Antwerps/Les 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Lidwoorden: nog een foutje
Regel 113:
| || ze (z') || (ze) || ||
|}
In de 2de persoon meervoud gebruikt men normaal geen aanvoeglijk voornaamdwoordvoornaamwoord, tenzij men 'ge' als onderwerp heeft, bij 'het' en 'u' nooit.
 
Nu we dit allemaal kennen kunnen we eindelijk overgaan tot de vervoeging. Die is zoals men ziet stukken ingewikkelder dan in het Nederlands.
Regel 148:
| '''ze''' || ze ''zèn'' || ze ''zèn'' zij
|}
Let erop dat de persoonlijke voornaamworden op -ij slechts zelden een aanvoegend voornaamwoord hebben als ze beklemttondbeklemtoond zijn, in normaal gebruik wel.
 
Als het onderwerp en het werkwoord van plaats verwisselen noemt dat '''inversie'''. Inversie komt voor in vraagzinnen ''(Gaat hij?)'' en na tijdbepaling ''(Als hij zin heeft, dan gaat hij)''. Bij inversie in het Antwerps neemt het onderwerp de positie en vorm in van het aanvoegend voornaamwoord, en het werkwoord wordt ook zo vervoegd:
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.