Maatschappijleer/Het leesgedrag van Nederlanders: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 132:
<i>Waarom deze ICT-vorm?</i><br />
Doordat de opdracht stapsgewijs en gestructureerd is vormgegeven en de vragen compact en gericht zijn, hebben leerlingen houvast aan dit raamwerk bij het beschouwen van op zichzelf lastige en droge materie. Het gebruik van de pc helpt bij het gericht zoeken en de grafieken letterlijk online terug te vinden.
Deze manier van kaderen kan als een vorm van <i>scaffolding</i> worden beschouwd. Een stijger biedt steun, heeft de functie van een gereedschap en stelt de gebruiker in staat dingen te doen die anders niet lukken [https://nl.wikibooks.org/wiki/Maatschappijleer/Het_leesgedrag_van_Nederlanders#Bijlagen_en_bronnen (Wood, Bruner & Ross, 1976)]. Primair moet de leerkracht natuurlijk voldoende sturing, motivatie en begeleiding bieden, maar deze wordt door de heldere structuur ook voor een deel overgenomen.
Het idee is dat de [https://nl.wikibooks.org/wiki/Maatschappijleer/Het_leesgedrag_van_Nederlanders/Bijlage_1:_vier_kaarten_met_bron_en_vragen gegeven grafieken] met gerichte vragen voldoende structuur bieden en uitnodigen tot onderzoek. De grafiek is een representatie van een aantal waarden, concepten en principes die die al onderzoekend steeds meer invulling krijgen. Dit wordt door Bruner omschreven als <i>guided discovery</i> [https://nl.wikibooks.org/wiki/Maatschappijleer/Het_leesgedrag_van_Nederlanders#Bijlagen_en_bronnen (Van der Veen & Van der Wal, 2008, p. 82)]. Door dit op een pc te doen (en niet via een boek, reader of losse teksten) kan de leerling sneller en gerichter zoeken. Wel bestaat natuurlijk het gevaar dat de leerling op een zijspoor belandt. Daarom moeten de vragen gericht zijn en de leerling redelijk bekend zijn met de zoekfunctie op de pc.
Het gebruik van ICT in dit deel van de werkvorm bedoeld om efficient kennis te vergaren zodat dit gebruikt kan worden voor de uitwisseling tussen leerlingen die daarna plaatsvindt (het eigenlijke leren). Het gebruik van de pc is hier geen doel op zich maar een middel. Aleid Truijens - redacteur en columniste voor de Volkskrant - stelt in haar essay <i>Kennis zit niet meer in de hersenen</i> dat we jonge mensen geen tijdgebonden technieken moeten meegeven, maar moeten werktuigen bieden waarmee ze de wereld kunnen leren begrijpen: kennis, kritisch nadenken, problemen analyseren maar ook creativiteit. [https://nl.wikibooks.org/wiki/Maatschappijleer/Het_leesgedrag_van_Nederlanders#Bijlagen_en_bronnen (Verbrugge & Baardewijk, 2017, p. 91)]. In de werkvorm zit qua tijd veel aandacht in het opzoeken en verwerken van informatie. Maar dit leidt ertoe dat de leerlingen uiteindelijk op grond van cijfers gericht naar de probleemstelling kunnen kijken. Waar het uiteindelijk om gaat.
| |||