Spinoza Ethica: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Woordenlijst: passio |
|||
Regel 77:
===[[Spinoza Ethica/Deel_1|Deel 1 "God"]] ===
* De Natuur ("God") heeft geen doel maar werkt volgens een eeuwige noodzakelijkheid. [[Spinoza_Ethica/Deel_1#Aanhangsel:_Vooroordeel_over_de_noodzakelijkheid|Deel 1 Aanhangsel: Vooroordeel over de noodzakelijkheid]], [[Spinoza_Ethica/Deel_4#Voorwoord|Deel 4 Voorwoord]]
* ... Als er nog vooroordelen over zijn, kan iedereen die makkelijk door wat nadenken weerleggen. (Commentaar: Spinoza is een optimist.) [[Spinoza_Ethica/Deel_1#Aanhangsel:_Vooroordeel_over_de_noodzakelijkheid|Deel 1 Aanhangsel: Vooroordeel over de noodzakelijkheid]], de laatste zin.
===[[Spinoza Ethica/Deel_2|Deel 2 Bewustzijn]] ===
*
===[[Spinoza Ethica/Deel_3|Deel 3 Oorsprong van de gevoelens]]===
Regel 95:
* Wie verstandig leeft is vrijer in een gemeenschap waar hij zich aan algemene regels houdt, dan als eigen baas in de eenzaamheid. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s73|Deel 4 stelling 73]].
* Liefde en edelmoedigheid, en niet wapens, veroveren de harten. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4h11|Deel 4 aanhangsel hoofdstuk 11]].
* Voor zover de mensen het verstand volgen, moeten ze vanzelf wel altijd bij elkaar passen/het eens worden. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s35|Deel 4 stelling 35]].
* Het hoogste goed voor wie de deugd nastreeft is voor iedereen hetzelfde en daarom kan iedereen daar blij om zijn. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s36|Deel 4 stelling 36]].
* Liefde en verlangen kunnen te sterk zijn. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s44|Deel 4 stelling 44]].
Regel 102:
* Gevoelens van hoop en vrees kunnen op zichzelf beschouwd niet goed zijn. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s47|Deel 4 stelling 47]].
* Wie inziet dat alles uit de "goddelijke" natuur voortkomt en volgens eeuwige natuurwetten en regels gebeurt, zal proberen om '''''goed te doen en blij te zijn''''' (Latijn: ''bene agere et laetari''). [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4s50|Deel 4 stelling 50]].
* Een
* In dit leven is verbetering van het verstand het nuttigst en het grootste geluk van de mens. Gelukzaligheid is niets anders dan de gemoedsrust die uit de intuïtieve kennis van "God" voortkomt. [[Spinoza_Ethica/Deel_4#4h4|Deel 4 aanhangsel hoofdstuk 4]].
* Omdat alles wat de mens veroorzaakt noodzakelijk goed moet zijn, kan de mens alleen iets slechts overkomen door uitwendige oorzaken, want de mens is een deel van de hele natuur. De menselijke natuur moet gehoorzamen aan haar wetten en zich op zowat oneindig veel manieren aanpassen.[[Spinoza_Ethica/Deel_4#4h6|Deel 4 aanhangsel hoofdstuk 6]]
|