Klassieke Mechanica/Voorwerpendynamica-2: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Huibc (overleg | bijdragen)
Huibc (overleg | bijdragen)
Regel 132:
Het assenkruis waarin men deze eenvoudige vorm bekomt heet een '''hoofdtraagheidsassenkruis''' en de assen ervan zijn '''hoofdtraagheidsassen'''. In het voorbeeld hieronder werd een schuin assenkruis gebruikt omdat de assen dan hoofdtraagheidsassen zijn. Hieronder worden de hoofdtraagheidsassen nog uitvoerig verder behandeld. Hoe deze herleiding kan uitgewerkt worden, wordt gepresenteerd in het laatste deel van dit hoofdstuk over [[#Transformaties_van_de_traagheidstensor_en_de_traagheidsellipso.C3.AFde| Transformaties van de traagheidstensor en de traagheidsellipsoïde]]. Men vindt daar ook concrete voorbeelden van berekeningen van de elementen van een traagheidstensor.
 
Het traagheidsmoment uit de eendimensionale rotatie komt overeen met het element I<sub>zz</sub>, het traagheidsmoment t.o.v. de z-as. Het algemene geval is dus minstens 3x zoingewikkelder ingewikkeld alsdan het eendimensionale. Zie [[w:traagheidsmoment|traagheidsmoment]] voor tabellen met de traagheidsmomenten van enkel voorwerpen.
 
Uit bovenstaande formule volgt ook dat indien <math>\vec \omega </math> volgens een hoofdtraagheidsas ligt, ook <math>\vec L</math> envolgens dezelfde as zal liggen. Indien echter <math>\vec \omega </math> een willekeurige richting heeft, zal <math>\vec L</math> normaal niet meer dezelfde richting hebben als <math>\vec \omega </math>. Kijk bv. naar de situatie in voorbeeld 2.
[[afbeelding:Rotatie_3D_vb2wit.png|none|rechthoekige plaat draaiend rond diagonaal]]
 
 
Een vector die ronddraait is een veranderende vector. Volkomen algemeen geldt dat, als de grootte van de vector ongewijzigd blijft maar de richting continu verandert, als de vector ronddraait, en de afgeleide loodrecht staat op die vector. Het meest bekende geval is de beweging met constante snelheid van een punt op een cirkel. De positievector van dat punt draait rond en de snelheidsvector is steeds loodrecht op de positievector. Hier draait de impulsmomentvector rond. De afgeleide ervan zal de richting hebben van de snelheid van de top van deze vector en zal zelf ook mee ronddraaien met de impulsmomentvector. Deze situatie vraagt dus een voortdurende inwerking van een uitwendig moment volgens de afgeleide van de impulsmomentvector.
 
Deze elementen zijn voldoende om een reeks interessante effecten te bespreken.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.