Onderwijsprofessional/Onderwijsentrepreneur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen
Regel 34:
{{Onderwijsprofessional/Lemma|Titel=Onderwijsintrapreneur}}
 
Een onderwijsintrapreneur is een ondernemende onderwijswerknemer. De term is een samenvoegsel van een '''intrapreneur'''<ref group="begrip">Intrapreneur = iemand die zich binnen een organisatie ondernemend gedraagt.</ref> werkend in een '''onderwijsorganisatie'''. Om intrapreneurs binnen een organisatie te ondersteunen zijn er volgens de literatuur vijf factoren die aandacht verdienen<ref name="Birger">{{citeerCiteer boek|Titel=Enabling Intrapreneurship and Psychological Ownership Inside Firms. A case study of a train maintenance company|Uitgever=Erasmus University Rotterdam|Achternaam=Birger, I.|Datum=maart 2008}}</ref>:"rewards and reinforcement", "time availability", "management support", "autonomy/work discretion" en "organizational boundaries". ''No one can possibly achieve any real and lasting success or get rich in business by being a conformist.'' - J. Paul Getty, American industrialist
 
==== BIK ====
Regel 42:
'''Beroepskunstenaars In de Klas''' (BIK’ers) zijn kunstenaars met een bijscholing op het gebied van [[w:projectonderwijs|(project)onderwijs]] zodat zij scholen kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van eigen kunstprojecten.
 
In Nederland is het overheidsbeleid<ref name=''IMPULS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Quirine van der Hoeven | Titel = '''De Grens als spiegel: Cultuuronderwijs in Nederland en Vlaanderen vergeleken''' | Datum = 2005 | Plaats = Den Haag | Uitgever = IMPULS, 36e jaargang, nummer 1, september 2005 | Bladzijdes = 23-====}}</ref> erop gericht kinderen en jongeren meer te laten kennismaken met cultuur. Dit resulteerde in 1996 in het '''project Cultuur en School'''<ref name=''MIN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen | Titel = '''Cultuur en School''' | Datum = 1996 | Plaats = Den Haag | Uitgever = SDU}}</ref>. Tussen 1997 en 2003 richtte zich dit project met name op het voortgezet onderwijs<ref name=''VO''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Lieftink, J., & Miellet, G. | Titel = '''Zicht op
cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Kunst- en cultuurvakken in het voortgezet onderwijs..''' | Datum = 2002 | Plaats = Utrecht | Uitgever =Cultuurnetwerk Nederland}}</ref>. Sinds 2003 sloot het basisonderwijs zich hierbij aan. De Nederlandse regering stimuleerde deze ontwikkeling in 2004 door de subsidieregeling '''Versterking cultuureducatie in het Primair Onderwijs'''<ref name=''PRIMAIR''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen | Titel = '''Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs 2004-2007''' | Datum = 2005 | Plaats = Den Haag | Uitgever = MOC en Wetenschap}}</ref>. Doel hiervan was dat alle basisscholen, in nauwe samenwerking met hun culturele omgeving, een gedegen cultuureducatie beleid te laten voeren. Een vorm van deze samenwerking is het project '''beroepskunstenaars in de klas (BIK)'''. De door de Nederlandse overheid gewenste structurele onwikkeling uitte zich in het feit dat na een groot wetenschappelijk onderzoek<ref name=''ONDERZOEK''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = W.J. van Silfhout, F.M.H.M. Driessen | Titel = '''Evaluatie van de Versterking Cultuureducatie Primair Onderwijs door gemeenten en provincies in het kader van de afspraak tussen IPO, VNG en OCW''' | Datum = 2006 | Plaats = Utrecht | Uitgever = Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen | ISBN = 90-73259-44-4}}</ref>, de financiering van de regeling in het schooljaar 2006/2007 is opgegaan in de [[Onderwijsondernemer/Profijt|lumpsum]], de standaard financiering van een basisschool. Naast basisscholen wordt er van de Regeling Beroepskunstenaars in de Klas (BIK) ook in andere typen onderwijs gebruik gemaakt<ref name=''WANITA''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Gabrielle Rozing | Titel = '''Kunst, Cultuur en ROC’s: Vraag en aanbod van kunst- en cultuureducatie voor het ROC''' | Datum = 2006 | Plaats = Utrecht | Uitgever = Masterthesis Kunstbeleid en Management – Universiteit van Utrecht}}</ref>. Beroepskunstenaars in de Klas wordt ook ingezet in het Wanita-concept<ref name=''ROC''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Oud, W. | Titel = '''Ontwikkeling en implementatie van het Wanita-concept. Afsluiting van de monitor.''' | Datum = 2007 | Plaats = Amsterdam | Uitgever = SCO-Kohnstamm Instituut van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam | ISBN = 978-90-6813-8443}}</ref>. Dit concept heeft als uitgangspunt om, naast een cursorisch deel van het programma voor de verwerven van de basisvaardigheden, een geïntegreerd programma te ontwikkelen inclusief de integratie van de kunsten.
 
De term beroepskunstenaar wordt gedefinieerd in de '''Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik)'''<ref name=''STAATSCOURANT''>{{citeerCiteer boek | Titel = '''Bekendmaking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 2009, nr. IVV/FB/2009/27807, betreffende herziening van de bedragen genoemd in de Wet werk en inkomen kunstenaars met ingang van 1 januari 2010''' | Datum = 2009 | Uitgever = Staatscourant,
nr. 19908, 24 december 2009}}</ref> en bij het beroepsmatigheidsonderzoek dat in het kader van de Wwik wordt uitgevoerd door Kunstenaars&CO<ref name=''KCO''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = IVA beleidsonderzoek en advies | Titel = '''Evaluatie van de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik); Onderzoeksrapport.''' | Datum = 2010 | Uitgever = Onderzoek verricht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid}}</ref>. In het rapport Kunstenaars in Nederland<ref name=''CBS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Wendy Jenje-Heijdel, Danielle ter Haar | Titel = '''Kunstenaars in Nederland''' | Datum = 2007 | Uitgever = Centrum voor Beleidsstatistiek 07005}}</ref> (CBS 2007) wordt het aantal beeldende kunstenaars in Nederland op 7.000 geschat. De sectormonitor beeldende kunst<ref name=''MONITOR''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Teunis IJdens | Titel = '''Voorstudie sectormonitor beeldende kunst;
Eindrapport.''' | Plaats = Tilburg | Datum = 2009 | Uitgever = IVA Beleidsonderzoek en Advies}}</ref> brengt de informatie betreffende de BIK uit deze en andere bronnen samen.
 
Om de kwaliteit van de beroepskunstenaars te waarborgen is er een erkende kwalificatie<ref name=''ERKENNING''>{{citeerCiteer boek | Titel = '''Bechermd predikaat Registeropleiding''' | Uitgever = Stichting Post Hoger Beroeps Onderwijs Nederland | URL = http://www.cpion.nl/Default.aspx?pagina= }}</ref> ontwikkeld gekoppeld aan een opleiding. De BIK-opleiding is in 2002 ontwikkeld door Theo van Adrichem<ref name=''VOLKSKRANT''>{{citeerCiteer boek | Titel = '''Als je lelijke dingen tekent, wordt het toch weer mooi''' | Datum = 2007 | Uitgever = De Volkskrant, 19 april 2007 | URL = http://www.volkskrant.nl/kunst/article417404.ece/Als_je_lelijke_dingen_tekent_wordt_het_toch_weer_mooi&section=news&wrt_id=487 }}</ref>en wordt op vele locaties in het land gegeven. Deze parttime (post-hbo) opleiding duurt één jaar en omvat naast een theoretisch deel ook een drietal stages op scholen. Na de met succes afgeronde studie wordt het BIK-certificaat uitgereikt. Het programma leert de deelnemers om naast het verzorgen van creatieve workshops of museumprojecten, ook kunstbeschouwing en cultuurlessen te verzorgen waarbij leerlingen op reflectieve wijze, dan wel op receptieve wijze in contact komen met beeldende kunst. Critici wijzen op het tekort aan agogische en didactische kennis in het programma<ref name=''MOCCA''>{{citeerCiteer boek | Titel = '''Trendrapport Cultuureducatie in Amsterdam.''' | Datum = 2009 | Uitgever = MOCCA Expertisenetwerk Cultuureducatie}}</ref>.
 
* [http://www.beroepskunstenaarsindeklas.nl www.beroepskunstenaarsindeklas.nl]
Regel 60:
 
==== Maatschappelijk ====
Maatschappelijk Ondernemen (MO), wat zowel profit als non-profit kan, wordt door de SER<ref name=''SER''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Sociaal Economische Raad | Titel = '''De winst van waarden''' | Datum = 2001 | Plaats = Den Haag}}</ref> gelijkgesteld aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Ondernemen op een verantwoorde manier, in het Engels geduid als Corporate Social Responsibility, hoeft een maatschappelijke verandering echter niet als doelstelling te hebben, wat in het Engels wordt geduid als Social Entrepreneurship. In dit boek wordt van de onderwijsondernemer verwacht dat hij niet alleen economische waarde (profit) toevoegt maar ook sociale (people) en ecologische waarde (planet). We zullen de begrippen [[w:maatschappelijk ondernemen|maatschappelijk ondernemen]] en [[w:maatschappelijk verantwoord ondernemen|maatschappelijk verantwoord ondernemen]] als beide hebbende deze betekenis hiervoor inzetten (zoals ook op wikipedia gebeurt).
 
==== Ondernemerschap ====
Ondernemerschap is, in de visie van dit boek, kansen zien en benutten door middel van een eigen bedrijf of binnen een (groter) bedrijf waarmee je waarde creëert voor jezelf en je omgeving. Een definitie die aansluit bij die van Martijn Driessen <ref name="DRIESSEN">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Driessen, dr. M.P. | Titel = '''Proefschrift E-Scan Ondernemerstest, beoordeling en ontwikkeling ondernemerscompetentie''' | Datum = 2005}}</ref>in zijn proefschrift over de entrepreneur als ''de ondernemende ondernemer'', hoewel strikt genomen een ondernemer iemand is die een eigen bedrijf runt. Subsidie spuit voor een school die ondernemend wil opereren vaak op langere termijn zand in de motor in plaats van benzine.
 
=== Gereedschappen ===
Regel 96:
De term Unique Selling Proposition (USP) werd bedacht door Rosser Reeves van de Ted Bates & Company. Het is een marketingconcept dat is ontstaan om patronen in succesvolle reclamecampagnes in de jaren '40 te verklaren. De theorie beweert dat zulke campagnes unieke voorstellen deden aan potentiële klanten. Deze voorstellen overtuigden de klanten om van merk te wisselen.
Vandaag de dag wordt de term gebruikt om onderscheidende aspecten van een product te benoemen als basis voor marketingstrategieën.
{{clearleftClearleft}}
 
==== Definitie ====
Regel 104:
 
==== Criteria ====
Oorspronkelijke criteria die de bedenker<ref name=''REEVES''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Reeves, Rosser | Titel = '''Reality in Advertising''' | Datum = 1961 | Plaats = New York | Uitgever = Alfred A. Knopf}}</ref> opstelde zijn:
* Elke reclame moet een voorstel doen aan de klant die hem zegt dat hij het product moet kopen om de bijbehorende voordelen te ontvangen.
* Het voorstel moet er een zijn dat de concurrentie niet (kan) aanbieden.
Regel 140:
Met name Groot-Brittannië zette in het verleden meerdere grote politieke stappen voor de ontwikkeling van Entrepreneurship Education. Zo is er uit publieke middelen een Higher Education Innovation Fund (www.hefce.ak.uk) en een Science Enterprise Challenge Fund (www.ost.gov.uk) opgericht. Het laatste fonds stemde het ontplooien van ondernemerschap af op het vergroten van wetenschappelijke kennis. Er ontstonden Centres of Excellence in Teaching and Learning Entrepreneurship bij de universiteiten van Nottingham, Leeds Metropolitan en bij White Rose Consortium. Evenals tal van andere activiteiten die door de National Council for Graduate Entrepreneurship <ref>NGCE International Conference, januari 2005</ref> recent bij elkaar zijn gebracht om van elkaar te leren.
 
In 2003 nam de Europese Unie .<ref>Europese Commissie 2003</ref> het besluit, na het geven van een opdracht tot een aantal grote onderzoeken en reviews <ref>Europese Commissie 2002</ref>, om ondernemende activiteiten middels het onderwijs te stimuleren. Dit werd na analyse van de resultaten nog eens bekrachtigd in 2005 <ref>Europese Commissie 2005</ref>. Ook in de VS is sinds enkele jaren een hernieuwde aandacht voor ondernemend onderwijs.
 
Volgens onderzoekers<ref>Patricia G. Greene en Mark P. Rice, '''Entrepreneurship education''', Edward Elgar Publishing Limited, 2007, {{ISBN|1=978 1 84542 4=== 0}}</ref> dient het onderwijzen van ondernemerschap breed te worden aangepakt. Vooral het opnemen van een training in bewustwording noemen zij van groot belang. Het gaat daarbij om het ervaren wat ondernemerschap inhoudt. Vroege Europese voorbeelden in het buitenland zijn het Graduate Entreprise Programma (Groot-Brittannië)<ref>Robert Brown, '''The Graduate Enterprise Programme''', Attempts to measure the effectiveness of small business training, Journal of Education and Work, Volume 8, Issue 1 1995 , pages 27 - 37</ref> en de Entrepreneur-Service (Noorwegen).
 
Voor het Nederlands onderwijs betekende deze adviezen dat het kabinet.<ref>Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen</ref> besloot jongeren al vroeg met ondernemerschap in aanraking te laten komen.<ref>Minister president Jan-Peter Balkenende, '''Nederland Innovatief, 6 december 2007'''</ref>. In Nederland ontstond zodoende vanuit verschillende ministeries (OCW, EZ en Landbouw) samen met andere partijen (ondernemersverenigingen, bedrijven en banken) het partnership leren ondernemen<ref>Partnership Leren Ondernemen, oprichting november 2005</ref>. Later is dit veranderd in onderwijs onderneemt.
 
Het Onderwijs Netwerk Ondernemen dat in april 2009 door hen gelanceerd is heeft als doelstelling het stimuleren van ondernemen binnen het onderwijs en het vergroten van een ondernemende houding bij leerlingen, studenten, docenten en management. De subsidieregeling helpt scholen een netwerk op te richten van onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. Een subsidie<ref> SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken</ref> kon alleen worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van ten minste vier deelnemers, waaronder minimaal twee onderwijsinstellingen en minimaal één ondernemer. Het budget voor 2009 van vier miljoen euro is toegekend aan 27 gehonoreerde projecten waarvan zeven afkomstig uit het primair onderwijs, negen uit het voortgezet onderwijs en elf uit het middelbare beroepsonderwijs. Gemiddeld kregen de projecten 150.000 euro aan subsidie.
Regel 199:
 
====Definitie====
Meestal wordt een ondernemingsplan geassocieerd met het oprichten van een nieuwe onderneming of het overnemen daarvan. In de praktijk blijken juist gevestigde ondernemers vaak een plan te schrijven dat aangeeft waar hun onderneming binnen een bepaalde periode zal staan. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, wordt een ondernemingsplan dus niet alleen gebruikt door starters maar ook door ervaren organisaties<ref name=''CLOSE''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Close, J.P. | Titel = Succesgids voor ondernemers: meer kans van slagen voor startende en ervaren ondernemers | Datum = 2007 | Uitgever = Pearson Education | ISBN = 9043014109}}</ref> (zie [[Ondernemingsplan#Voorbeelden|voorbeelden]]).
 
Volgens de definitie van Bruyland<ref name=''BRUYLAND''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Bruyland, M. | Titel = Spin-offs als valorisatiemechanisme van universitair onderzoek: een managementmodel | Datum = 2001 | Uitgever = Katholieke Universiteit Leuven}}</ref> geeft een ondernemingsplan daarom ''een volledige beschrijving van de onderneming en van de manier waarop deze onderneming omgaat, en in haar toekomst denkt om te gaan, met de eisen en de voorwaarden die de omgeving aan haar stelt.'' Hij beperkt dus de definitie niet tot nog op te richten bedrijven. In een ondernemingsplan moeten, volgens Bruyland, in ieder geval de volgende vragen duidelijk beantwoord worden: ''Wat wil ik? Wat kan ik? Wat ga ik doen''. Het Agentschap Ondernemen, het aanspreekpunt van de Vlaamse overheid voor ondernemers, benadrukt het uiteindelijke doel van het ondernemingsplan, namelijk het achterhalen van de haalbaarheid van de onderneming. In haar definitie<ref name=''AGENTSCHAP''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Agentschap Ondernemen | Titel = Ondernemingsplan | Datum = 2005 | Uitgever = Vlaamse Overheid | URL = http://ewbl-publicatie.vlaanderen.be/servlet/ContentServer?pagename=Ondernemen/Page/MVG_CMS4_Glossary&c=Page&cid=1110798672161#o}}</ref> vindt men de onderdelen van het ondernemingsplan terug. Dit zijn: de activiteiten, het product, de markt, de mensen en de financiering.
 
====Functie====
De bedrijfskunde onderscheidt de volgende mogelijke functies van een ondernemingsplan: het kan als visitekaartje dienen, een beleidsinstrument zijn, een denkoefening en/of een hulpmiddel bij financiering<ref name=''MUYNCK''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = De Muynck, H. | Titel = Inleiding tot de bedrijfskunde | Datum = 2007 | Uitgever = Lannoo Uitgeverij | ISBN = 902096206X}}</ref>. Speciale ondernemingsplannen zijn het strategisch plan en het crisisplan. Een ondernemingsplan, waarin de strategische ontwikkeling van de onderneming centraal staat wordt ook wel een strategisch plan<ref name=''ROELS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Roels, F. | Titel = Handboek adviseur: vraagbaak voor ondernemerschap | Datum = 2003 | Uitgever = Kluwer | ISBN = 901301092X}}</ref> genoemd. Als een ondernemingsplan dient om een voortzetting van een bedrijf na een faillissement te onderbouwen, wordt ook wel gesproken van een crisisplan of overlevingsplan<ref name=''BLOM''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Blom, R.J. | Titel = Omgaan met ... faillissement, surseance en schuldsanering | Datum = 2004 | Uitgever = Kluwer | ISBN = 901301674X}}</ref>.
 
====Geschiedenis====
De geschiedenis van het ondernemingsplan hangt nauw samen met de geschiedenis van de ondernemer of onderneming. Het ondernemerschap is zo oud als de mens zelf. Ondernemingen konden al worden gevonden in Mesopotamie en het Neo-Babylon<ref name=''LANDES''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Landes, D.S., Mokyr, J. en Baumol, W.J. | Titel = The Invention of Enterprise: Entrepreneurship from Ancient Mesopotamia to Modern Times | Datum = 2010 | Uitgever = Princeton University Press | ISBN = 0691143706}}</ref>. Ze kwamen overal in de wereld voor; van Japan, China en koloniaal India tot de recente middeleeuwse ontwikkelingen in Europa en de VS. Ook ondernemingen op grote schaal ontstonden al vrij vroeg in de geschiedenis van de moderne mens.
 
Een relatief recente pijler in deze geschiedenis is bijvoorbeeld de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), die als eerste onderneming aandelen uitgaf. De oprichtingsakte, het staatsprivilege (octrooi) en de vrijbrief met vergaande soevereiniteitsrechten kunnen worden gezien als een ondernemingsplan dat was bedoeld om toekomstige aandeelhouders ertoe over te halen de VOC te financieren. De eerste industriële revolutie die ontstond in Engeland kan ook als een mijlpaal worden gezien. Als eerste land op het continent gevolgd door België. Nederland volgde veel later. Een andere pijler in de Nederlandse geschiedenis van het ondernemingsplan is Willem Albert Scholten. Hij was de eerste Nederlandse ondernemer die een industriële multinational wist op te richten en voor deze plannen financiers wist te overtuigen<ref name=''KNAAP''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Knaap, D.A. | Titel = 'Voor geld is altijd wel een plaats te vinden' : de firma W.A. Scholten (1841-1892) : de eerste Nederlandse industriële multinational | Datum = 2004 | Uitgever = Rijksuniversiteit van Groningen | URL = http://irs.ub.rug.nl/ppn/267787472}}</ref>.
 
Een van de eerste ondernemerswedstrijden in de wereld, die het indienen een ondernemingsplan als model had, werd begonnen door de Moot Corp. in 1984<ref name=''MOOT''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Randall, T en Brawley, D.E. | Titel = MOOT Corp Or Bust! Do Business Plan Competitions Make A Difference? An Empirical Analysis | Datum = 2009 | Uitgever = Southern Journal of Entrepreneurship | URL = http://southernjournalentrepreneurship.org/proceedings/SAE-Papers-Proceedings-2009-Conference.pdf#page=192}}</ref>. Dit model werd daarna snel populair in de Amerikaanse academische wereld. In 1989 werden de ondernemerswedstrijden uitgevoerd op alle voorname Amerikaanse universiteiten<ref name=''HONIG''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Honig, B. | Titel = Entrepreneurship education: Toward a model of contingency-based business planning | Datum = 2004 | Uitgever = Academy of Management Learning & Education | URL = http://www.jstor.org/pss/40214115}}</ref>.
 
====Opbouw====
De structuur van het ondernemingsplan bestaat vaak uit de volgende onderdelen:<ref name=''KVK2''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Kamer van Koopphandel | Titel = Een ondernemingsplan maken | URL = http://www.kvk.nl/bedrijf_starten/orientatie/een_ondernemingsplan_maken/?refererAliasStat=ondernemingsplan}}</ref> [[Bestand:Ondernemingsvormen.jpg|thumb|right|Gangbare rechtsvormen van een midden of klein bedrijf]]
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Ondernemer</fontspan>
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Onderneming</fontspan>
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Markt</fontspan>
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Organisatie</fontspan>
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Financiëen</fontspan>
|-
| Gegevens
Regel 229:
| Omzetprognose
|-
| Eigenschappen en vaardigheden<ref name=''BRINKMAN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Brinkman, E. | Titel = Onderzoek naar de succes- en faalfactoren van startende ondernemers | Datum = 2000 | Uitgever = Rijksuniversiteit Groningen}}</ref>
| Product of dienst
| Marketing
Regel 238:
| [[Ondernemingsplan/Haalbaarheidsonderzoek|Haalbaarheidsonderzoek]]
| Promotie
| Personeel<ref name=''HRM''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Evers, G.H.M. en Verhoeven, C.J. | Titel = Human resources planning: een integrale benadering van personeelsplanning | Datum = 1999 | Uitgever = Kluwer | ISBN = 9026730004}}</ref>
| Investeringsbegroting
|-
Regel 250:
|
|
| Benodigde kennis<ref name=''KOERSELMAN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Koerselman, W. | Titel = Scenarioplanning een instrument in de kennisstrategie | Datum = december 2004 | Uitgever = Intellectueel Kapitaal, derde jaargang, nummer 5/6 | URL = http://igitur-archive.library.uu.nl/DARLIN/2006-0704-200049/UUindex.html}}</ref>
| Exploitatiebegroting
|}
Regel 263:
 
* '''''Prijs'''''
:Het fundament van de onderneming zijn de |financiën<ref name=''BOER''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Boer, P. de | Titel = Basisboek bedrijfseconomie | Datum = 2009 | Uitgever = Noordhoff Uitgevers B.V. | ISBN = 9001702430}}</ref>. Prognoses over de te behalen omzet, die primair afhangen van de '''prijs''' van het product en het aantal verkochte producten, vallen hieronder. Bij welke prijs en afzet wordt er voldoende omzet gegenereerd om de kosten te dekken (break-even point)? Welke kosten zijn nodig om de start te kunnen maken? Hoe wordt het een en ander gefinancierd (krediet of spaargeld). De solvabiliteit is hierbij van belang. Wat zal op grond van de omzetprognose en de investeringsbegroting, de nettowinst in het verloop van de tijd bedragen? Hoe verlopen de beschikbare geldelijke middelen in de tijd (liquiditeitsbegroting)? Met andere woorden, is er op elk moment voldoende geld in de kas?
 
* '''''Plaats'''''
Regel 269:
 
* '''''Promotie'''''
:De P van '''promotie''' vergelijkt de punten uit de interne organisatie van met de concurrentie. Waarom de klant het product verkiest boven die van een concurrent, is voor het bepalen van het bestaansrecht een cruciale vraag. Men kan dit onderbouwen door bijvoorbeeld de Unique Selling Proposition (USP) te noemen. Ook is de prijs en kwaliteit verhouding in vergelijk met de concurrentie een belangrijk gegeven. Een onderzoek naar de markt valt eveneens hieronder. De marketingmix is hier een belangrijk analysemiddel. In het marketingplan<ref name=''MARKETING''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = MacDonald, M., Morris, P. en Eunen, E. van | Titel = Het marketingplan in beeld: een beeldige gids voor managers | Datum = 2000 | Uitgever = Kluwer | ISBN = 9014071957}}</ref> kan men mede op grond hiervan aangeven op welke manier klanten worden bereikt; bijvoorbeeld door gebruik te maken van advertenties, het aanmelden bij zoekmachines, het gebruiken van folders, mailings of tv-spotjes.
 
====Modellen====
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Middel</fontspan>
! colspan="2" style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Toepassing</fontspan>
|-
| Bontje-model<ref name=''BONTJE''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Bontje, J.C.B. | Datum = 1993 | Titel = Ondernemersboek | Uitgever = Samsom | Plaats = Alphen a/d Rijn}}</ref>
| Doe het zelf methode voor ondernemers in het MKB om in stappen een ondernemingsplan te schrijven
|-
| Business Box<ref name=''BUSINESSBOX''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Business Box | Datum = 2010 | Titel = Je ondernemingsplan in 10 stappen | Uitgever = Zonneveld Marks | URL = http://www.businessbox.nl/je-ondernemingsplan-in-10-stappen.html}}</ref>
| Een online hulpmiddel om in tien stappen tot een ondernemingsplan te komen
|-
| Durham-model<ref name=''GIBB''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Gibb, A.A. | Datum = 1992 | Titel = Study of the growth of small firms | Uitgever = Durham University}}</ref>
| Richt zich met name op de eigenaar in het MKB vanuit een projectmatige blik
 
|-
| EBRAR vragenlijst<ref name=''EBRAR''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Hindle, K. en Mainprize, B. | Datum = 2006 | Titel = Entrepreneurial Business Plan Assessment Regime | Uitgever = The Journal of Private Equity | URL = http://www.iijournals.com/doi/abs/10.3905/jpe.2006.635424}}</ref>
| Een vragenlijst om een ondernemingsplan te schrijven of te beoordelen gebaseerd op 10 wetenschappelijke principes.
|-
| INK-model<ref name=''INK''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Instituut Nederlandse Kwaliteit | Datum = 2000 | Titel = INK-managementmodel | Uitgever = Ministerie van Economische Zaken | URL = http://www.ink.nl/}}</ref>
| Een gangbaar diagnose model voor het Nederlandse MKB
|-
| Interactieve Strategisch Management<ref name=''ISM''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Agrocenter | Datum = 2010 | Titel = Interactieve Strategisch Management | Uitgever = Wageningen UR | URL = http://www.agrocenter.wur.nl/NL/Tools/Ondernemerschap+en+strategievorming/ISM/}}</ref>
| Op gestructureerde wijze ontwikkelen van een ondernemingsplan door agrariërs
|-
| LHV Rekenmodel Ondernemingsplan<ref name=''LHV''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Huisartsen Informatie Systeem | Datum = 2010 | Titel = LHV Rekenmodel Ondernemingsplan | Uitgever = De Landelijke Huisartsen Vereniging | URL = http://www.lhv-rekenmodelondernemingsplan.nl/}}</ref>
| De huisarts krijgt met dit model informatie over hoe zijn praktijk heeft gedraaid en kan zodoende een beter plan maken voor de toekomst.
|}
Regel 303:
Een ondernemingsplan wordt aangeraden door deskundigen om de haalbaarheid van het bedrijf te vergroten. Het is principe zelfs verplicht indien er een krediet nodig is van een bank, of wanneer men in aanmerking wil komen voor een uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz.) Dit geldt alleen als men vanuit een bijstandsuitkering een onderneming wil starten of na afloop van een Startperiode vanuit een WW-uitkering. In sommige gevallen kan het ondernemingsplan ook bedoeld zijn om het vertrouwen te winnen van andere partijen, zoals leveranciers of verzekeraars.
 
Andere redenen om een plan te schrijven zijn<ref name=''KUNST''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Kunst, J. | Datum = 2005 | Titel = Belang van het ondernemingsplan; Overwegingen bij het maken van het plan | URL = http://www.munros.nl/pdf/belangvanhetondernemingsplan.pdf}}</ref> het in kaart brengen van de eigen ideeën, hulp bij het managen van de onderneming, het achteraf kunnen vaststellen van de mate van succes, het bestaansrecht van de onderneming aantonen<ref name="FALLEK">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Fallek, M. | Datum = 1998 | Titel = The importance of a business plan for making a bank loan application | Uitgever = Business Credit}}</ref> of hulp bij het aanvragen van een financiering.
 
====Overwegingen====
De voordelen die het hebben van een ondernemingsplan oplevert<ref name="ZWART">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Zwart, P.S. | Datum = 1991 | Titel = Het ondernemingsplan in het MKB, een hoeksteen van de bedrijfsvoering | Uitgever = Stenfert Kroese BV | Plaats = Leiden}}</ref><ref name="BAKER">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Baker, W.H., Addams, H.L. en Davis, B. | Datum = 1993 | Titel = Business planning in successful small firms | Uitgever = Long Range Planning}}</ref> en die daardoor een ondernemer kunnen motiveren een dergelijk plan op te stellen zijn:
* het effectiever kunnen aanwenden van |schaarse middelen door de sterke en zwakke punten van de onderneming te analyseren.
* het nemen van rationele beslissingen op basis van concrete gegevens.
Regel 312:
* het beter kunnen uitdragen, zowel intern en als extern, van wat men wil bereiken en waar men voor staat.
 
Ondanks deze voordelen begint een ondernemer in circa de helft van de gevallen zonder een ondernemingsplan<ref name=''WEVER''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Wever, E. | Datum = 1992 | Titel = Ondernemen in techniek, analyse en beleid van succesvolle bedrijven | Plaats = Den Haag | Uitgever = SMO-informatief 92-5}}</ref><ref name=''RISSEEUW''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Risseeuw, P.A., and E. Masurel | Titel = The Role of Planning in Small Firms: Empirical Evidence from a Service Industry | Datum =1994 | Uitgever = Small Business Economics 6}}</ref>. Als reden wordt vaak genoemd dat omstandigheden dusdanig snel wijzigen dat een strak plan de onderneming remt<ref name=''MINTZBERG''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Mintzberg, H. | Titel = The rise and fall of strategic planning | Datum = 2000 | Uitgever = Pearson Education | ISBN = 0273650378}}</ref>. Voor ondernemers speelt ook de tijd die het opstellen van een ondernemingsplan vraagt. Bij bedrijven in wording bepalen zodoende vaak negatieve institutionele factoren, zoals dwang en nabootsgedrag, of men overgaat tot het maken van een ondernemingsplan<ref name=''HONIG''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Honig, B. en Karlsson, T. | Titel = Institutional forces and the written business plan | Datum = 2004 | Uitgever = Journal of Management vol. 30 no. 1 29-48}}</ref>.
 
Ondernemers die willen groeien zijn meer geneigd tot het schrijven van een ondernemingsplan dan ondernemers die dat niet willen<ref name=''EIM''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Hulshoff, H., Kerste, R. en Snel, D. | Titel = Jonge ondernemingen in 2000 | Datum = februari 2001 | Plaats = Zoetermeer | Uitgever = EIM, programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken | ISBN = 90-371-0807-5}}</ref>. Ondernemers die wel een ondernemingsplan hebben opgesteld beschouwen zichzelf als succesvoller in vergelijking met degenen die dat niet hebben gedaan<ref name=''GUMPERT''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Gumpert, D.E. | Titel = How to Really Create a Successful Business Plan | Datum =1996 | Uitgever = Inc. Publishing; 3e editie | ISBN = 1880394235}}</ref>. Onderzoek heeft nog niet met harde cijfers bevestigd of deze beleving terecht was. Sterker nog, een onderzoek<ref name=''INC''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Bartlett, S. | Titel = Seat of the Pants | Datum = 15 oktober 2002 | Uitgever = Inc | URL = http://www.inc.com/magazine/20021015/24772.html}}</ref> onder de CEO's van de 500 snelst groeiende bedrijven in de VS toonde aan dat slechts 40 procent een ondernemingsplan had geschreven en slechts 12 procent een marktonderzoek had uitgevoerd.
 
====Criteria====
Criteria waaraan een ondernemingsplan kan worden getoetst zijn<ref name=''BERRY''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Berry, T. | Titel = Hurdle: The book on business planning | Datum = 2000 | Uitgever = Palo Alto Software.}}</ref>: eenvoud, concreetheid, haalbaarheid en volledigheid. Volgens Sahlman<ref name=''SAHLMAN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Sahlman, W.A. | Titel = How to write a great businessplan | Datum = 1997 | Uitgever = Harvard Business Review}}</ref> zijn er vier factoren die onderling samenhangen en bepalend zijn voor de onderneming. Deze vier factoren zijn: mensen<ref name=''COLLINS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Collins, J. | Titel = Good to Great: Why Some Companies Make the Leap ... and Others Don’t | Datum = 2001 | Uitgever = Random House | Plaats = Londen}}</ref>, kansen, context, risico en beloning. Ze verdienen eveneens elk hun plek. Vanuit het criterium van kredietwaardigheid bekeken, kan men stellen dat dit is bereikt als in het ondernemingsplan de behoeften van de ondernemers overeenkomen met de verwachtingen en criteria van de investeerders of financiers<ref name=''HINDLE''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Hindle, K. | Titel = An Enhanced Paradigm of Entrepreneurial Business Planning: Development, Case Applications and General Implications | Datum = 1997 | Uitgever = Swinburne University of Technology | Plaats = Melbourne, Australië}}</ref>.
 
De wettelijke bepalingen omtrent de start van een onderneming zijn vastgelegd in de vestigingswet, die voorschrijft welke vergunningen of diploma's ondernemers die een bepaald soort bedrijf willen starten moeten bezitten. De vestigingswetgeving bestaat uit een verzameling wettelijke bepalingen, waarvan de basis in Nederland wordt gevormd door de Vestigingswet bedrijven 1954. België kent zijn eigen bepalingen, zie de Belgische Vestigingswet. Bij het beoordelen van de gang van zaken van een onderneming, bijvoorbeeld na een faillissement, kan de rechter het ondernemingsplan<ref name="BB9709">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Rechtbank Utrecht | Titel = Uitspraak LJN: BB9709; aansprakelijkheid van de bestuurders en commissarissen voor de schade die Ceteco heeft geleden | Datum = 12-12-2007 | Uitgever = rechtspraak.nl}}</ref>, of het ontbreken daarvan<ref name="AV6549">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Rechtbank Arnhem | Titel = Uitspraak LJN: AV6549; afwijzing toepassing schuldsanering | Datum = 13-03-2006 | Uitgever = rechtspraak.nl}}</ref><ref name="AU3018">{{citeerCiteer boek | Achternaam = Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Titel = Uitspraak LJN: AU3018; Onverantwoord ondernemerschap leidt tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling | Datum = 11-05-2005 | Uitgever = rechtspraak.nl}}</ref>, laten meewegen in zijn uitspraak.
 
====Ondersteuning en onderwijs====
Verschillende partijen kunnen bij het opstellen van een ondernemingsplan vooraf ondersteuning bieden, zoals partners]], advocaten, accountants , controllers, consultants, banken, Kamer van Koophandel en overheden.<ref name=''HOUBEN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Houben, G. en Van Looy, W. | Titel = Het ondernemingsplan: een praktijkhandboek: principes en gevalstudies | Datum = 1995 | Plaats = Leuven/Amersfoort | Uitgever = Acco | URL = http://doclib.uhasselt.be/dspace/bitstream/1942/10168/1/05===7142008631c.pdf}}</ref><ref name=''KVK''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Kamer van Koopphandel | Titel = Seminars voor startende ondernemers | URL = http://www.kvk.nl/ondernemen_in_uw_regio/noord_nederland/actueel/seminars_kvk_noord/seminars_voor_startende_ondernemers/}}</ref> Op een gegeven moment zullen de financierende of subsidiërende instanties het plan toetsen op haalbaarheid.<ref name=''KVK2''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Verstegen, J., Vermeulen, P., de Lauwere, C., de Buck, A. en van der Meulen, H. | Titel = Het beoordelen van ondernemingsplannen ten behoeve van het Borgstellingsfonds-plus | Uitgever = LEI, PPO en IMAG in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij | Plaats = Den Haag | Datum = Juni 2003 | URL = http://www.lei.dlo.nl/publicaties/PDF/2003/2_xxx/2_03_11.pdf}}</ref>. Hierbij kunnen ze al dan niet op verzoek advies geven, waarmee het plan kan worden aangevuld of gewijzigd.
 
Ondernemingsplannen worden in het onderwijs gebruikt om bepaalde concepten duidelijk te maken, bijvoorbeeld bij [[economie|economische]] studies. Studenten die overwegen een eigen bedrijf te beginnen worden door onderwijsinstellingen vaak geholpen bij het schrijven van een ondernemingsplan en het uitvoeren daarvan middels startsubsidies<ref name=''RUG''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Looijenga, J.H. | Titel = Van student tot ondernemer | Datum = 14 september 2000 | Uitgever = RuG Katernen nr. 11 | URL = http://www.rug.nl/medewerkers/nieuws/rugKaternenPdfs/katernen11.pdf}}</ref>. In de academische wereld valt het verschil tussen een onderzoeksvoorstel voor het aanspreken van gelden van buiten en een ondernemingsplan bovendien steeds meer weg<ref name=''DERKSEN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Derksen, Dr. J.T.P. | Titel = De ondernemende onderzoeker - paradox of pleonasme? | Datum = 18 januari 2000 | Uitgever = Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Katholieke Universiteit Nijmegen | URL = http://dare.ubn.kun.nl/bitstream/2066/18861/1/18861_ondeon.pdf}}</ref>. In het ondernemend onderwijs worden vereenvoudigde ondernemingsplannen<ref name=''LEREN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Sorgdrager, W. | Titel = Cursus Ondernemen; Ondernemingsplan | Datum = 2006 | Uitgever = Leren.nl | URL = http://www.leren.nl/cursus/ondernemen/ondernemingsplan/}}</ref> gebruikt om onderwijsprojecten of leerbedrijven vorm te geven. Wikiversity heeft een ''Lunar Boom Town''-project, waar studenten van alle leeftijden kunnen samenwerken met het ontwerpen of verbeteren van ondernemingsplannen.<ref>http://en.wikiversity.org/wiki/Lunar_Boom_Town</ref>
 
====Voorbeelden====
De meeste ondernemers die voor de eerste keer een ondernemingsplan opstellen doen dit aan de hand van een voorbeeld.<ref name=''DUMMIES''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Tiffany, P. en Peterson, S.D | Datum = 2003 | Titel = Ondernemingsplannen voor dummies | Uitgever = Pearson Education | ISBN = 9043008516}}</ref>. Voorbeelden van ondernemingsplannen, door verschillende typen bedrijven opgesteld, zijn:
{| border="1" cellpadding="5" cellspacing="0"
|-
! style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Organisatie</fontspan>
! colspan="2" style="background: #3B6194;" | <fontspan colorstyle="color: #FFFFFFffffff;">Plan</fontspan>
|-
| Kunstencentrum Groep
| Ondernemingsplan Kunstencentrum Groep 2009-2012<ref name=''KUNSTENCENTRUM''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Kunstencentrum Groep | Titel = Ondernemingsplan Kunstencentrum Groep 2009-2012 | Datum = 2009 | Uitgever = Het Grafisch Huis | URL = http://www.kunstencentrumgroep.nl/templates/13/common/docs/ondernemingsplan_08-12_KCG.pdf}}</ref>
|-
| Nederlands Psychoanalytisch Instituut
| Ondernemingsplan 2006 – 2010: Nieuwe tijden, nieuwe wegen<ref name=''NPI''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Nederlands Psychoanalytisch Instituut | Titel = Ondernemingsplan 2006 – 2010: Nieuwe tijden, nieuwe wegen | Datum = 2006 | Uitgever = PlantijnCasparie | Plaats = Den Haag | URL = http://www.psychoanalytischinstituut.nl/brochures/NPIplan20062010.pdf}}</ref>
|-
| Rijkswaterstaat
| Ondernemingsplan; een nieuw perspectief voor Rijkswaterstaat<ref name=''RIJKSWATERSTAAT''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Rijkswaterstaat | Titel = Ondernemingsplan; een nieuw perspectief voor Rijkswaterstaat | Datum = 2004 | Uitgever = Het ministerie van Verkeer en Waterstaat | URL = http://www.rijkswaterstaat.nl/over_ons/missiekerntaken/rijkswaterstaatinverandering/ondernemingsplan20042008/}}</ref>
|-
| SLS Wonen
| Ondernemingsplan 2008-2012<ref name=''SLS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = SLS Wonen | Titel = Ondernemingsplan 2008-2012 | Datum = 2008 | Uitgever = Stichting SLS Wonen | URL = }}</ref>
|-
| Stichting Kunstfort Vijfhuizen
| Ondernemingsplan 'FORTISSIMO!' 2009-2012<ref name=''KUNSTFORT''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Stichting Kunstfort Vijfhuizen | Titel = Ondernemingsplan 'FORTISSIMO!' 2009-2012 | Datum = 2008 | Uitgever = Lenoirschuring | URL = http://www.kunstfort.nl/images/stories/01_algemeen/03_organisatie/kunstfort-beleidsplan_fortissimo.pdf}}</ref>
|-
| Studentenhuisvester DUWO
| Ondernemingsplan 2006–2010<ref name=''DUWO''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = DUWO | Plaats = Delft | Titel = DUWO in perspectief; Ondernemingsplan 2006–2010 | Datum = 2006 | Uitgever = Grafia | URL = }}</ref>
|}
 
Regel 363:
 
{{Wikiquote|Ondernemingsplan}}
{{wiktWikt|Ondernemingsplan}}
 
=== Haalbaarheidsonderzoek ===
Een '''haalbaarheidsonderzoek''' is een [[Methodiek van toegepast onderzoek|onderzoek]] waaruit moet blijken of de eisen, die aan een nieuw of veranderd project, product of onderneming zijn gesteld, te verwezenlijken zijn. Het document waarin de resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd noemt men een Business_case<ref name=''BUIJS''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Buijs, J., van Doorn, V. en Noordam, P. | Titel = Shared Service Centers: een kwestie van doen | Datum = 2004 | Uitgever = Kluwer | ISBN = 9037105734}}</ref>.
 
====Opbouw====
Regel 405:
 
====Overheid====
Private investeerders stoppen maar zelden geld in haalbaarheidsonderzoeken omdat zij slecht in staat zijn te beoordelen of zo'n onderzoek zinvol is. De overheid daarentegen is daartoe veel beter in staat. Daarom financiert zij kansrijke haalbaarheidsonderzoeken. Ze laat het vervolgens aan de investeerders over om te bepalen welk idee de meeste rendementen zal opleveren.<ref name=''GROEN''>{{citeerCiteer boek | Achternaam = Groen, T., Vasbinder, W.J. en Kemper Conseil Publishing | Titel = Tussen durf en voorsprong: hoe de Nederlandse kenniseconomie in 2011 een succes werd | Datum = 2004 | Uitgever = Kemper Conseil Publishing | ISBN = 9076542074}}</ref>
 
=== Voorbeelden ===
Regel 422:
 
{| align="left"
|style="width:70px;" |{{klikKlik|Afbeelding=Bijbrengen Wiki Begrip.png|Grootte=64px|Link=Onderwijsprofessional/Begrippen}}
|{{Appendix||2=
'''Personen'''
Regel 435:
|}
 
{{fase3Fase3}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.