Spinoza Ethica/Deel 4: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 81:
# De begeerten die we alleen uit onze aard kunnen begrijpen staan ...de eerstgenoemde begeerten heten terecht handelingen, want ze tonen onze kracht en de laatstgenoemde aandoeningen want ze tonen onze onmacht en gebrekkige kennis.
# Onze handelingen, dat is de begeerten bepaald door het vermogen van de mens of het verstand, zijn altijd goed, de andere begeerten kunnen zowel goed als slecht zijn.
# In dit leven is verbeteringvervolmaking van het verstand (Latijn: ''intellectum perficere'') het nuttigst en het grootste geluk van de mens. Gelukzaligheid is niets anders dan de gemoedsrust die uit de intuïtieve kennis van "God" voortkomt. Het vervolmaken van het verstand is niets anders dan het kennen van "God", zijn ''attributen'' en zijn daden, die uit zijn aard noodzakelijk voortvloeien. Daarom is het uiteindelijke doel van de mens die door het verstand geleid wordt (dat wil zeggen het voornaamste verlangen dat al de andere verlangens probeert te regelen) het verlangen om zichzelf en alles ''adequaat'' te kennen, wat het verstand kan bevatten.
# Zonder verstand is er geen redelijk leven en dingen zijn alleen goed voor zover ze de mens helpen een verstandig leven te leiden. Maar we noemen alleen slecht wat de mens belemmert om zijn verstand te vervolmaken.
# Omdat alles wat de mens veroorzaakt noodzakelijk goed moet zijn, kan de mens alleen iets slechts overkomen door uitwendige oorzaken, want de mens is een deel van de hele natuur. De menselijke natuur moet gehoorzamen aan haar wetten en zich op zowat oneindig veel manieren aanpassen.
# Het is onmogelijk dat de mens geen deel is van de natuur en de normale loop van de natuur niet volgt. Als de mens zich beweegt tussen individuele dingen (Latijn: ''individua'', commentaar: ook mensen) die bij zijn aard passen, dan steunt en bevordert dat zijn vermogen tot handelen (Latijn: ''agendia potentia''). Maar als hij zich integendeel tussen dingen bevindt waarmee hij niets gemeen heeft, kan hij zich niet aanpassen zonder grote verandering.
# We mogen alles verwijderen wat we in de werkelijkheid slecht vinden oftewel alles wat ons belemmert in ons verstandig leven. Maar integendeel wat we goed of nuttig voor ons zelfbehoud en een verstandig leven achten, mogen we toepassen en gebruiken. En iedereen mag absoluut doen wat hij in zijn belang acht volgens het hoogste natuurrecht (Latijn: ''naturae jus'').
# Niets past beter bij de aard van iets anders, dan de andere individuen van dezelfde soort. Niets draagt meer bij tot het zelfbehoud dan iemand die zich door dhet verstand laat leiden. Het beste wat een mens kan doen, is ander zo op te voeden dat ze zich door eigen verstand laten leiden.
# ..
# Naarmate mensen zich met jaloezie of haat tegen elkaar gedragen, zijn ze elkaars tegenstanders en zijn ze dus meer te vrezen dan andere losse dingen (Latijn: ''individua'') van de natuur.<br><br>
# Maar liefde en edelmoedigheid en niet wapens veroveren de harten.
# Mensen zijn vooral gebaat bij samenleven en bij het streven naar eenheid en in het algemeen naar het onderhouden van vriendschap.
# Maar de meeste mensen zijn jaloers en wraakzuchtig, dus het vereist een sterk karakter om hun emoties niet na te doen. Wie anderen liever verwijten maakt dan ze iets goeds leert, is zichzelf en anderen tot last. Daarom leven velen uit onverdraagzaamheid of verkeerde godsdienstijver liever onder de dieren en gaan jongemannen in het leger onder een tyranniek bewind om aan vaderlijke vermaningen te ontsnappen.
# .
# Hoewel de mensen meestal hun eigen zin willen doen, heeft de samenleving voor hen toch netto voordelen. Het is voor hen beter om onrecht te verdragen en te streven naar samenwerking (eendracht) en vriendschap.
# .
# Eendracht komt voort uit alles wat rechtvaardig, eerlijk en fatsoenlijk is. De mensen kunnen niet tegen onrecht en ook niet tegen misstanden (schandalige zaken) zoals kritiek op de gangbare gebruiken van de samenleving (Latijn: ''civitas''). Voor wederzijdse liefde is moreel gedrag en plichtsbesef nodig (Latijn: ''religio et pietas'').
# .
# Meestal komt eendracht uit vrees, maar daar kun je niet op bouwen. Want vrees en ook medelijden zijn niet verstandig.
# .
# Verder kunnen we mensen voor ons winnen door vrijgevigheid, vooral de armen die niet in hun levensbehoeften kunnen voorzien. Maar een particulier mist de draagkracht om iedereen die dat nodig heeft te helpen. Ook is een enkel mens niet in staat om met iedereen bevriend te zijn. Daarom is de armenzorg een zaak voor de gehele maatschappij en van algemeen belang.
# .
# Als we gunsten aannemen en dankbaar zijn, moeten we op andere dingen letten. Zie het commentaar bij deel 4 stelling 70 en 71.
# .
# Sexuele liefde, dus geslachtsdrift, die berust op uiterlijke schoonheid en in het algemeen elke liefde die niet gebaseerd is op vrijheid van de ziel, kan makkelijk in haat omslaan, tenzij - dat is nog erger - die liefde een vorm van waanzin is, en meer door ruzie dan door samenwerking wordt aangewakkerd.
# .
# Wat het huwelijk betreft: dit is zeker verstandig als het seksuele verlangen niet alleen door uiterlijk wordt opgewekt, maar ook door de behoefte om kinderen te krijgen en verstandig op te voeden. En verder als de liefde van man en vrouw niet alleen komt door het uiterlijk maar vooral door de vrijheid van de ziel.<br><br>
* 21 Verder geeft vleierij ook eendracht, maar alleen door slaafsheid of trouweloosheid. Niemand is gevoeliger voor gevlei dan verwaande mensen die ten onrechte de eersten willen zijn.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.