Onderwijstechnoloog/Theorie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 174:
Een geschikt medium om vooks op af te spelen zijn iPads. In tegenstelling tot traditionele E-readers zoals de Kindle heeft een iPad het voordeel van een dynamische en interactieve weergave van audiovisuele content. Het open ePub maakt het bovendien mogelijk dat iedereen gemakkelijk en zonder extra kosten vooks kan publiceren. Dit is voor het onderwijs een boeiende mogelijkheid als aanvulling op die van een elektronische leeromgeving. En zou op den duur bij voldoende content de traditionele boeken geheel kunnen vervangen en daarmee een kostenbesparing voor het onderwijs kunnen opleveren, mits uiteraard een vook eenvoudig zelf is te fabriceren. Door de interactieve mogelijkheden van een vook wordt het eenvoudiger om lessen ongebonden aan plaats aan te bieden.
 
=== Latex ===
==== Introductie ====
'''LaTeX''' (spreek uit 'lay-tech' of 'lah-tech') is een typesettingsprogramma dat oorspronkelijk geschreven werd om vooral wetenschappelijke en wiskundige documenten van hoge typografische kwaliteit te produceren.
Het grote verschil met programma's zoals Openoffice.org en Microsoft Word is dat het niet [[w:WYSIWIG|WYSIWIG]] (What You See Is What You Get) is. Je hebt een editor, [[w:compiler|compiler]] en viewer nodig.
 
==== Wat? ====
[[w:TeX|TeX]] is een [[w:programmeertaal|programmeertaal]] ontworpen door [[w:Donald Knuth|Donald Knuth]] in 1970 om complexe mathematische tekst te verwerken. Omdat TeX op zich nogal ingewikkeld is, werd '''LaTeX''' ontwikkeld. Met behulp van dit softwarepakket wordt het voor auteurs gemakkelijk om documenten in TeX te ontwerpen.
LaTeX werd voor het eerst ontworpen in 1985 door [[w:Leslie Lamport|Leslie Lamport]] en wordt momenteel onderhouden en ontwikkeld door [http://www.latex-project.org/ het LaTeX3 project]. De laatste versie is LaTeX2e.
 
==== Waarom? ====
Een groot voordeel van '''LaTeX''' is dat het opensourcesoftware is, die gratis ter beschikking staat voor de gebruiker. Het is '''zéér stabiele software''' (crasht niet) en de output is platformonafhankelijk.
 
Hiernaast zijn de voornaamste '''voordelen''':
 
* De layout, fonts, tabellen, nummeringen etc. worden steeds coherent weergegeven: de auteur hoeft zich geen zorgen te maken over de opmaak van het document.
* De schrijver van een document kan zich concentreren op de '''inhoud'''. Hij hoeft zich niet te bekommeren over hoe het document er na typesetting uit zal zien, want dat wordt bepaald door de template. (Op zich is dat niet zeer verschillend van wat er gebeurt als je aan een wiki werkt: hier ook schrijf je inhoudsgericht en het is de verwerking van de verschillende inhudsvelden die bepaalt hoe jouw tekst voorgesteld zal worden door een browser.
* Het is eenvoudig om (ingewikkelde) wiskundige formules in te voegen.
* Inhoudstabel, voetnoten en referenties worden eenvoudig aangemaakt.
* Bruikbaar voor veel toepassingen: boeken, verslagen, artikels, presentaties, taken, posters.
* Je document heeft een duidelijke structuur.
* Je werkt met kleine bestanden.
* De gebruiker hoeft maar een paar commando's te leren om te werken met LaTeX.
* Eens een template aangemaakt is voor een reeks documenten, hoeft een schrijver van een tekst maar in de hoofding van zijn broncode te refereren naar dat template om zeker te zijn dat de documenten getypeset zullen worden volgens de eisen van het template. Dit is bijzonder nuttig als er een template bestaat voor het bedrijf (VUBpress bvb) of als de uitgever alleen artikels wilt publiceren die beantwoorden aan de template van zijn wetenschappelijk tijdschrift.
 
Natuurlijk zijn er ook enkele nadelen:
 
* TeX is een programmeertaal, je zal dus commando's moeten leren gebruiken.
* Het is soms even zoeken en testen om de juiste 'look' te vinden voor je document.
* De foutmeldingen in LaTeX zijn niet altijd even duidelijk.
 
==== Hoe? ====
Als auteur schrijf je een LaTeX input file het beste in een LaTeX-editor (maar je kan even goed in Notepad werken), waarna je deze file compileert mbv. de LaTeX compiler. In de input file staan zowel tekst (de inhoud van je document) als LaTeX commando's (die zullen zorgen voor de opmaak).
De output van een LaTeX compilatie is een [[w:Device Independent|.dvi]] of [[w:Portable Document Format|.pdf]] file.
 
* LaTeX editors:
:Windows: TeXnicCenter [http://www.texniccenter.org/]
:UNIX/Linux: Kile [http://kile.sourceforge.net/]
:Mac OS X: TeXShop [http://www.uoregon.edu/~koch/texshop/index.html/]
 
* LaTeX compilers:
:Windows: MikTeX [http://www.miktex.org/]
:UNIX/Linux: TeXLive [http://www.tug.org/texlive/]
:Mac OS X: MacTeX [http://www.tug.org/mactex/]
 
* DVI viewers: meestal meegeleverd met de compilers.
 
=== Basis ===
Het allereerste wat je moet doen, is aangeven wat voor soort document je wil maken. Hiervoor gebruik je het <code>\documentclass </code>commando.
 
<source lang="latex">
\documentclass[opties]{klasse}
</source>
 
De klasse is het type document dat je wil maken. Voorbeelden hiervan zijn o.a.:<br />
-article: voor artikels, korte verslagen,… <br />
-report: voor langere verslagen die verschillende hoofdstukken bevatten, bv. een thesis of een cursus <br />
-slides: voor slides <br />
<br />
 
Je kunt het document ook door extra parameters, de opties, een eigen look geven. Dit kan o.a. door <br />
-10pt: Hiermee bepaal je de grootte van de letters. <br />
-a4paper: Hiermee bepaal je de papiergrootte. <br />
-landscape: Hierdoor kan je het document in landscape formaat afdrukken. <br />
-oneside: je kan kiezen of je eenzijdig of tweezijdig zal afdrukken. LaTeX zal dan automatisch de paginanummers en hoofdstuktitels e.d. op de juiste plaats zetten. Dit is vooral belangrijk voor cursussen of boeken. <br />
Deze opties moet je scheiden door komma’s.
<br />
 
Maar meestal volstaat dit niet om je tekst te beginnen schrijven. Je moet ook aangeven of het programma zogenaamde packages zal nodig hebben. Dit doe je alsvolgt:
 
<source lang="latex">
\usepackage[opties]{klasse}
</source>
Enkele voorbeelden van klassen: <br />
-color: Dit laat je toe om je letters een kleur te geven. <br />
-graphicx: Zo kan je afbeeldingen invoegen. <br />
-makeidx: Hierdoor word er automatisch een inhoudstabel gemaakt. <br />
-babel: Dit pakket zorgt voor meertalige ondersteuning. Bij opties vermeld je de talen die je zal gebruiken. <br />
Voor wiskunde gebruik je best altijd volgende packages: <br />
amsmath en amssymb <br />
Normaal worden deze packages mee geïnstalleerd, maar je kan ze allemaal downloaden op http://tug.ctan.org/search.html. Als je in een document iets wil schrijven waarvoor je een bepaald pakket nodig hebt, zal LaTeX je ook waarschuwen.
<br />
 
De volledige opmaak in LaTeX gebeurt aan de hand van commando’s. Als je een commando vaak nodig hebt, en de naam van dat commando is nogal lang, dan kan je dit veranderen in het begin van je document, de preamble genaamd (dit is alles wat voor \begin{document} komt, namelijk de documentclass, de verschillende paketten die je wil gebruiken,...). Dit gebeurt door
 
<source lang="latex">
\newcommand{nieuw commando}{oud commando}
</source>
 
In de wiskunde gebruik je bijvoorbeeld vaak dubbele letters om verzamelingen aan te duiden. Een dubbele N (voor natuurlijke getallen) in LaTeX, schrijf je als \mathbb{N}. Om niet telkens dat commando mathbb te moeten ingeven, kan je in het begin van je document schrijven \newcommand{\N}{\mathbb{N}}
<br />
 
Vervolgens begin je het document te schrijven. Al wat je schrijft, moet tussen volgende commando’s staan: <br />
<source lang="latex">
\begin{document}
\end{document}
</source>
 
Je begint met informatie te geven over het document zelf. Titel en auteur zijn meestal verplicht, als je de datum weglaat, wordt de dag van aanmaken gebruikt. Hiervoor gebruik je volgende commando's: <br />
<code>\title{}</code> <br />
<code>\author{}</code> <br />
<code>\date{}</code> <br />
<code>\institute{}</code> <br />
<code>\maketitle</code> <br />
Het laatste commando, <code>\maketitle</code>, geeft aan dat de informatie compleet is. <br />
<br />
 
Je kan ook spelen met de lay-out van je document. Indien je niet met interlinie 1 wil werken voeg je eenvoudig <br />
<code>\linespread{gewenste interlinie}< /code> <br />
toe. Om je tekstvak te vergroten of te verkleinen, kan je het 'opschuiven' <br />
<code>\addtolength{\textwidth}{X cm} </code> <br />
<code>\addtolength{\textheight}{X cm} </code> <br />
De eerste vergroot of verkleint de breedte van het tekstvak, de tweede vergroot of verkleint de hoogte van het tekstvak. Indien je X positief neemt vergroot je het tekstvak, indien X negatief is, verklein je het tekstvak.<br />
<br />
 
Tenslotte kan je je werk onderverdelen in hoofdstukken en secties. Je hoeft je ook niet bezig te houden met nummering, LaTeX doet dit automatisch! De commando’s zijn vanzelfsprekend: <br />
<code>\chapter{}</code> <br />
<code>\section{}</code> <br />
<code>\subsection{}</code>, <code>\subsubsection{}</code>, … <br />
<br />
 
Indien je een inhoudstafel wil toevoegen aan je document doet LateX het werk voor jou. Je moet enkel <br />
<code>\tableofcontents</code><br />
toevoegen aan het begin van je document, maar wel na <source lang="latex"> \begin{document} </source>.
LateX voegt dan de titel van elk hoofstuk of de sectie toe aan je inhoudstafel met de juiste paginanummer er langs.<br />
 
Er is ook de mogelijkheid om zo'n titel niet op te nemen in de inhoudstafel. In plaats van <code>\chapter{}</code> schrijf je dan <br />
<code>\chapter*{}</code> .<br />
Zo wordt er geen nummer meegegeven aan je titel en wordt deze ook niet vermeld in de inhoudstafel.<br />
<br />
 
Vaak wil je op het einde ook referenties vermelden. Dit gaat bijvoorbeeld als volgt: <br />
<source lang="latex">
\begin{thebibliography}{9}
\bibitem{walker}Russel C. Walker, The Stone-Cech Compactification, Springer-Verlag, Berlin Heidelberg New-York, 1974
\end{thebibliography}
</source>
 
Het getal 9 geeft aan hoeveel referenties je wil vermelden. Wil je er meer dan 10 schrijf je 99. Tussen begin en end schrijf je al de gebruikte werken, elk voorafgegaan door <code>\bibitem{unieke verwijzingsnaam}</code>.
 
==== Cursussen in LaTeX ====
Je kan in LaTeX ook cursussen schrijven. Als documentclass geef je dan
 
<source lang="latex">
\documentclass[opties]{book}
</source>
 
In deze klasse kunnen we drie delen van ons document onderscheiden: <br />
*De frontmatter: We beginnen dit deel met het commando \frontmatter. <br />
In dit deel komt de titelpagina, die we beginnen met \begin{titlepage} en eindigen met \end{titlepage}. Daartussen kunnen we zelfs beslissen welke gegevens we schrijven (naam, jaar, uitgeverij (of universiteit),...). <br />
Na de titelpagina kunnen we ook schrijven: \tableofcontents. Dan wordt er door LaTeX automatisch een inhoudsopgave gemaakt. het pakket markeidx is in boekvorm niet nodig. <br />
*de mainmatter: Dit deel beginnen we met \mainmatter. <br />
In dit deel komt alle tekst die moet weergegeven worden in de cursus. Dit kan dan ook weer opgedeeld worden in hoofdstukken en secties, zoals uitgelegd in het “basisgedeelte”. <br />
*De backmatter: Dit deel begint met het commando \backmatter en hierin komt de bibliografie. Hoe dit gebeurt, staat ook uitgelegd in de “basis”. In dit deel kan eventueel ook een index komen. <br />
 
===Presentaties in LaTeX===
Het is ook mogelijk om in LaTeX PDF-presentaties te maken. Dit is handig voor wiskundige presentaties waar geen al te ingewikkelde schema’s in voorkomen. Voor moeilijkere constructies kan LaTeX soms wat lastig zijn. Dit geldt ook bij boeken en gewone artikels. Maar voor pure wiskunde is LaTeX dus steeds een zeer handige tekstverwerker, ook om presentaties te maken.
Voor een presentatie gebruiken we
 
<source lang="latex">
\documentclass[pdflatex]{beamer}
</source>
 
Om de presentatie wat meer kleur te geven kunnen we daar nog onder zetten:
 
<source lang="latex">
\mode<presentation>{\usetheme{JuanLesPins}}
\setbeamercovered{transparant}
</source>
 
Daaronder komen dan alle pakketten en nieuwe commando’s. <br />
<br />
 
Dan schrijven we wat op de titelpagina moet komen. Voor de titelpagina bestaan er een aantal vaste puntjes: <br />
*\title{} (verplicht)
*\subtitle{}
*\date{}
*\author{}
*\institute{}
*...
 
Wat hierna nog volgt, moet weer allemaal tussen
 
<source lang="latex">
\begin{document}
\end{document}
</source>
 
Iedere afzonderlijke slide zetten we nu tussen
 
<source lang="latex">
\begin{frame}
\end{frame}
</source>
 
De eerste frame, de titelpagina, ziet er altijd uit als volgt:
 
<source lang="latex">
\begin{frame}
\titlepage
\end{frame}
</source>
 
We kunnen net als bij powerpoint ook delen van een slide apart laten verschijnen. Dit doen we door binnen een frame het commando
\pause te gebruiken. Al wat na dit commando komt, blijft in eerste instantie verborgen. <br />
Om de verschillende regels over de hele slide te verspreiden, gebruiken we het commando
\vfill
 
Om iets in een kader te zetten kunnen we het volgende doen:
 
<source lang="latex">
\begin{block}{titel van het kader, meestal ‘definitie’, of ‘stelling’,...}
wat in het kader moet komen
\end{block}
</source>
 
==== Links ====
*De LaTeX wikibook: http://en.wikibooks.org/wiki/LaTeX
*De website van de TeX User Group: http://www.tug.org/
*Honderden extra programma's en packages: http://www.ctan.org/
*The not so short introduction to LaTeX: http://www.ctan.org/tex-archive/info/lshort/english/lshort.pdf
 
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.