Spinoza Ethica/Deel 4: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
==Stellingen==
# Als een onjuist idee (een valse voorstelling) een positieve kant heeft, blijft die in stand tegenover de waarheid.
* 50. '''Medelijden''' (Latijn: ''commiseratio'') is voor de mens die verstandig leeft als zodanig slecht en nutteloos.
::Corollarium (Bijkomende stelling): Hieruit volgt, dat de mens die verstandig leeft, medelijden zoveel mogelijk probeert te voorkomen.
::Scholium (Commentaar): wie het juiste inzicht heeft dat alles uit de "goddelijke" natuur voortkomt en volgens eeuwige natuurwetten en regels gebeurt, zal nooit iets tegenkomen wat zijn haat, lachlust of minachting waard is en hij zal met niemand medelijden hebben, maar zover als de menselijke deugd hem brengt proberen om zoals men zegt '''goed te doen en blij te zijn''' (Latijn: '''bene agere et laetari''')...Ik heb het hier uitdrukkelijk over iemand die onder leiding van het verstand leeft. Want iemand noch door het verstand noch door medelijden bewogen wordt om anderen te helpen noemt men terecht onmenselijk. Want hij lijkt in niets op een mens.
* 51. '''Begunstiging''' ('''genegenheid''', Latijn: ''Favor'') is niet in strijd met het verstand, maar kan daarmee kloppen en eruit voortkomen.
* 52. '''Tevredenheid met zichzelf''' (Latijn: ''acquiescentia in se ipso'') kan uit het verstand voortkomen en is dan de hoogst mogelijke.
* 53. Nederigheid?/'''Neerslachtigheid''' (Latijn: ''humilitas'') is geen deugd en komt niet door het verstand.
* 54. '''Berouw''' is geen deugd en komt niet door het verstand. Maar wie ergens berouw over heeft, is dubbel ongelukkig of machteloos.
* 55. De grootste '''verwaandheid''' (Latijn: ''superbia'') of '''zelfonderschatting''' is een totaal gebrek aan zelfkennis.
* 56. De grootste verwaandheid (Latijn: ''superbia'') of zelfonderschatting wijst op een totaal zwakke ziel/gemoed.
* 57. Een verwaand (opmerking: arrogant) iemand houdt van het gezelschap van klaplopers en vleiers en heeft een hekel aan dat van edelmoedige mensen.
* 58. '''Trots''' (Latijn: ''gloria'') is niet in strijd met het verstand, maar kan er door veroorzaakt worden.
* 59. Alle daden waartoe we gedwongen worden door een passieve aandoening ((Latijn: ''affectus, qui passio est'') kunnen we ook verrichten vanuit het verstand.
* 60. Een verlangen, dat uit blijdschap of droefheid ontstaat en die te maken heeft met een of meer maar niet alle lichaamsdelen, is nutteloos voor de mens als geheel.
* 61. De begeerte die uit het verstand (Latijn: ''ratio'') voortkomt, kan niet te groot zijn.
* 62. Als de geest (Latijn: ''Mens'') zaken volgens het voorschrift van het verstand opvat, komt hem het idee van een zaak in de toekomst, verleden of heden op dezelfde manier voor.
* 63. Wie door vrees geleid wordt en het goede doet om het kwade te vermijden, laat zich niet door het verstand leiden.
* 64. De kennis van iets slechts is onvolledige kennis (Latijn: ''cognitioncognitio inadaequata'').
* 65. Als we ons laten leiden door het verstand streven we van twee goede zaken de beste en van twee slechte zaken de minst slechte na.
* 66. Als we ons laten leiden door het verstand verkiezen we een groter goed in de toekomst boven een kleiner goed nu, en een kleiner huidig kwaad boven een groter kwaad in de toekomst.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.