Onderwijsarchitect/Theorie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Objectgeoriënteerd onderwijs: verplaats naar onderwijs
→‎Projectonderwijs: staat al op wikipedia
Regel 214:
 
De Utrechtse emeritus hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens oordeelde naar aanleiding van het bestuderen van Slash21 dat “de leerlingen een hoog bewustzijn van de eigen ontwikkeling hebben”. Hij signaleerde verder de goede relatie met de docenten. Onderwijssociologe Sietske Waslander (Rijksuniversiteit Groningen) vult dit aan met haar constatering dat leerlingen zich meer gekend voelen. Aandachtspunt waren enkele hiaten in de kennis die zijn opgelopen met name in de wiskunde en de vreemde talen.
 
 
== Projectonderwijs ==
{{Onderwijsprofessional/Artikel|Titel=Projectonderwijs}}
 
'''Projectgestuurd onderwijs''' of kort '''Projectonderwijs''' is een onderwijsmodel waarin door het werken in projecten lerenden inzicht verwerven in concepten en beginselen.
 
=== Definitie ===
Het aanmoedigen van de zelfstandigheid van de studerende wordt met dit onderwijsmodel beoogd. Er wordt niet alleen kennis opgedaan, maar er wordt ook veel nadruk gelegd op sociaal-communicatieve vaardigheden en leren leren. In het projectonderwijs wordt een nog groter beroep gedaan op de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de lerende dan bij probleemgestuurd onderwijs. Ondernemend onderwijs gaat daarin nog weer verder (de lerende kiest zelf het onderliggende vraagstuk).
 
Een verdere definiëring is lastig omdat projectonderwijs op verschillende manieren in de praktijk wordt ingevuld. Zo is soms sprake van een werkvorm en in een ander geval van onderwijsvorm<ref>Heijnen, G., Okkerse, E. Vermeulen, J., e.a. (1978) – '''Handleiding voor projectgroepen en werkgroepen''' – Groningen: Wolters-Noordhof</ref>. Soms is het thema reëel<ref>De Kleijn, J. en Mathijssen, E. (1996) – '''De kunst van het loskomen...''' – Amsterdam: FSAD</ref> soms is het simulatie <ref>Joke Wieringa en Hans te Baerts – '''Leven in een veranderende samenleving''' – Bohn Stafleu van Loghum – ISSN 1567-6587 (Print) 1876-6021 (Online)</ref>. Soms is de structuur los en soms is die vast<ref>Jansen en van der Vegt- '''On lasting innovation in schools: beyond institutionalization''' - Journal of Education Policy, Volume 6, Issue 1 1991 , pages 33 – 46</ref>. Soms wordt er sterk door de docent gestuurd en soms is er sprake van zelfsturing<ref>Luc Dekeyser – '''Projectonderwijs''' – ACCO, 1999 – ''{{ISBN|9033443481}}, {{ISBN|9789033443480}}''</ref>. Soms wordt het project gestart vanuit een vak en soms vanuit alle vakken<ref>Leirman W (1997) – '''Projectonderwijs aan de universiteit. Een nieuwe start?''' – Jeugd en Samenleving, (6), p. 459-477</ref>. Soms wordt een groep gezien als de som der individuen, soms ook wordt het leren en werken in de groep zelf als het belangrijkste onderdeel beschouwd<ref>Remmerswaal, J. – '''Handboek groepsdynamica; een inleiding op theorie en praktijk''' – Nelissen: juli 2008 – {{ISBN|9789024418121}}</ref>.
 
=== Geschiedenis ===
De Amerikaanse progressieve schoolbeweging aan het begin van de twintigste eeuw legde de basis voor het projectonderwijs. Het was [http://en.wikipedia.org/wiki/William_Heard_Kilpatrick William Heard Kilpatrick] die in 1916 de grondbeginselen van het projectonderwijs beschreef. John Dewey werkte dit theoretisch verder uit, waardoor hij meestal als de bedenker wordt gezien. Met name in het basisonderwijs vond het concept zijn plek.
 
Door de hang vanuit de samenleving naar democratiseringsvernieuwingen werd in de jaren zeventig projectonderwijs als methode om mee te beslissen, te plannen, voor het werken met anderen in een groep, conflictoplossing en reflectie in het hoger onderwijs<ref>M. G. Cornwall – '''New Approach to Higher Education: Project-Orientation''' – Journal of Further and Higher Education, Volume 2, Issue 3 Autumn 1978 , pages 43 - 57</ref> geïntroduceerd. In het middelbaar onderwijs ontstond het zogenaamde ''open project onderwij''s aan het Wagenings Lyceum<ref>Theo Jansen en Anne-Ruth Wertheim – '''Buiten de orde; dilemma's in de ontwikkeling van projectonderwijs''' - Nijmegen, 1984</ref>. Om dit te uit te breiden naar andere vormen van onderwijs, waar vooral kinderen uit arbeidersgezinnen voorkwamen, richtte men de SOP (Stichting Ontwikkeling Projectonderwijs), voorheen Groep Ontwikkeling Projectonderwijs op met pedagogen en onderwijsvernieuwers als betrokken leden.
 
Een revival van projectonderwijs is te zien in de jaren negentig. Met name door de kwalificatiegolf die binnen het onderwijs op kwam. Deze bepaalde dat wat mensen moeten leren vooral arbeidsmarktgericht moest zijn. Daarnaast speelde de tendens om het onderwijs zich meer te laten richten naar de criteria die uiteindelijk van een school verlatend professional worden gevraagd
 
=== Proces ===
Het projectonderwijs bestaat uit de volgende fasen<ref>Werkgroep docenten DOZ – '''Gids voor projectonderwijs''' – Uitgeverij Ruward , 2008 – ''{{ISBN|9789057230349}}''</ref>.
* De lerende krijgt een probleem voorgeschoteld
* De lerende verdiept zich alleen of met anderen in het probleem
* De lerende stelt een oplossing voor
* De lerende vertaalt deze oplossing in een concreet te realiseren eindresultaat
* De lerende omschrijft vooraf de gezamenlijk te verrichten werkzaamheden leidend tot dit eindresultaat
* De lerende voert dit project uit, test het eindproduct en implementeert deze
* De lerende reflecteert op het uitgevoerde project
 
=== Voorwaarden ===
De lerende dient over inhoudelijke voorkennis te beschikken (zie referentie Leirman 1977) daarover zijn het de meeste wetenschappers eens. De Bie en Louwerse stellen de volgende voorwaarden
* voldoende basiskennis en oriëntatie vooraf op de aangereikte onderwerpen
* een gedegen doelstelling kunnen opstellen
* de doelen en het werk kunnen (onder)verdelen
* diepgaande reflectie op het groepsdynamica kunnen plegen
* over voldoende studievaardigheden als opzoeken en rapporteren bezitten.
 
=== Voordelen ===
Projectonderwijs verhoogt de betrokkenheid van de lerende bij de te leren materie en plaatst deze in de “echte” wereld.
* Sluit aan en bouw voort op de passie, interesses en belangen van de studerende
* Zorgt voor een zinvolle en authentieke context om te leren
* Dompelt de lerende onder in de complexiteit van de alledaagse wereld
* Onderzoekt “echte”problemen dus zonder een vooraf bepaalde oplossing
* Laat studenten het voortouw nemen en legt bij hen de kritische keuzes en beslissingen
* Stelt hoge eisen aan het ontwikkelen en tonen van essentiële vaardigheden en kennis
* De lerende werkt multidisciplinair
* Genoeg kansen voor reflectie en zelfevaluatie
* Het levert resultaten op waar de maatschappij daadwerkelijk wat aan kan hebben
 
=== Nadelen ===
Kijkend echter naar projectonderwijs in de onderwijspraktijk dan zien we vaak dezelfde leeractiviteiten terugkomen ongeacht het onderliggende vraagstuk. Gevaar is dat daardoor onvoldoende aandacht wordt gegeven aan inhoudelijke activiteiten.
* Eentonig indien men alleen projectgestuurd werkt
* Doet een nog groter beroep op heldere meetbare leerdoelen terwijl in de praktijk deze al meestal slecht zijn gedefinieerd
* Vraagt meestal een aanpassingen van de bestaande leerdoelen of competenties
* Het onderwijs zou recht moeten doen aan verschillen in leerstijlen en dat doet projectgestuurd onderwijs onvoldoende
* Het beoordelen van eindproducten vraagt een deskundigheid die van de onderwijsbegeleiders niet zonder meer kan worden verwacht.
 
{| align="left"
| style="width:70px;" |{{klik|Afbeelding=Bijbrengen Wiki Begrip.png|Grootte=64px|Link=Onderwijsprofessional/Begrippen}}
|{{Appendix||2=
'''Personen'''
<references group="persoon"/>
'''Organisaties'''
<references group="organisatie"/>
'''Begrippen'''
<references group="begrip"/>
'''Referenties'''
{{References}}
}}
|}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.