Geschiedenis van de filosofie/Moderne filosofie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
WB-link naar Jean-Jacques Rousseau
 
Regel 6:
Vanaf de eerste helft van de zeventiende eeuw was sprake van een duidelijke omslag. In plaats dat van dat men elkaar op het religieus vlak betwistte, werd er nu gezocht naar meer tolerantie en zekerheid en onbetwistbare uitgangspunten. Deze tweede periode in de geschiedenis van de moderne filosofie is door [[Filosofisch woordenboek/F|Michel Foucault]] later ''L' Âge classique'' genoemd. De 17e-eeuwse filosofie wordt verder gedomineerd door de noodzaak om filosofie te organiseren op rationele, sceptische, logische en axiomatische gronden, zoals in het werk van [[Filosofisch woordenboek/D|René Descartes]], [[Filosofisch woordenboek/P|Blaise Pascal]] en [[Filosofisch woordenboek/H|Thomas Hobbes]]. Dit type filosofie poogt anderzijds ook religieuze opvattingen te integreren binnen een filosofisch denkkader. Op die manier wilde men het ongeloof van het [[Filosofisch woordenboek/A|atheïsme]] en andere overtuigingen bestrijden door het idee van de stoffelijke werkelijkheid te aanvaarden, en het [[Filosofisch woordenboek/D|dualisme]] tussen geest en materie te verdedigen. Als reactie hiertegen, en tegelijk als uitbreiding hiervan, kan men het [[Filosofisch woordenboek/M|monisme]] van [[Filosofisch woordenboek/B|George Berkeley]] (idealisme) zien, en de [[Filosofisch woordenboek/D|dubbel-aspect theorie]] van [[Filosofisch woordenboek/S|Benedictus de Spinoza]]. Tijdens deze periode werd het empirisme door [[Filosofisch woordenboek/L|John Locke]], George Berkeley en anderen ontwikkeld als alternatief voor het [[Filosofisch woordenboek/S|scepticisme]]. Hierbij moet worden vermeld dat John Locke, [[Filosofisch woordenboek/H|Thomas Hobbes]] en [[Filosofisch woordenboek/B|Edmund Burke]] gedurende deze tijd ook hun eigen bekende [[Filosofisch woordenboek/P|politieke filosofie]]ën ontwikkelden.
Een behandeling van de 18e-eeuwse filosofie heeft dan in het algemeen weer betrekking op de vroege periode, het eerste deel van de "Verlichting" en richt zich hoofdzakelijk op de opkomst van het systematische empirisme, volgend na [[w:Isaac Newton|Isaac Newtons]] 'natuurlijke filosofie'. Aldus maken enerzijds [[Filosofisch woordenboek/D|Diderot]], [[Filosofisch woordenboek/V|Voltaire]], [[FilosofischFranse woordenboekliteratuurgeschiedenis/RJean-Jacques Rousseau|Rousseau]], [[Filosofisch woordenboek/M|Montesquieu]], [[Filosofisch woordenboek/K|Kant]] - die met name bijdroeg aan de definitieve scheiding tussen wetenschap en religie - en anderzijds de politieke filosofieën belichaamd door en beïnvloed door de [[w:Amerikaanse Revolutie|Amerikaanse Revolutie]] en de Amerikaanse Verlichting deel uit van de Verlichting. Andere prominente filosofen van deze periode waren [[Filosofisch woordenboek/H|David Hume]] en [[Filosofisch woordenboek/S|Adam Smith]], die samen met [[Filosofisch woordenboek/H|Francis Hutcheson]] ook de voornaamste filosofen van de [[Filosofisch woordenboek/S|Schotse Verlichting]]<ref>De Schotse Verlichting was een periode in de 18e eeuw in Schotland die werd gekenmerkt door een opvallende bloei van intellectuele en wetenschappelijke prestaties. Omstreeks 1750 behoorden de Schotten tot de meest geletterde burgers van Europa.</ref> waren, en [[Filosofisch woordenboek/P|Thomas Paine]] en [[Filosofisch woordenboek/J|Thomas Jefferson]], de belangrijkste filosofen van de Amerikaanse Verlichting.
 
In de 19e eeuw - de periode van de [[Woordenboek literatuur#R|Romantiek]] - was het werk van [[Filosofisch woordenboek/H|Hegel]] toonaangevend. Zijn ''Logica en fenomenologie van de geest'' leverde een [[Filosofisch woordenboek/D|dialectisch]] kader voor de filosofie om kennis - met name van de exacte wetenschappen - in te ordenen. In deze tijd werd ook [[Bekende filosofen uit de geschiedenis/Arthur Schopenhauer|Arthur Schopenhauers]] ''ontkenning van de wil'' een begrip. Net als in de 18e eeuw al het geval was, zouden het echter vooral de ontwikkelingen in de wetenschap zijn die de beweringen van de filosofische traditie zouden uitdagen. Zo was het werk van [[w:Charles Darwin|Charles Darwin]] gebaseerd op het idee van organische zelfregulering dat filosofen als [[w:Adam Smith|Adam Smith]] voorstonden, maar in wezen betwistte het de gevestigde filosofische opvattingen. Filosofen als [[Filosofisch woordenboek/C|Auguste Comte]] en [[Filosofisch woordenboek/M|John Stuart Mill]] kunnen als de 19e-eeuwse voortzetters van het empirisme van Bacon worden gezien.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.