Sociale geschiedenis van de late middeleeuwen/Religie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vangelis (overleg | bijdragen)
k Vangelis heeft de pagina Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Religie hernoemd naar Sociale geschiedenis van de late middeleeuwen/Religie zonder een doorverwijzing achter te laten: kleine m
QZandenBot (overleg | bijdragen)
k M -> m met AWB
Regel 1:
{{Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwenmiddeleeuwen}}
 
<big>'''9. Religie'''</big>
 
==Zich terugtrekken==
Niet alleen [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwenmiddeleeuwen/Leefgemeenschappen#Kartuizers|kartuizers]] en [[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwenmiddeleeuwen/Opkomst van het individu#Kloosterlingen en kluizenaars|kluizenaars]] trokken zich uit de wereld terug. Ook de welgestelde laatmiddeleeuwse huisvader kon zich terugtrekken en wel in zijn [[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Gezinsleven#Eigen kamer van de man|eigen kamer]] of studiolo. Vaak was dat een achterkamer waarin schilders, [[w:humanisme|humanisten]] en vrome lieden hun gang konden gaan. [[w:Dante Alighieri|Dante]] kon in die kamer jammeren, [[w:Francesco Petrarca|Petrarca]] kon er de [[w:confessiones|confessiones]] van [[w:Augustinus van Hippo|Augustinus]] hardop in lezen, waarbij hij huilde, zijn handen wrong en zich op zijn voorhoofd sloeg zonder dat iemand anders dat zag. Anderen werkten in die kamertjes eenzaam aan hun zieleheil. De studioli raakten niet alleen in [[w:Toscane|Toscane]], maar ook ten noorden van de [[w:Alpen|Alpen]] ingeburgerd.
 
Petrarca trok zich ook nog terug door de [[w:Beklimming van de Mont Ventoux|Mont Ventoux]] te beklimmen. Sommigen konden zich terugtrekken in de "vesting der stilte" die iedereen in zich heeft. Door zich voor de wereld af te sluiten, kon men alleen zijn met [[w:Jezus (traditioneel-christelijk)|Christus]] temidden van alle anderen, hoewel dat niet voor iedereen was weggelegd. [[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwenmiddeleeuwen/Opkomst van het individu#Devotie|Introspectie]] werd echter in de vijftiende eeuw al door veel mensen beoefend.
 
==Zelfbeheersing==
Regel 12:
 
==Geheugen==
Tijdens de hele Middeleeuwenmiddeleeuwen hadden zowel de mannen als de vrouwen en zowel de armen als de rijken een sterk en nauwkeurig geheugen. Dat moest ook wel, want alleen een kleine elite kon schrijven en daarmee voorvallen, uitspraken, gebeden en liederen vastleggen: de anderen moesten dat allemaal onthouden.
 
Men herinnerde zich bijna alles wat was overgeleverd van het leven van de (acht!) overgrootouders. Uit het eigen leven herinnerde men zich voorvallen van 25 jaar of langer geleden. Vaak herinnerde men zich zelfs de precieze woorden die iemand gesproken had, zo blijkt uit processtukken van de [[Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Rechtsgang|inquisitie]].
Regel 26:
Wat hielp bij de meditatie was het almaar herhalen van bepaalde formules en het monotone en roesverwekkende murmelen van gebeden, zoals aanbevolen door het [[w:Concilies van Lateranen#Vierde Lateraans concilie|vierde Lateraanse concilie]] van 1215. De parelketting, de voorloper van de [[w:rozenkrans|rozenkrans]], bestond al in de vierde eeuw. In het begin van de vijftiende eeuw begon men reeksen van telkens tien Ave Maria's ("[[w:weesgegroet|weesgegroetjes]]") en een paternoster ("[[w:Onzevader|Onzevader]]") te bidden waarbij elke parel van de ketting voor een gebed stond. De meditatie zou zodoende besloten raken in de parelketting want de gedachten mochten niet afdwalen of zelfs verdwalen. Rond 1500 werd de rozenkrans populair.
 
Met dit [[w:ascese|ascetisme]] op grond van het eindeloos herhalen van automatisch uitgevoerde handelingen of formules, werd op het einde van de Middeleeuwenmiddeleeuwen vaak de spot gedreven. Het werd een tot in het absurde doorgedreven ritueel genoemd net als het feit dat sommigen per testament regelden dat er na hun dood tot wel 1000 missen gelezen moesten worden (en daarvoor ook vooruit betaalden).
 
Men telde de 5500 wonden van Christus, men telde de 1000 stappen die hij deed toen hij zijn kruis droeg. Vooral de bedelmonniken maar ook rijke particulieren begonnen zo veel mogelijk [[w:relikwie|relikwieën]] te sparen, men droeg altijd een rozenkrans en vrome afbeeldingen bij zich want deze voorwerpen konden als middelaar tussen God en de mens dienen. Al rond 1300 was er een grote [[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwenmiddeleeuwen/Opkomst van het individu#Devotie|devotie]] onder de mensen gekomen.
 
===Afbeeldingen===
Regel 35:
Zo was er een blad in omloop dat was bedrukt met de afbeelding van [[w:Onze-Lieve-Vrouw van Smarten|Maria van smarten]], bedroefd peinzend over het leven van Christus en omgeven door korte stukjes tekst en tekens. Deze tekens waren een soort [[w:idiogram|idiogrammen]] of [[w:rebus|rebussen]] die gebeurtenissen uit het leven van Christus kernachtig samenvatten. Door de afbeeldingen, teksten en tekens als leidraad te gebruiken, kon men al deze gebeurtenissen uit het leven van Christus door zijn hart laten gaan en daardoor gevoelens van vroomheid ervaren.
 
Onder de koorstoelen van monniken heeft men later van alles gevonden: spelden, messen, [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwenmiddeleeuwen/Ziekte en dood, artsen en magie#Brillen|brillen]] met houten of leren monturen, relikwieën zoals: in loden vormen geperste stukjes papier, pakjes met botjes en restjes van zijde. Verder nog plaatjes die uit hun [[w:missaal|missalen]] en kleren gevallen waren. Deze afbeeldingen van Christus, [[w:Maria (moeder van Jezus)|Maria]] en de heiligen waren ingekleurde houtsnedes die niet de pretentie hadden om een kunstwerk te zijn, maar alleen dienden als hulp bij de meditatie. Veel mensen droegen dergelijke plaatjes bij zich.
 
Rond 1300 stopten de schilders en beeldhouwers ermee om Christus af te beelden als een koning en begon men hem af te beelden als een mens. Als zij hem aan het kruis hangend afbeeldden, beeldden zij zijn lijden uit. Als men mediteerde, probeerde men zich het lijden van Christus voor de geest te halen. Op veel van de plaatjes die mensen bij zich droegen, werden de instrumenten getoond waarmee hij gemarteld was: de zweep, de doornenkroon en de spijkers. Ook werden de vijf wonden en de gapende wond in zijn zijde getoond. De mediterende mens herleefde in tranen elke episode van het lijdensverhaal. Men aanschouwde het zweet en het bloed, de slagen in het gezicht, de striemen van de zweep, de bespotting en het spuwen, het inslaan van de spijkers, het oprichten van het kruis, de bittere spons waarmee de dorst gelest werd en de gruwelijke dood. Men probeerde innerlijk na te bootsen wat Christus had doorgemaakt.
Regel 42:
 
<gallery>
FileBestand:Hubert van Eyck 001.jpg|[[w:Hubert van Eyck|Hubert van Eyck]], 1430
FileBestand:Van-der-Weyden-Pieta.jpg|[[w:Rogier van der Weyden|Rogier van der Weyden]], 1450
Bestand:El_DescendimientoEl Descendimiento,_by_Rogier_van_der_Weyden by Rogier van der Weyden,_from_Prado_in_Google_Earth from Prado in Google Earth.jpg|Rogier van der Weyden, [[w:Kruisafneming (Rogier van der Weyden)|''Kruisafneming'']], 1435
FileBestand:Meister des Wiener Schottenaltares 001.jpg|[[w:de:Meister des Wiener Schottenaltars|Meester van het Weense "Schotten"altaar]], 1469
</gallery>
 
Regel 61:
 
==Mystieke vervoering==
De [[w:mystiek|mystiek]] had op het einde van de Middeleeuwenmiddeleeuwen in heel Europa volgelingen. Mannen en vooral vrouwen probeerden hun eigen persoon te vergeten en hadden diep doorleefde ontmoetingen met God en het [[w:Hemel|hiernamaals]]. Helaas was het moeilijk om deze gevoelens van vervoering ([[w:de:Ekstase|extase]]) onder woorden te brengen. In de Duits sprekende wereld van de dertiende eeuw noemde men deze vervoering "Kunst": het werd gezien als iets dat je kon leren.
 
==Visioenen==
Regel 73:
 
<gallery>
FileBestand:Ghent Altarpiece D - Women.jpg|[[w:Jan van Eyck|Jan van Eyck]], detail altaar in [[w:Gent|Gent]], 1432
Bestand:Transfiguration Raphael.jpg|[[w:Rafaël Santi|Rafaël]], [[w:en:Transfiguration (Raphael)|transfiguratie]] (verheerlijking), 1519
FileBestand:Pietro Perugino cat48c.jpg|[[w:Pietro Perugino|Perugino]], hemelvaart van Christus, 1496-1500
</gallery>
 
Regel 85:
Sommige mensen hadden dromen en nachtmerries over onzichtbare spoken en doden. Er was in de literatuur al een oude traditie van schrijven over [[Sociale geschiedenis in de literatuur/Portret, droom en spiegel#De droom|voorspellende dromen]] die tevens vaak [[Sociale geschiedenis in de literatuur/Portret, droom en spiegel#De politieke droom|politieke dromen]] waren. Deze zeiden zo goed als niets over het intieme leven maar ze lieten wel zien hoe de mensen zich de geestenwereld voorstelden.
*Zo zag [[w:Karel IV van het Heilige Roomse Rijk|Karel IV]] in zijn droom een engel van God en vloog hij, hangend aan diens haar over uitgestrekte landschappen en ontwaakte uitgeput van al dat vliegen.
*Een graaf beschreef in zijn [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwenmiddeleeuwen/Literatuur#(Familie)kronieken|familiekroniek]] hoe hij gedroomd had dat hij in een woud verdwaalde en hoe er plotseling een man voor hem opdoemde. Omdat deze geheimzinnige man over God sprak, vertrouwde de graaf hem en ging achterop bij hem op zijn paard zitten. Ze kwamen bij een betoverd kasteel waarvan de zwijgende bewoners net deden alsof ze een eeuwig feest vierden. In een stank van zwavel en met veel gekrijs verdween dit alles en de geheimzinnige man toverde opeens de hel tevoorschijn. De graaf schrok hevig en realiseerde zich dat hij de eeuwige straf gezien had die zijn overleden oom moest ondergaan. Hij stichtte onmiddelijkonmiddellijk een kapel als boetedoening, maar zijn haren en zijn baard waren helemaal wit geworden.
*Een burger beschreef in zijn [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwenmiddeleeuwen/Literatuur#Autobiografie|autobiografie]] hoe hij in zijn droom twee ruiters volgde door een woud in [[w:Hongarije|Hongarije]]. De twee verdwenen bij het vallen van de nacht en hij stond voor een onheilspellend kasteel waar hij bedreigd werd door everzwijnen. Hij sloeg een [[w:kruisteken|kruis]] en riep God aan. Daarop verdween het kasteel en was er een weg waarover hij ontsnappen kon. Hij concludeerde dat de twee mannen die hij gevolgd had, spoken waren geweest.
 
==De duivel==
De kerk was na 1200 begonnen om de mensen doodsbang voor de duivel te maken<ref>Joseph Klaits, Servants of Satan.</ref><ref>Dresen Coenders, Het verbond van heks en duivel.</ref><ref>Keith Thomas, religion and the decline of magic.</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwenmiddeleeuwen/Kerk#Obsessie met de dood, 1100-1500|Obsessie met de dood, 1100-1500.]]</ref>. Men durfde hem niet eens met name te noemen. Overal en altijd loerden duivels op zoek naar prooi, zelfs op [[Sociale geschiedenis van de vroege Middeleeuwenmiddeleeuwen/Eigendom en omheining#Omheining|omheinde]] en bewaakte plaatsen.
 
Karel IV liet een anekdote uit zijn jeugd optekenen waarin de duivel te kennen gaf dat hij er was door een beker wijn over de vloer te gooien en het geluid van voetstappen na te doen. Anderen zagen zijn aanwezigheid in het plotseling rood aanlopen van iemands gezicht en in de hartkloppingen als men in paniek raakte. Verder had hij de hand in vroegtijdige veroudering, in [[w:en:Fatigue (medical)|lethargie]] en in [[w:hysterie|hysterie]].
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.