Latijn (scholierenversie)/Les 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 29:
== Stamgroepen ==
 
In het Nederlands eindigen bijna alle werkwoorden op ''-en'' (op enkele uitzonderingen na zoals de werkwoordenzijn: gaan, staan, zijn... enzovoorts), maar toch hebben we verschillende stamgroepen. Zo heb je bijvoorbeeld sterke en zwakke werkwoorden. Binnen de zwakke werkwoorden heb je zwakke werkwoorden op een ''-t'', waarvan de stam eindigt op een medeklinker uit '' 't kofschip'', en zwakke werkwoorden op een ''-d''. In het Latijn zijn er ook stamgroepen. Deze kunnen we verdelen in 4 groepen: de werkwoorden op ''-are'', ''-ére'', ''-ire'' en ''-ere'' (uitgesproken als ''-urre''). Dit zijn de '''a-stam''', de '''e-stam''', de '''i-stam''' en de '''mk-stam''' (medeklinkerstam, wordt later verder uitgelegd). Hiervoor gebruiken we vaste voorbeeldwerkwoorden: '''vocare''' (roepen) voor de a-stam, '''timére''' (vrezen) voor de e-stam, '''audire''' (horen) voor de i-stam en '''regere''' (regeren) voor de mk-stam.
 
Hieronder zie je het schema van vocare in de '''praesens''' (tegenwoordige tijd):
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.