Klassieke Mechanica/Voorwerpendynamica-2: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 197:
Om een assenkruis te gebruiken voor berekeningen volgens bovenstaande formules, moet de oorsprong van het assenkruis echter in het '''massacentrum''' vallen of in een '''stilstaand punt'''.<br />
[[afbeelding:Rotatie_3D_vb4A.
<br clear="all" />Men kan dit illustreren m.b.v. een homogene rechthoekige balk. Zulk een balk heeft drie symmetrievlakken, die 3 symmetrie-assen bepalen. Deze snijden elkaar in het massacentrum. Deze symmetrie-assen kan men dus gebruiken als hoofdtraagheidsassen
(eerste figuur). Wanneer men de oorsprong van het assenkruis horizontaal verplaatst naar A, dan blijft het een hoofdtraagheidsassenkruis: de y-as is een symmetrie-as, de x- en z-assen staan loodrecht op een symmetrievlak en de oorsprong ervan ligt in het symmetrievlak (figuur 2). Men kan de traagheidsmomenten volgens x- en z-as berekenen met de formule van Steiner uit de traagheidsmomenten voor de assen door het massacentrum. Voor de berekeningen hier is echter alleen het punt A bruikbaar want alleen dat is een stilstaand punt.
Regel 218 ⟶ 220:
</math><br />
[[afbeelding:Rotatie_3D_vb4-3.
Deze impulsmomentvector heeft dus een y-component en zal dus ronddraaien met de balk.
|