Geschiedenis van de filosofie/Middeleeuwse filosofie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
lay-out |
red. links |
||
Regel 1:
{{Filosofie}}
[[Bestand:Plato Seneca Aristotle medieval.jpg|left|thumb|De erfenis van de antieke filosofie in de middeleeuwen: [[Plato]], [[
De '''middeleeuwse filosofie''' was sterk betrokken op de aard van God en de toepassing van Aristoteles' [[Filosofisch woordenboek/L|logica]] en denken inclusief allerlei aanvullingen hierop op elk gebied van het leven, iets dat beter bekend staat als de [[Filosofisch woordenboek/S|scholastiek]]. Vanaf ca. 1200 - de tijd waarin in West-Europa de eerste universiteiten ontstonden - werd de filosofie als discipline onderwezen, maar al eerder waren er belangrijke typisch middeleeuwse filosofen zoals [[
De meest gezaghebbende tekst waar de scholastiek zich op baseerde was de Openbaring uit de Bijbel. Een steeds terugkerend streven in deze tijd was om, zo mogelijk door logica alleen, het bestaan van God te bewijzen. De bedoeling van deze oefening was volgens mediëvisten als [[
Een van de eerste pogingen daartoe was het [[
Een ander belangrijk argument voor het bewijs van het bestaan van God is het [[Filosofisch woordenboek/O|ontologisch argument]], aangevoerd door [[
Tegenstanders van Gilson zien in de christelijke context waarin de middeleeuwse filosofie is ingebed juist een teloorgang van de klassieke filosofie, aangezien verstandelijk denken in feite geheel ondergeschikt werd gemaakt aan theologie.
Regel 13:
Het beeld dat Gilson van de Middeleeuwse filosofie geeft schiet op sommige punten duidelijk tekort. In de Middeleeuwen zelf werd de term "christelijke filosofie" ten eerste vrijwel nooit gebruikt, behalve met betrekking tot spirituele handelingen die in kloosters werden verricht. Verder had de filosofie van die tijd in werkelijkheid toch betrekking op meer dan alleen godsdienst; ook de logica, [[Filosofisch woordenboek#T|taalfilosofie]] en bepaalde onderwerpen uit de [[Filosofisch woordenboek#M|metafysica]] en [[Filosofisch woordenboek#E|ethiek]] kwamen aan bod.
Behalve Thomas van Aquino, zijn andere belangrijke figuren uit de middeleeuwse filosofie [[
De '''middeleeuwse filosofie''' is de periode uit de westerse filosofie gedurende de middeleeuwen, na de klassieke filosofie en voor de moderne filosofie. Het omvat ruwweg de periode tussen de 3de en 15de eeuw. Dit artikel gaat in hoofdzaak over de westerse filosofie. Islamitische en joodse filosofie uit deze periode worden apart behandeld, ook al is er zeker sprake van wederzijdse beïnvloeding en gemeenschappelijke bronnen.
== Algemeen ==
In de middeleeuwen was filosofie nauw verbonden met het christelijk denken en theologie in het bijzonder. Met [[Filosofisch woordenboek/P|Plotinus]] (3e eeuw) was de creatieve periode van de Griekse filosofie tot een einde gekomen. Een eeuw later zouden christelijke denkers als [[
== Het probleem van de periodisering ==
Een probleem waarmee historici steeds te maken krijgen, is om het onderling eens te geraken over het vastleggen van de grenzen van de grote tijdsperiodes. ''Wanneer beginnen de middeleeuwen, wanneer eindigen ze?'' De benaming middeleeuwen <ref>Het eerste gedocumenteerde gebruik van de term dateert van 1489 in de vorm 'media tempestas' (Robinson [1984], p. 748.) De meer gangbare vorm van ''medium aevum'' ontstond later.</ref> werd om te beginnen al gegeven door onderzoekers uit de renaissance, om de periode aan te duiden die viel tussen de val van het Romeinse rijk (4e, 5e eeuw) en de 15e eeuw. Ondanks dat het dus ging om een periode van meer dan duizend jaar, werd op deze ''middeleeuwen'' en de middeleeuwse filosofie neergekeken als een periode van verval die na de grote Griekse en Romeinse denkers volgde. Intussen is dat beeld wel wat genuanceerder geworden, en krijgen figuren als [[
== Het karakter van de middeleeuwse filosofie ==
Regel 31:
:(Vertaling): «"Hier is het recept om middeleeuwse filosofie te bereiden: combineer de klassieke heidense filosofie – vooral Grieks maar ook de Romeinse versie ervan – met de nieuwe christelijke religie. Breng het op smaak met het joodse en islamitische intellectuele erfgoed. Goed roeren en laten sudderen gedurende 1300 jaar of meer, tot het klaar is."»
Middeleeuwse filosofie is in hoofdzaak [[
::In het algemeen zijn er '''drie kenmerken die het middeleeuwse denken karakteriseren:'''
# Het gebruik van [[
# De eerbied voor de inzichten van de oude filosofen, in het bijzonder voor [[Filosofisch woordenboek/A|Aristoteles]] en [[Plato]], al was de invloed van de eerste tot ongeveer de 12e eeuw beperkt tot de invloed die via de neoplatonisten de middeleeuwen bereikte en werd Aristoteles zelf eigenlijk niet gelezen. Daarbij kwam een groot ontzag voor hun autoriteit: het principe van ''auctoritas''.
# De taak om de inzichten van de filosofie in overeenstemming te brengen met de theologische leringen: het principe van ''concordia''. Dit laatste was het belangrijkste. In vorm volgde het de klassieke [[
== Overlevering van teksten ==
De middeleeuwse filosofie is zoals gezegd een soort symbiose aangegaan met de antieke Griekse filosofie. Langs welke kanalen en door welke personen zijn deze teksten van Plato, Aristoteles en zovele anderen eeuwen later overgeleverd aan de kerkvaders en hun navolgers?
# [[
# De neoplatoonse filosofie bereikte de middeleeuwen dankzij ''Griekse kerkvaders'', met name [[
# Vanaf de twaalfde eeuw kwamen alle teksten van Aristoteles beschikbaar in Latijnse vertaling<ref>In
# De vertaling van de Arabische teksten – in de 12e en 13e eeuw - van onder meer Avicenna (980–1037)<ref> Avicenna reikte de middeleeuwse filosofen belangrijke commentaren aan op de metafysica van Aristoteles</ref> en Averroes (1126–98) <ref>In de middeleeuwen werd Averroes beschouwd als de beste commentator van de teksten van Aristoteles</ref> bracht samen met de vertaling van Griekse auteurs een ware kennisexplosie teweeg in West-Europa.
== Kritiek op de middeleeuwse filosofie ==
Vanaf de 16e en vooral de 17e eeuw verloor de scholastiek als filosofische methode veel terrein ten voordele van de methode van experimentele waarneming van de fysieke werkelijkheid. Met name de zaak
De kritiek op de scholastiek bereikte haar hoogtepunt in de 19e eeuw, toen [[
De filosofie van Aristoteles werd verworpen op grond van twee redenen:
# Het [[
# Het principe van
In Frankrijk zou Aristoteles zelfs uit de schoolboeken over filosofie en geschiedenis van de wetenschappen verdwijnen tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Regel 59:
=== Patristiek filosofen ===
Een aantal van de zogenaamde ''[[
Op chronologische volgorde:
===== Klassieke oudheid =====
*
*
*
*
===== Vroege middeleeuwen =====
*
*
=== Scholastieke filosofen ===
Pas midden dertiende eeuw waren de meeste teksten van Aristoteles en andere schrijvers en filosofen uit de oudheid in het Latijn vertaald, onder
===== Vroege middeleeuwen =====
*
===== Hoge middeleeuwen =====
*
*
*
===== Late middeleeuwen =====
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
== Zie ook ==
|