Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Huispersoneel en slaven: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)}} <big>'''12. Huispersoneel en slaven'''</big> ==Huispersoneel== Een burgergezin had in de vijftiende eeuw in [[w:Flore...' |
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen |
||
Regel 1:
{{Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)}}
<
==Huispersoneel==
Een burgergezin had in de vijftiende eeuw in [[w:Florence (stad)|Florence]] maar een paar bedienden.<ref>In de zestiende eeuw zouden dat er veel meer worden. In 1552 zou in Florence 16,7% van de totale bevolking als huispersoneel werken. Ook het aantal keuterboertjes zou afnemen. Zij werden steeds vaker knecht bij een grote pachter.</ref>
*De uitgebreide- en meerkernengezinnen in de grote palazzi (adel en patriciërs) hadden vaak niet meer dan 5 tot 7 bedienden.
*Een huishouden in de grote burgerij (doktoren, notarissen, rechters, kooplieden) had genoeg aan 2 tot 3 bedienden.
Regel 37:
De slavinnen en slaven kwamen meestal in dienst van de vrouw des huizes. Voor de vrouwen van de welgestelden was het een tijdlang de gewoonte om slavinnen te hebben en het vermeerderde hun status. De slavinnen moesten veelal het vuile en zware werk doen waar de vrije dienaressen geen zin in hadden. Een enkele keer kregen ze lichter werk als naaien en werd er met ze gepraat. Sommige slavinnen werden zelfs als voedster gebruikt.
Deze vrouwen waren volstrekt ontworteld: ze waren in hun jeugd opgepakt, ontvoerd uit hun gezin, verkocht in een ver land en in een huishouden te werk gesteld waar ze door iedereen werden afgesnauwd en geslagen. Ze waren doorlopend bang voor slaag. Maar soms, als ze kamermeisje mochten zijn en daardoor bij het privéleven van de meesteres werden betrokken, werden ze na een paar maanden wat zelfverzekerder en vrijmoediger. Ze waren wel eens diep betrokken bij de intieme wereld van hun meesteres en soms kwam er een vertrouwensband. Een enkele keer werd de meesteres zo verzot op een toegewijde slavin die al vele jaren in haar huis was, dat ze niet werd doorverkocht en het hele huishouden mocht bestieren.<ref>Zoals blijkt uit een document van 1390 uit Florence.</ref>
Maar de meeste gezinsleden waren zeer [[w:conformisme|conformistisch]] en stoorden zich aan de slavin. Men vond haar vreemd en was bang dat ze in stilte aasde op een mogelijkheid om zich te verzetten of weg te lopen. Ze had waarschijnlijk, door wat haar overkomen was, een [[w:psychotrauma|trauma]] opgelopen en daardoor had ze vaak een karakterstoornis. Daar kwam nog bij dat ze zich 'anders' gedroeg omdat ze uit een ver land kwam en omdat haar opvoeding niet af was gekomen door de ontvoering in haar jeugd. Dit alles werd haar kwalijk genomen samen met haar kleine diefstallen, leugentjes en geruzie. En dan rook ze ook nog eens anders. De echtgenotes waren bang dat de slavinnen hun mannen het hoofd op hol zouden brengen. Die vrees was niet onterecht: 25 tot 33% van de te vondeling gelegde kinderen (trovatelli) die tussen 1430 en 1445 in de Florentijnse weeshuizen werden opgenomen, waren kinderen van slavinnen en hun meesters.
Regel 44:
==Noten==
{{
▲{{sub}}
|