Spinoza Ethica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
deus sive natura in inleiding
Regel 20:
-->
==Betekenissen==
Ethica wordt als een afschrikwekkend boek ervaren. In de vertaling uit het Latijn worden allerlei woorden in een ''andere'' dan de gangbare betekenis gebruikt, en de onbegrijpelijke beweringen lijken over elkaar heen te buitelen (God, aandoening (?), begeerte, hartstocht, lijding (?), begeerte, de Rede, zijndes enzovoorts). Misschien kunnen we met dit wikiboek het begrip bevorderen.
 
===Substantie===
Descartes ging uit van twee oerbeginselen van het heelal, uitgebreidheid (stof, materie, wat ruimte inneemt) en denken, dus een [[w:nl:dualisme|dualisme]]. Spinoza ging daar overheen en redeneerde dat er maar één beginsel ([[Spinoza_Ethica/Deel_1#1d3|substantie]]) kan zijn ([[w:nl:Monisme (filosofie)|monisme]]), dat gelijk gesteld werd aan "God" ([[Spinoza_Ethica/Deel_1#1d6|de eerste stellingen van Ethica deel 1]]) en aan de Natuur ([[Spinoza_Ethica/Deel_4#Voorwoord|Deel 4 Voorwoord]]. Hij gaf deze definitie van een oerbeginsel (substantie, [[Spinoza_Ethica/Deel_1#1d3|Deel 1 Ethica, Definitie 3 (1d3)]]:<br>
:''Met substantie bedoel ik dat, wat op zichzelf bestaat en uit zichzelf begrepen moet worden. Het vooronderstelt dus niet iets anders, waaruit het wordt afgeleid.''
 
Regel 30:
:''Met attribuut bedoel ik wat volgens het verstand het wezen van een substantie is.''
 
Voorbeelden: uitgebreidheid (materie), denken, oneindigheid en eeuwigheid zijn attributen van de substantie (er bleek maar één substantie te kunnen zijn volgens Spinoza, die wel verschillende eigenschappen (attributen) heeft). Dus de twee substanties van Descartes (uitgebreidheid (materie) en denken), vormt Spinoza om tot twee kenmerken van de bij hem nieuwe en enige substantie: ("God" = "Natuur" ([[Spinoza_Ethica/Deel_4#Voorwoord|Deel 4 Voorwoord]], zie onder).
 
===Modus===
Regel 93:
* Wie leeft volgens het verstand probeert zoveel mogelijk de haat, woede en minachting die hij van anderen ondervindt, met liefde en edelmoedigheid te vergelden. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s46|Deel 4 stelling 46]].
* Gevoelens van hoop en vrees kunnen op zichzelf beschouwd niet goed zijn. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s47|Deel 4 stelling 47]].
* Wie inziet dat alles uit de "goddelijke" natuur voortkomt en volgens eeuwige natuurwetten en regels gebeurt, zal proberen om '''''goed te doen en blij te zijn''''' (Latijn: ''bene agere et laetari''). [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s50|Deel 4 stelling 50]].
* Een vrije mens denkt nergens minder aan dan aan zijn dood. Zijn wijsheid bestaat eruit, het leven te overdenken en niet de dood. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s67|Deel 4 stelling 67]].
* In dit leven is verbetering van het verstand het nuttigst en het grootste geluk van de mens. Gelukzaligheid is niets anders dan de gemoedsrust die uit de intuïtieve kennis van "God" voortkomt. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4h4|Deel 4 aanhangsel hoofdstuk 4]].
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.