Onderwijsprofessional/Onderwijsentrepreneur: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen |
||
Regel 34:
{{Onderwijsprofessional/Lemma|Titel=Onderwijsintrapreneur}}
Een onderwijsintrapreneur is een ondernemende onderwijswerknemer. De term is een samenvoegsel van een '''intrapreneur'''<ref group="begrip">Intrapreneur = iemand die zich binnen een organisatie ondernemend gedraagt.</ref> werkend in een '''onderwijsorganisatie'''. Om intrapreneurs binnen een organisatie te ondersteunen zijn er volgens de literatuur vijf factoren die aandacht verdienen<ref name="Birger">{{
==== BIK ====
Regel 42:
'''Beroepskunstenaars In de Klas''' (BIK’ers) zijn kunstenaars met een bijscholing op het gebied van [[w:projectonderwijs|(project)onderwijs]] zodat zij scholen kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van eigen kunstprojecten.
In Nederland is het overheidsbeleid<ref name=''IMPULS''>{{
cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Kunst- en cultuurvakken in het voortgezet onderwijs..''' | Datum = 2002 | Plaats = Utrecht | Uitgever =Cultuurnetwerk Nederland}}</ref>. Sinds 2003 sloot het basisonderwijs zich hierbij aan. De Nederlandse regering stimuleerde deze ontwikkeling in 2004 door de subsidieregeling '''Versterking cultuureducatie in het Primair Onderwijs'''<ref name=''PRIMAIR''>{{
De term beroepskunstenaar wordt gedefinieerd in de '''Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik)'''<ref name=''STAATSCOURANT''>{{
nr. 19908, 24 december 2009}}</ref> en bij het beroepsmatigheidsonderzoek dat in het kader van de Wwik wordt uitgevoerd door Kunstenaars&CO<ref name=''KCO''>{{
Eindrapport.''' | Plaats = Tilburg | Datum = 2009 | Uitgever = IVA Beleidsonderzoek en Advies}}</ref> brengt de informatie betreffende de BIK uit deze en andere bronnen samen.
Om de kwaliteit van de beroepskunstenaars te waarborgen is er een erkende kwalificatie<ref name=''ERKENNING''>{{
* [http://www.beroepskunstenaarsindeklas.nl www.beroepskunstenaarsindeklas.nl]
Regel 60:
==== Maatschappelijk ====
Maatschappelijk Ondernemen (MO), wat zowel profit als non-profit kan, wordt door de SER<ref name=''SER''>{{
==== Ondernemerschap ====
Ondernemerschap is, in de visie van dit boek, kansen zien en benutten door middel van een eigen bedrijf of binnen een (groter) bedrijf waarmee je waarde creëert voor jezelf en je omgeving. Een definitie die aansluit bij die van Martijn Driessen <ref name="DRIESSEN">{{
=== Gereedschappen ===
Regel 96:
De term Unique Selling Proposition (USP) werd bedacht door Rosser Reeves van de Ted Bates & Company. Het is een marketingconcept dat is ontstaan om patronen in succesvolle reclamecampagnes in de jaren '40 te verklaren. De theorie beweert dat zulke campagnes unieke voorstellen deden aan potentiële klanten. Deze voorstellen overtuigden de klanten om van merk te wisselen.
Vandaag de dag wordt de term gebruikt om onderscheidende aspecten van een product te benoemen als basis voor marketingstrategieën.
{{
==== Definitie ====
Regel 104:
==== Criteria ====
Oorspronkelijke criteria die de bedenker<ref name=''REEVES''>{{
* Elke reclame moet een voorstel doen aan de klant die hem zegt dat hij het product moet kopen om de bijbehorende voordelen te ontvangen.
* Het voorstel moet er een zijn dat de concurrentie niet (kan) aanbieden.
Regel 140:
Met name Groot-Brittannië zette in het verleden meerdere grote politieke stappen voor de ontwikkeling van Entrepreneurship Education. Zo is er uit publieke middelen een Higher Education Innovation Fund (www.hefce.ak.uk) en een Science Enterprise Challenge Fund (www.ost.gov.uk) opgericht. Het laatste fonds stemde het ontplooien van ondernemerschap af op het vergroten van wetenschappelijke kennis. Er ontstonden Centres of Excellence in Teaching and Learning Entrepreneurship bij de universiteiten van Nottingham, Leeds Metropolitan en bij White Rose Consortium. Evenals tal van andere activiteiten die door de National Council for Graduate Entrepreneurship <ref>NGCE International Conference, januari 2005</ref> recent bij elkaar zijn gebracht om van elkaar te leren.
In 2003 nam de Europese Unie
Volgens onderzoekers<ref>Patricia G. Greene en Mark P. Rice, '''Entrepreneurship education''', Edward Elgar Publishing Limited, 2007, {{ISBN|1=978 1 84542 4=== 0}}</ref> dient het onderwijzen van ondernemerschap breed te worden aangepakt. Vooral het opnemen van een training in bewustwording noemen zij van groot belang. Het gaat daarbij om het ervaren wat ondernemerschap inhoudt. Vroege Europese voorbeelden in het buitenland zijn het Graduate Entreprise Programma (Groot-Brittannië)<ref>Robert Brown, '''The Graduate Enterprise Programme''', Attempts to measure the effectiveness of small business training, Journal of Education and Work, Volume 8, Issue 1 1995 , pages 27 - 37</ref> en de Entrepreneur-Service (Noorwegen).
Voor het Nederlands onderwijs betekende deze adviezen dat het kabinet.<ref>Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen</ref> besloot jongeren al vroeg met ondernemerschap in aanraking te laten komen.<ref>Minister president Jan-Peter Balkenende, '''Nederland Innovatief, 6 december 2007'''</ref>
Het Onderwijs Netwerk Ondernemen dat in april 2009 door hen gelanceerd is heeft als doelstelling het stimuleren van ondernemen binnen het onderwijs en het vergroten van een ondernemende houding bij leerlingen, studenten, docenten en management. De subsidieregeling helpt scholen een netwerk op te richten van onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. Een subsidie<ref> SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken</ref> kon alleen worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van ten minste vier deelnemers, waaronder minimaal twee onderwijsinstellingen en minimaal één ondernemer. Het budget voor 2009 van vier miljoen euro is toegekend aan 27 gehonoreerde projecten waarvan zeven afkomstig uit het primair onderwijs, negen uit het voortgezet onderwijs en elf uit het middelbare beroepsonderwijs. Gemiddeld kregen de projecten 150.000 euro aan subsidie.
Regel 199:
====Definitie====
Meestal wordt een ondernemingsplan geassocieerd met het oprichten van een nieuwe onderneming of het overnemen daarvan. In de praktijk blijken juist gevestigde ondernemers vaak een plan te schrijven dat aangeeft waar hun onderneming binnen een bepaalde periode zal staan. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, wordt een ondernemingsplan dus niet alleen gebruikt door starters maar ook door ervaren organisaties<ref name=''CLOSE''>{{
Volgens de definitie van Bruyland<ref name=''BRUYLAND''>{{
====Functie====
De bedrijfskunde onderscheidt de volgende mogelijke functies van een ondernemingsplan: het kan als visitekaartje dienen, een beleidsinstrument zijn, een denkoefening en/of een hulpmiddel bij financiering<ref name=''MUYNCK''>{{
====Geschiedenis====
De geschiedenis van het ondernemingsplan hangt nauw samen met de geschiedenis van de ondernemer of onderneming. Het ondernemerschap is zo oud als de mens zelf. Ondernemingen konden al worden gevonden in Mesopotamie en het Neo-Babylon<ref name=''LANDES''>{{
Een relatief recente pijler in deze geschiedenis is bijvoorbeeld de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), die als eerste onderneming aandelen uitgaf. De oprichtingsakte, het staatsprivilege (octrooi) en de vrijbrief met vergaande soevereiniteitsrechten kunnen worden gezien als een ondernemingsplan dat was bedoeld om toekomstige aandeelhouders ertoe over te halen de VOC te financieren. De eerste industriële revolutie die ontstond in Engeland kan ook als een mijlpaal worden gezien. Als eerste land op het continent gevolgd door België. Nederland volgde veel later. Een andere pijler in de Nederlandse geschiedenis van het ondernemingsplan is Willem Albert Scholten. Hij was de eerste Nederlandse ondernemer die een industriële multinational wist op te richten en voor deze plannen financiers wist te overtuigen<ref name=''KNAAP''>{{
Een van de eerste ondernemerswedstrijden in de wereld, die het indienen een ondernemingsplan als model had, werd begonnen door de Moot Corp. in 1984<ref name=''MOOT''>{{
====Opbouw====
De structuur van het ondernemingsplan bestaat vaak uit de volgende onderdelen:<ref name=''KVK2''>{{
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <
! style="background: #3B6194;" | <
! style="background: #3B6194;" | <
! style="background: #3B6194;" | <
! style="background: #3B6194;" | <
|-
| Gegevens
Regel 229:
| Omzetprognose
|-
| Eigenschappen en vaardigheden<ref name=''BRINKMAN''>{{
| Product of dienst
| Marketing
Regel 238:
| [[Ondernemingsplan/Haalbaarheidsonderzoek|Haalbaarheidsonderzoek]]
| Promotie
| Personeel<ref name=''HRM''>{{
| Investeringsbegroting
|-
Regel 250:
|
|
| Benodigde kennis<ref name=''KOERSELMAN''>{{
| Exploitatiebegroting
|}
Regel 263:
* '''''Prijs'''''
:Het fundament van de onderneming zijn de |financiën<ref name=''BOER''>{{
* '''''Plaats'''''
Regel 269:
* '''''Promotie'''''
:De P van '''promotie''' vergelijkt de punten uit de interne organisatie van met de concurrentie. Waarom de klant het product verkiest boven die van een concurrent, is voor het bepalen van het bestaansrecht een cruciale vraag. Men kan dit onderbouwen door bijvoorbeeld de Unique Selling Proposition (USP) te noemen. Ook is de prijs en kwaliteit verhouding in vergelijk met de concurrentie een belangrijk gegeven. Een onderzoek naar de markt valt eveneens hieronder. De marketingmix is hier een belangrijk analysemiddel. In het marketingplan<ref name=''MARKETING''>{{
====Modellen====
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <
! colspan="2" style="background: #3B6194;" | <
|-
| Bontje-model<ref name=''BONTJE''>{{
| Doe het zelf methode voor ondernemers in het MKB om in stappen een ondernemingsplan te schrijven
|-
| Business Box<ref name=''BUSINESSBOX''>{{
| Een online hulpmiddel om in tien stappen tot een ondernemingsplan te komen
|-
| Durham-model<ref name=''GIBB''>{{
| Richt zich met name op de eigenaar in het MKB vanuit een projectmatige blik
|-
| EBRAR vragenlijst<ref name=''EBRAR''>{{
| Een vragenlijst om een ondernemingsplan te schrijven of te beoordelen gebaseerd op 10 wetenschappelijke principes.
|-
| INK-model<ref name=''INK''>{{
| Een gangbaar diagnose model voor het Nederlandse MKB
|-
| Interactieve Strategisch Management<ref name=''ISM''>{{
| Op gestructureerde wijze ontwikkelen van een ondernemingsplan door agrariërs
|-
| LHV Rekenmodel Ondernemingsplan<ref name=''LHV''>{{
| De huisarts krijgt met dit model informatie over hoe zijn praktijk heeft gedraaid en kan zodoende een beter plan maken voor de toekomst.
|}
Regel 303:
Een ondernemingsplan wordt aangeraden door deskundigen om de haalbaarheid van het bedrijf te vergroten. Het is principe zelfs verplicht indien er een krediet nodig is van een bank, of wanneer men in aanmerking wil komen voor een uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz.) Dit geldt alleen als men vanuit een bijstandsuitkering een onderneming wil starten of na afloop van een Startperiode vanuit een WW-uitkering. In sommige gevallen kan het ondernemingsplan ook bedoeld zijn om het vertrouwen te winnen van andere partijen, zoals leveranciers of verzekeraars.
Andere redenen om een plan te schrijven zijn<ref name=''KUNST''>{{
====Overwegingen====
De voordelen die het hebben van een ondernemingsplan oplevert<ref name="ZWART">{{
* het effectiever kunnen aanwenden van |schaarse middelen door de sterke en zwakke punten van de onderneming te analyseren.
* het nemen van rationele beslissingen op basis van concrete gegevens.
Regel 312:
* het beter kunnen uitdragen, zowel intern en als extern, van wat men wil bereiken en waar men voor staat.
Ondanks deze voordelen begint een ondernemer in circa de helft van de gevallen zonder een ondernemingsplan<ref name=''WEVER''>{{
Ondernemers die willen groeien zijn meer geneigd tot het schrijven van een ondernemingsplan dan ondernemers die dat niet willen<ref name=''EIM''>{{
====Criteria====
Criteria waaraan een ondernemingsplan kan worden getoetst zijn<ref name=''BERRY''>{{
De wettelijke bepalingen omtrent de start van een onderneming zijn vastgelegd in de vestigingswet, die voorschrijft welke vergunningen of diploma's ondernemers die een bepaald soort bedrijf willen starten moeten bezitten. De vestigingswetgeving bestaat uit een verzameling wettelijke bepalingen, waarvan de basis in Nederland wordt gevormd door de Vestigingswet bedrijven 1954. België kent zijn eigen bepalingen, zie de Belgische Vestigingswet. Bij het beoordelen van de gang van zaken van een onderneming, bijvoorbeeld na een faillissement, kan de rechter het ondernemingsplan<ref name="BB9709">{{
====Ondersteuning en onderwijs====
Verschillende partijen kunnen bij het opstellen van een ondernemingsplan vooraf ondersteuning bieden, zoals partners]], advocaten, accountants , controllers, consultants, banken, Kamer van Koophandel en overheden.<ref name=''HOUBEN''>{{
Ondernemingsplannen worden in het onderwijs gebruikt om bepaalde concepten duidelijk te maken, bijvoorbeeld bij [[economie|economische]] studies. Studenten die overwegen een eigen bedrijf te beginnen worden door onderwijsinstellingen vaak geholpen bij het schrijven van een ondernemingsplan en het uitvoeren daarvan middels startsubsidies<ref name=''RUG''>{{
====Voorbeelden====
De meeste ondernemers die voor de eerste keer een ondernemingsplan opstellen doen dit aan de hand van een voorbeeld.<ref name=''DUMMIES''>{{
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <
! colspan="2" style="background: #3B6194;" | <
|-
| Kunstencentrum Groep
| Ondernemingsplan Kunstencentrum Groep 2009-2012<ref name=''KUNSTENCENTRUM''>{{
|-
| Nederlands Psychoanalytisch Instituut
| Ondernemingsplan 2006 – 2010: Nieuwe tijden, nieuwe wegen<ref name=''NPI''>{{
|-
| Rijkswaterstaat
| Ondernemingsplan; een nieuw perspectief voor Rijkswaterstaat<ref name=''RIJKSWATERSTAAT''>{{
|-
| SLS Wonen
| Ondernemingsplan 2008-2012<ref name=''SLS''>{{
|-
| Stichting Kunstfort Vijfhuizen
| Ondernemingsplan 'FORTISSIMO!' 2009-2012<ref name=''KUNSTFORT''>{{
|-
| Studentenhuisvester DUWO
| Ondernemingsplan 2006–2010<ref name=''DUWO''>{{
|}
Regel 363:
{{Wikiquote|Ondernemingsplan}}
{{
=== Haalbaarheidsonderzoek ===
Een '''haalbaarheidsonderzoek''' is een [[Methodiek van toegepast onderzoek|onderzoek]] waaruit moet blijken of de eisen, die aan een nieuw of veranderd project, product of onderneming zijn gesteld, te verwezenlijken zijn. Het document waarin de resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd noemt men een Business_case<ref name=''BUIJS''>{{
====Opbouw====
Regel 405:
====Overheid====
Private investeerders stoppen maar zelden geld in haalbaarheidsonderzoeken omdat zij slecht in staat zijn te beoordelen of zo'n onderzoek zinvol is. De overheid daarentegen is daartoe veel beter in staat. Daarom financiert zij kansrijke haalbaarheidsonderzoeken. Ze laat het vervolgens aan de investeerders over om te bepalen welk idee de meeste rendementen zal opleveren.<ref name=''GROEN''>{{
=== Voorbeelden ===
Regel 422:
{| align="left"
|style="width:70px;" |{{
|{{Appendix||2=
'''Personen'''
Regel 435:
|}
{{
|