Latijn (scholierenversie)/Les 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Stamgroepen: Toch maar weer geschrapt, omdat het niet echt rechtstreeks hiermee te maken heeft. Het begrip stamgroep wordt vooral gebruikt voor de Latijnse grammatica
Regel 28:
 
== Stamgroepen ==
In het Nederlands eindigen bijna alle werkwoorden in de infinitief op ''-en''. De enige uitzonderingen zijn ''gaan'', ''slaan'', ''staan'' en ''zijn'' (en alle hiervan afgeleide werkwoorden).
 
In het Nederlands eindigen bijna alle werkwoorden op ''-en'' (uitzonderingen zijn: gaan, slaan, staan en zijn), maar toch hebben we verschillende stamgroepen. Zo heb je bijvoorbeeld sterke en zwakke werkwoorden. Binnen de zwakke werkwoorden heb je zwakke werkwoorden op een ''-t'', waarvan de stam eindigt op een medeklinker uit '' 't kofschip'', en zwakke werkwoorden op een ''-d''. In het Latijn zijn er ookmeerdere stamgroepen. Deze kunnen we verdelen in 4 groepenhoofdgroepen: de werkwoorden die in de infinitief eindigen op ''-are'', ''-ére'', ''-ire'' en ''-ere'' (uitgesproken als ''-urre''). Dit zijn de '''a-stam''', de '''e-stam''', de '''i-stam''' en de '''mk-stam''' (medeklinkerstam, wordt later verder uitgelegd). Hiervoor gebruiken we vaste voorbeeldwerkwoorden: '''vocare''' (roepen) voor de a-stam, '''timére''' (vrezen) voor de e-stam, '''audire''' (horen) voor de i-stam en '''regere''' (regeren) voor de mk-stam.
 
Hieronder zie je het schema van ''vocare'' in de '''praesens''' (tegenwoordige tijd):
 
{| {{prettytable}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.