele organisaties, waaronder de Lions Clubs International, uitgenodigd om te assisteren bij de opstelling van de organisatie. De vijftig naties die aanwezig waren op de conferentie ondertekenden twee maanden later, op 26 juni, het Handvest van de Verenigde Naties (de grondwet van de organisatie).
: De secretaris-generaal van de Verenigde Naties is het hoofd van het Secretariaat van de Verenigde Naties, een van de belangrijkste organen van dat instituut. Hij wordt daarom feitelijk als het hoofd van de Verenigde Naties beschouwd. De huidige secretaris-generaal is António Guterres.
 
; 23. Volkssoevereiniteit
: Volkssoevereiniteit is het principe dat het volk (als geheel) het hoogste gezag van de staat vormt. De uitoefening van staatsmacht wordt bij dit principe gelegitimeerd doordat alle macht die regering, parlement en rechters hebben, geacht wordt vooraf (via een grondwet) te zijn toegekend door het volk.
 
; 24. Wereldbank
: De Wereldbank is 's werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking. Zij verstrekt leningen aan ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden, met als voornaamste doel het bestrijden van armoede. (Thuisbasis: Washington D.C., Verenigde Staten.
Opgericht: 27 december 1945. Oprichters: John Maynard Keynes, Harry Dexter White.)
 
; 25. WTO
: De Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organisation) is een intergouvernementele organisatie die toeziet op de naleving van afspraken over de handel tussen landen. Veel van die afspraken zijn van belang voor het internationale zakendoen. (Opgericht: 1 januari 1995. Thuisbasis: Genève, Zwitserland. Oprichters: Hongkong, Dominica, Frankrijk, Oostenrijk en meer)
 
=== Politiek, macht, invloed en ongelijkheid ===
 
; 1. Anti/Andersglobalisten
: Antiglobalisme of antimondialisme is een beweging die zich verzet tegen het globalisme. Antiglobalisten verzetten zich radicaal tegen iedere vorm van globalisering, men ziet het als een bedreiging voor de lokale cultuur en economie.
: Het andersglobalisme, andersmondialisme of de global justice movement (beweging voor wereldwijde rechtvaardigheid) is een pluriforme, los georganiseerde beweging die zich verzet tegen wat zij ziet als de 'neoliberale' manier van globalisering en met name het ontstaan van wat zij ziet als een ongereguleerde, dan wel ondemocratisch gereguleerde wereldmarkt.
 
; 2. Armoede
: Armoede is volgens de definitie van de Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften. Zij ontstaat wanneer een persoon of een groep mensen onvoldoende betaal- en/of ruilmiddelen heeft om in de primaire levensbehoeften te kunnen voorzien. De bestaansmiddelen hiervoor zijn wel aanwezig, maar ze kunnen als gevolg van schaarste onbetaalbaar worden. Primaire levensbehoeften omvatten zaken als schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg. Zij gelden als noodzakelijk om een menswaardig leven te kunnen leiden. Deelnemen aan het sociale leven, degelijk onderwijs en ontspanning kunnen als secundaire levensbehoeften beschouwd worden. Het tegengestelde van armoede is rijkdom. Het tegengestelde van schaarste is overvloed. De overgang tussen armoede en welstand wordt aangeduid door de armoedegrens.
 
; 3. BBP/BNI per hoofd van de bevolking
: Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Meestal wordt met dit begrip het bruto binnenlands product tegen marktprijzen bedoeld.
: Het bruto nationaal inkomen of bni (voorheen bruto nationaal product of bnp) is een veelgebruikte maat voor de omvang van een economie. Dit is het bruto binnenlands product plus de door de inwoners van het eigen land in het buitenland verdiende primaire inkomens minus de door buitenlanders in het betreffende land verdiende primaire inkomens. Samengevat betekent 'binnenlands' hier verdiend/geproduceerd binnen de landsgrenzen en 'nationaal' verdiend/geproduceerd door de staatsburgers van een land.
: Het bni per hoofd van de bevolking is een maat voor de welvaart van een land.
 
; 4. Betalingsbalans
: De betalingsbalans van een land is een overzicht van de waarde van alle transacties die in een bepaalde periode hebben plaatsgevonden tussen ingezetenen van het land en niet-ingezetenen van andere landen (het buitenland). De Nederlandse betalingsbalans wordt samengesteld en gepubliceerd door De Nederlandsche Bank.
 
; 5. Bevolkingsgroei
: De bevolkingsgroei is de toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd. Als de toename negatief is spreken we van bevolkingsdaling of negatieve bevolkingsgroei. Vooral tijdens een demografische transitie kan er een zeer sterke bevolkingsgroei zijn.
 
; 6. Duurzame ontwikkeling
: Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen, aldus de definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987.
 
; 7. Feodaliteit
: Het feodalisme of de feodaliteit (van het Latijnse feudum of "leen") is het leenstelsel dat van de val van het West-Romeinse Rijk (ca. 500) tot de Franse revolutie (1789) in Europa heerste. De leenheer gaf gebieden in leen aan zijn leenmannen en kreeg in ruil hiervoor trouw, militaire bijstand en belastinginkomsten.
 
; 8. Hegemonie
: Hegemonie uitspraak (info / uitleg) (Gr. ἡγεμών, hègemoon, "aanvoerder, gids") noemt men het overwicht op uiteenlopende gebieden als, politiek, handel, cultuur en ideologie van een partij of staat over andere partijen of staten, waardoor de eerste indirecte macht over de andere kan uitoefenen.
 
; 9. Hulpbeleid/(on)gebonden hulp, programma, nood en project hulp
: Gebonden hulp is een vorm van ontwikkelingssamenwerking waarbij het land dat hulp ontvangt verplicht is om goederen en diensten af te nemen in het land dat de hulp biedt. Het land dat hulp biedt aan een ontwikkelingsland wordt donorland genoemd. Gebonden hulp heeft als uitgangspunt 'help you, help me'.
: Een land dat gebonden (ontwikkelings)hulp ontvangt van een ander land, moet dit geld uitgeven in het land, waarvan het de hulp heeft ontvangen. Aan ongebonden (ontwikkelings)hulp zitten geen of minder voorwaarden.
: Noodhulp of humanitaire hulp is hulp aan slachtoffers van natuurrampen of gewapende conflicten. Het primaire doel van noodhulp is het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het bewaren en beschermen van menselijke waardigheid.
 
; 10. Human Development Index
: De index van de menselijke ontwikkeling (ontwikkelingsindex), VN-index (welzijnsindex) of Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied.
 
; 11. Humanitaire hulp
: Noodhulp of humanitaire hulp is hulp aan slachtoffers van natuurrampen of gewapende conflicten. Het primaire doel van noodhulp is het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het bewaren en beschermen van menselijke waardigheid.
 
; 12. Machtsevenwicht
: Machtsevenwicht is het politieke en veelal ook militaire evenwicht tussen twee of meer machtige staten. De mate van militair evenwicht wordt aangeduid als militaire balans.
 
; 13. Mensenrechten
: De rechten van de mens of mensenrechten omvatten rechten waarop iedereen aanspraak kan maken, ongeacht herkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken. Voorbeelden zijn het recht op vrije meningsuiting, het recht op leven, het recht op bescherming tegen marteling en het zelfbeschikkingsrecht.
 
; 14. Microkrediet
: Microkrediet is een onderdeel van het groter omvattende begrip microfinanciering.
 
; 15. Middenklasse
: De middenklasse is een sociale klasse, die bestaat uit personen die niet (meer) met hun handen (hoeven) werken.
 
; 16. Millenniumdoelen
: De millenniumdoelstellingen, Verenigde Naties Millennium Development Goals, richten zich op het uitbannen van wereldwijde armoede. Regeringsleiders van 189 landen hebben in september 2000 de United Nations Millennium Declaration ondertekend. Daarmee verbinden zij zich aan het behalen van de doelstellingen.
 
; 17. Modernisering
: Het begrip modernisering verwijst in eerste instantie naar het geheel van samenhangende maatschappelijke veranderingen die vanaf de industriële revolutie hebben plaatsgevonden.
 
; 18. Ontwikkeling,-land, -hulp, -beleid
: Een ontwikkelingsland is veelal een land dat (nog) geen hoge graad van industrialisatie bereikt heeft in verhouding tot ontwikkelde landen. Het beschikt hierdoor over een relatief grote landbouwsector, een kleine dienstensector, een lage levensstandaard alsook een laag bruto nationaal product.
: Van oudsher spreekt men van ontwikkelingshulp, maar in de jaren zeventig van de 20e eeuw werd de term ontwikkelingssamenwerking geïntroduceerd. Daarmee drukken donoren uit dat zij ontvangende landen en organisaties als gelijkwaardige partners beschouwen.
: Het ontwikkelingsbeleid is een van de belangrijkste onderdelen van het buitenlands beleid van de Europese Unie. Sinds haar oprichting ondersteunt de EU partnerregio's in hun ontwikkeling. De EU heeft haar oorspronkelijke focus op de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) geleidelijk uitgebreid en werkt nu samen met zo'n 160 landen overal ter wereld.
 
; 19. Schuld; -landen, verlichting
: De staatsschuld of overheidsschuld omvat het totaal van de schulden van de centrale overheid, de niet-centrale overheden (provincies, waterschappen, gemeenten) en de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen. Formeel is de tweede naam juister dan de eerste, daar de staatsschuld officieel een naam is voor alleen de brutoschuld van het Rijk.
: De betekenis van schuldverlichting is: afspraken waarbij door een of meerdere crediteuren aan een of meerdere debiteurenlanden uitstel of afstel van rentebetalingen en aflossing van schulden wordt verleend.
 
; 20. Stabiliteits- en Groeipact
: In het Stabiliteits- en groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
: Regeringen maakten al in het Verdrag van Maastricht afspraken over een maximaal begrotingstekort van 3% van het bbp en een maximale overheidsschuld van 60% van het bbp. In het Stabiliteitspact werden die afspraken nader ingevuld en werd afgesproken wat moet gebeuren als landen toch een hoger tekort hebben.
 
; 21. Structurele aanpassingsprogramma’s
: In de jaren 70 zet de schuldencrisis de Wereldbank aan tot een nieuwe koers. Veel arme landen kunnen hun schuldenlast niet meer opbrengen. De Wereldbank introduceert daarop structurele aanpassingsprogramma’s. Zij eist onder meer dat ontwikkelingslanden hun munt devalueren, hun markten openstellen en zich richten op export. Voorts moeten overheden bezuinigen op uitgaven voor sociale voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg. De structurele aanpassingsprogramma’s zullen de agenda van de Wereldbank en het IMF twee decennia domineren.
 
; 22. Structurele hulp
: Structurele hulp is hulp aan ontwikkelingslanden die gericht is op verbetering van de productiestructuur.
 
; 23. Subsidiariteitsbeginsel
: Het subsidiariteitsbeginsel of subsidiariteitsprincipe is een organisatiewijze of regel in taakverdeling tussen 'hogere' en 'lagere' openbare overheden. Het houdt in algemene zin in dat hogere instanties niet iets moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld.
 
; 24. Terrorisme
: Terrorisme (van het Latijnse terror, paniek) is het zonder wettige grond plegen van ernstig geweld, of ernstige dreiging daarmee, met een politiek doel. In de meeste opvattingen over wat terrorisme is, moet het om illegaal geweld gaan, doorgaans gekoppeld aan burgers als slachtoffers.
 
; 25. Urbanisatie/verstedelijking
: Verstedelijking of urbanisatie is de geleidelijke uitbreiding van intensief bewoonde gebieden, als gevolg van bevolkingsgroei en veranderingen in het levenspatroon van de bevolking. De mate van verstedelijking wordt uitgedrukt in de urbanisatiegraad.
 
=== Beleid: regels, effecten en dilemma’s ===
 
; Bilateraal
: De belangrijkste rechtsbron van het volkenrecht is het verdrag. Een verdrag is een overeenkomst tussen staten. Daarin worden wederzijds rechten en plichten vastgelegd. Verdragen zijn te onderscheiden naar het aantal daaraan deelnemende landen.
 
; Convergentie
: De convergentietheorie is voornamelijk geformuleerd door de Nederlandse econoom Jan Tinbergen. Tinbergen voorspelde dat het Russische communisme en het Amerikaanse kapitalisme steeds meer naar elkaar zouden toegroeien, meer bepaald naar een Europees model van gecorrigeerde markteconomie.
 
; Democratisch tekort
: Een democratisch tekort of democratisch deficit ontstaat wanneer ogenschijnlijk democratische organisaties of instellingen in feite tekortschieten bij de vervulling van wat ze verondersteld worden te doen voor (het respecteren van) de beginselen van de democratie.[1] Voorbeelden zijn de aanwezigheid van kiesdrempels, bijzondere meerderheden, een grote invloed van lobbygroepen, het onvoldoende doorwegen van de stem van het parlement in beslissingen of het niet voldoende rekening houden met de uitslag van een referendum.
 
; Gekwalificeerde meerderheid
: Een gekwalificeerde meerderheid is een meerderheid die in een stemprocedure pas doorslaggevend is wanneer ze voldoet aan aanvullende voorwaarden. Ze wordt vereist wanneer niet kan worden volstaan met een gewone meerderheid (meer vóór- dan tegenstemmen) of een absolute meerderheid (ten minste de helft plus een half van een relevant aantal stemmen) om tot een bepaalde beslissing te komen of om een voorstel al of niet aan te nemen.
 
; 5. Genocide
: Genocide (of volkerenmoord) is een misdrijf in het internationale recht dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Resolutie 96(1) omschreven werd als 'de ontzegging van het recht van bestaan van een gehele menselijke groep.'
: In april 1994 kwamen bij de genocide in Rwanda 800.000 Hutu's en Tutsi's om het leven. Datzelfde jaar werden de verantwoordelijken voor die misdaad voor het 'Internationaal Straftribunaal voor Rwanda' gebracht. Ook andere genocidemisdadigers stonden intussen terecht.
 
; Good governance
: Good governance is an indeterminate term used in the international development literature to describe how public institutions conduct public affairs and manage public resources. Governance is "the process of decision-making and the process by which decisions are implemented (or not implemented)". The term governance can apply to corporate, international, national, local governance[1] or to the interactions between other sectors of society.
 
; Idealisme (constructivisme)
: Belicht zowel de veranderende normen omtrent soevereiniteit, mensenrechten en internationaal recht als de toegenomen potentie van religieuze ideeën binnen de politiek.
: Benadrukt dat een consensus over waarden een solide fundament is voor een stabiele politiek. Het idealisme ziet ook in dat het bereiken van een consensus niet gemakkelijk zal zijn en kan leiden tot conflict onder verschillende groepen binnen de samenleving.
 
; Imperialisme
: Imperialisme is het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. Het overnemen gebeurt niet, zoals bij kolonialisme, alleen om de economische redenen.
 
; Integratie
: Integratie is het socialisatieproces van acculturatie waarbij leden van een niet-dominante groep zich mengen met de dominante groep, maar daarnaast contact onderhouden met de andere leden van de eigen groep. Er is dus een hoge graad van zowel cultuurbehoud en participatie met de eigen groep (ingroup), als van participatie met en aanpassing aan de andere groep (outgroup).
: Europese integratie, ook wel Europese eenwording of Europese eenmaking, is het eenwordingsproces van Europese landen. Dit wordt tegenwoordig vooral geleid door de Raad van Europa en de Europese Unie.
 
; Kolonialisme
: Kolonialisme is de benaming voor een systeem waarin staten eigen koloniën hebben.
: Bij kolonisatie is er sprake van uitbreiding van het grondgebied van een soevereine staat. Afhankelijk van de houding van de kolonisator werd er over de inheemse bevolking beslist, werd deze verplaatst of zelfs uitgeroeid. Deze term heeft zodoende een negatieve bijklank gekregen.
 
; Multilateraal
: Een specifiek samenwerkingsverband kan bestaan uit twee partners (bilateraal) of meer dan twee partners (multilateraal). Beide modellen hebben hun voordelen. Een bilateraal samenwerkingsverband geeft de mogelijkheid om alle modaliteiten en afspraken perfect af te stemmen op de noden van de twee betrokken partners, terwijl in een multilateraal model wellicht meer compromissen nodig zullen zijn. Een multilateraal model, of netwerk in de eigenlijke betekenis van het woord, geeft in principe veel meer mogelijkheden. De input van de ene partner moet niet één-op-één afgewogen worden tegen een tegenprestatie van één bepaalde andere partner, maar kan tegen de meerwaarde van het gehele netwerk afgezet worden. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de uitwisseling van studenten binnen een consortium, of van consortium tot consortium. De reciprociteit moet dan niet tussen elke twee partners bilateraal afgemeten worden, maar op het niveau van het consortium, wat een veel grotere mate van flexibiliteit oplevert.
 
; Protectionisme
: Protectionisme is een stelsel van maatregelen van de overheid waarbij getracht wordt bescherming te bieden aan binnenlandse landbouw, producenten en industrieën.
 
; Realisme
: De basisstellingen van de theorie zijn: de staat is de belangrijkste actor in de internationale betrekkingen; de staat is een unitaire actor; de staat is een rationele actor die naar maximalisatie van zijn eigenbelang streeft; veiligheid is het belangrijkste thema in de internationale betrekkingen.
: https://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(internationale_betrekkingen)
 
; Richtlijn
: Een Europese richtlijn is een wetgevend instrument van de Europese Unie.
 
; Veiligheidsdilemma
: Het veiligheidsdilemma is een concept uit de internationale betrekkingen. Omdat staten in onzekerheid verkeren over elkaars motieven weten ze niet of hun veiligheid al dan niet in gevaar is. Ze willen in staat zijn zichzelf te verdedigen indien nodig en er ontstaat een wapenwedloop.
 
; Vredesmissie
: Een vredesoperatie of vredesmacht is een leger en/of een diplomatieke missie, die speciaal is ontworpen om de vrede te herstellen en te behouden in bepaalde gebieden waar zich een gewapend conflict afspeelt. Deze worden meestal door de Verenigde Naties georganiseerd, maar ook andere internationale organisaties, zoals het GOS, de ECOWAS en de OCSE, organiseren zulke vredesoperaties. De burger-waarnemers van deze vredesmacht dragen witte kledij met daarop duidelijk de afkorting "UN", van United Nations, in het zwart. De militairen van de vredesmacht dragen hun nationale uniformen, maar hun muts of helm heeft de lichtblauwe kleur van de VN vlag, met daarop een VN insigne of de afkorting "UN" in het wit. Vandaar dat men spreekt over blauwmutsen of blauwhelmen. Soms zie je ook wel troepen uit bijvoorbeeld India met een lichtblauwe tulband. De burger- en/of militaire voertuigen zijn allemaal in een helle witte kleur met daarop ook duidelijk de zwarte afkorting "UN". Meestal is er op de voertuigen ook een VN vlag bevestigd.
 
=== Sociale en economische orde ===
 
; Divergentie
: Het uiteenlopen van opvattingen of Persoonlijkheden, die eerst vrij goed samenpasten, tot verschillen die moeilijk te overbruggen lijken.
: Voorbeelden - Het uit elkaar groeien van huwelijkspartners, medewerkers die in het begin zeer eensgezind waren en later uiteenlopende opvattingen beginnen te krijgen.
; Euro, -zone
: In 1992 werd in Maastricht besloten tot invoering van de euro. Hierbij zou de waarde van 1 euro gelijk zijn aan 1 ECU (European Currency Unit oftewel 'Europese rekeneenheid'). Sinds 4 januari 1999 worden de koersen van aandelen, obligaties en opties aan de beurs in euro's weergegeven. De munten en bankbiljetten werden op 1 januari 2002 gelijktijdig ingevoerd in 12 landen van de Europese Unie, alsmede in Monaco, San Marino en Vaticaanstad, tijdens de grootste monetaire omwisselingsoperatie aller tijden.
: De eurozone (of eurosysteem, eurolanden, eurogebied) is de verzamelnaam voor de landen van de Europese Unie die de euro als munt hebben. De Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor het monetair beleid binnen de eurozone.
 
; Globalisering/mondialisering
: Mondialisering (ook wel globalisering genoemd) is een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, met als centraal kenmerk een wereldwijde arbeidsdeling, waarbij productielijnen over de wereld worden gespreid die gedreven worden door de informatie- en communicatietechnologie en door internationale handel. Mondialisering wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur.
 
; Informele sector
: Onder informele economie (=verborgen economie) verstaat men de wettelijke en onwettelijke economische activiteiten die niet in de officiële cijfers tot uitdrukking komen doordat ze niet worden waargenomen door de instellingen die de nationale rekeningen opstellen, namelijk het CBS in Nederland en het Instituut voor de Nationale Rekeningen in België. De term wordt vooral geassocieerd met de derde wereld, waar in veel landen meer dan de helft van de bevolking werkzaam is in de informele sector. Dat neemt niet weg dat ook in ontwikkelde landen vele informele economische activiteiten plaatsvinden.
 
; Interne markt
: Een gemeenschappelijke markt, ook wel interne markt genoemd, is een vorm van economische integratie. Het is een gebied zonder economische binnengrenzen en met een gemeenschappelijke buitengrens (douane-unie) waarbinnen productiefactoren (goederen, personen, diensten en kapitaal) zich vrijelijk kunnen bewegen. Het is de vierde stap in economische integratie, verder gaand dan een douane-unie maar minder vergaand dan een muntunie. De Europese interne markt is een voorbeeld van een gemeenschappelijke markt.
 
; Kredietcrisis
: De kredietcrisis is de aanduiding voor de crisis op de financiële markten die in de zomer van 2007 ontstond, in het najaar van 2008 een hoogtepunt bereikte en eerst in de loop van 2011 afliep.
 
; Monetair beleid, -integratie
: Onder monetair beleid of monetaire politiek verstaat men het geheel van maatregelen die een Centrale Bank kan nemen om de waarde van de eigen valuta stabiel te houden.
: Elke lidstaat van de Europese Unie is lid van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Deze monetaire unie streeft naar een optimale integratie van de nationale economieën, zodat economische groei en welvaart gestimuleerd worden.
 
; Ruilvoet; -verhouding
: Internationaal - Het gemiddeld exportprijspeil gedeeld door het gemiddeld importprijspeil. Een ruilvoetverbetering ontstaat door een stijging van het gemiddeld exportprijspeil ten opzichte van het gemiddeld importprijspeil. Gebeurt het omgekeerde, dan is sprake van een ruilvoetverslechtering. (Schöndorff c.s.).
 
; Washington consensus
: De Washington Consensus is een term voor het eerst gebruikt door John Williamson in 1989 om een relatief specifieke set van tien beleidsprescripties aan te duiden die samen volgens hem het standaard hervormingspakket vormden voor landen getroffen door een economische crisis zoals het werd gepromoot door de in Washington, D.C gevestigde instituten zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en het Amerikaanse Ministerie van Financiën.
 
; Welvaart, - cijfer, -kloof
: Welvaart is de mate waarin de behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd. Het is een kwalitatieve maatstaf. Men spreekt ook wel van welvaart in ruime zin.
: De welvaartskloof gaat over het verschil in welvaart tussen arm en rijk. Dat kan zijn binnen een land, maar ook een kloof tussen stad en platteland, tussen regiaoś landen of wereldelen.
 
=== Theorieën, visies en beeldvorming ===
 
; Centrum-periferie [Friedman]
: Het kerngebied is dominant; daar worden de besluiten genomen en is de economische en politieke macht gevestigd. Op mondiaal niveau wordt de relatie westerse rijke gebieden en de armere ontwikkelingslanden ook aangeduid als een centrum-periferie verhouding.
: http://www.schooltv.nl/video/centrum-en-periferie-de-relatie-tussen-het-westen-en-ontwikkelingslanden/
 
; Dependenciatheorie
: Dependencia (Spaans: afhankelijkheid) is de ongelijkwaardige politieke en economische relatie tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden. De theorie hierachter is ontwikkeld in de studie van de ontwikkeling van Latijns-Amerika, dat ondanks de financiële en technische steun uit het rijke noorden achterbleef bij de verwachtingen. Zoals bij andere centrum–periferiemodellen ligt de nadruk op externe factoren die bijdragen aan de achterstand. In deze modellen wordt gewezen op de quasi-koloniale verhoudingen die nog bestaan waarbij het rijke centrum arbeid en grondstoffen onttrekt aan de arme periferie.
 
; IB-theorieën; (neo)realisme, idealisme, (neo)liberalisme
: De basisstellingen van de theorie zijn: de staat is de belangrijkste actor in de internationale betrekkingen; de staat is een unitaire actor; de staat is een rationele actor die naar maximalisatie van zijn eigenbelang streeft; veiligheid is het belangrijkste thema in de internationale betrekkingen.
: https://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(internationale_betrekkingen)
: Het neorealisme betreft een theoretisch wat grondiger uitwerking van de klassieke realistische visie dat het internationale statensysteem wordt gekenmerkt door anarchie en dat staten hierbinnen proberen te overleven door zo veel mogelijk macht te verwerven.
: Het idealisme belicht zowel de veranderende normen omtrent soevereiniteit, mensenrechten en internationaal recht als de toegenomen potentie van religieuze ideeën binnen de politiek.
: Het idealisme benadrukt dat een consensus over waarden een solide fundament is voor een stabiele politiek. Het idealisme ziet ook in dat het bereiken van een consensus niet gemakkelijk zal zijn en kan leiden tot conflict onder verschillende groepen binnen de samenleving.
: Het liberalisme benadrukt de groei van het aantal democratieën en hoe de ontwikkeling van een democratie in sommige gevallen nogal chaotisch kan verlopen.
: Het liberalisme Belicht het coöperatieve potentiaal van oude lang gevestigde democratieën. Dit potentieel wordt vooral ten volste benut als men samenwerkt met effectieve instituties. Als keerzijde stelt het liberalisme dat gevestigde democratieën nogal de hardnekkige neiging hebben om ondemocratische landen te democratiseren. Vaak leidt inmenging (door o.a. het beginnen van een oorlog om een dictator af te zetten) tot chaos en geweld.
 
; Stages of economic growth [Rostow]
: Walt Whitman Rostow, ook bekend als Walt Rostow of W.W. Rostow (7 oktober 1916 – 13 februari 2003) was een Amerikaanse economisch-historicus, auteur van invloedrijk boek The stages of economic growth; a non-communist manifesto (1960). Kern van zijn fasentheorie is dat ieder land eenzelfde ontwikkeling zal doormaken, alleen sommige landen wat eerder dan andere. Daarmee de suggestie aan ontwikkelingslanden om tijdens de Koude Oorlog bij het Westerse blok te blijven, dan zal de welvaart vanzelf komen. In tegenstelling tot centrum-periferie modellen zoals de wereld-systeemtheorie van Wallerstein.
 
; Unbalanced growth [Hirschmann]
: Albert Otto Hirschman (born Otto-Albert Hirschmann; April 7, 1915 – December 10, 2012) was an influential economist and the author of several books on political economy and political ideology. His first major contribution was in the area of development economics. Here he emphasized the need for unbalanced growth. Because developing countries are short of decision making skills, he argued that disequilibria should be encouraged to stimulate growth and help mobilize resources. Key to this was encouraging industries with a large number of linkages to other firms.
 
; Wereldsysteemtheorie [Wallerstein]
: De wereld-systeemtheorie of wereld-systeemanalyse is een theoretisch raamwerk in de internationale betrekkingen en de sociologie, voornamelijk ontwikkeld door Immanuel Wallerstein. De wereld-systeemtheorie bestudeert de structuur en evolutie van de kapitalistische wereld-economie. Een belangrijk thema is hierbij de wereldwijde arbeidsdeling: de verdeling van staten in leveranciers van grondstoffen, leveranciers van arbeidskracht, goederenproducenten, enzovoorts.
 
=== Maatschappelijke veranderingen en internationale vergelijking ===
 
; 1. BRIC-landen
: BRIC is een acroniem uit de economie dat verwijst naar de landen Brazilië, Rusland, India en China, landen die zich in een vergelijkbaar stadium van economische ontwikkeling bevinden. Er wordt naar verwezen als "de BRICs", "de BRIC-landen" of de "Grote Vier".
 
; 2. Dekolonisatie
: Dekolonisatie is het proces waarbij kolonies zelfstandig worden van een moederland. De term wordt vooral gebruikt voor het proces waarbij niet-Europese koloniën van Europese koloniale mogendheden onafhankelijk werden.
 
; 3. Democratisering
: Democratisering is het vergroten van inspraak en medezeggenschap in een organisatie, meer specifiek in het bestuur van een overheid. Het is hierbij het proces om van een autoritaire samenleving te komen tot een democratie.
: In bredere zin is het een vergroting van het aantal mensen dat toegang heeft tot bepaalde middelen of ideeën, zoals de democratisering van kennis of de economie, waar deze eerder beperkt waren tot een bepaalde elite.
 
; 4. EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
: Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is een Europees verdrag waarin mensen- en burgerrechten voor alle inwoners van de verdragsluitende staten zijn geregeld. Het verdrag is opgesteld in 1950 in navolging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Sindsdien is het uitgebreid met 14 protocollen. Het EVRM verbiedt onder andere het opleggen van de doodstraf (althans, in het zesde Protocol). Het toezicht op de naleving van het EVRM ligt bij de Raad van Europa.
 
; Internationalisering
: Internationalisering is het proces waarbij betrekkingen over steeds grotere afstanden worden aangegaan en zo over de landsgrenzen heen reiken. Dit is een gevolg van zowel mondialisering als regionalisering. Dit heeft tot gevolg dat nationale overheden bij hun beleid gebonden zijn aan internationale afspraken en ontwikkelingen en minder greep hebben op de nationale economie.
 
; Koude Oorlog/Post Koude Oorlog
: De Koude Oorlog was een periode van gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld in de tweede helft van de 20e eeuw. Het kapitalistische westerse blok, inclusief Nederland, België en Suriname, werd geleid door de Verenigde Staten (VS). De communisten stonden voornamelijk onder leiding van de Sovjet-Unie (USSR), of waren verbonden met communistisch China. Voor het Westen werd ook wel de term "eerste wereld" gebruikt, terwijl de communistische wereld de "tweede wereld" was. Voor de landen die noch bij het kapitalistische, noch bij het communistische blok hoorden, werd de aanduiding "derde wereld" gebruikt, een begrip dat tegenwoordig voor ontwikkelingslanden gebruikt wordt.
: https://nl.wikipedia.org/wiki/Koude_Oorlog#Na_de_Koude_Oorlog
 
; Mensenrechten
: De rechten van de mens of mensenrechten omvatten rechten waarop iedereen aanspraak kan maken, ongeacht herkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken. Voorbeelden zijn het recht op vrije meningsuiting, het recht op leven, het recht op bescherming tegen marteling en het zelfbeschikkingsrecht.
 
{{sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.