Klassieke Mechanica/Basisbegrippen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Huibc (overleg | bijdragen)
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen
Regel 42:
Het scalair product heeft volgende eigenschappen:
 
# Distributiviteit <br /><math>(c_1\vec{a_1} + c_2\vec{a_2})\cdot\vec{b}\,=\,c_1(\vec{a_1}\cdot\vec{b}) + c_2( \vec{a_2} \cdot\vec{b})</math>
# In een reële vectorruimte is het scalairproduct commutatief:<br /><math>\vec{a} \cdot\vec{b}\,=\,\vec{b} \cdot\vec{a}</math>
# In een Euclidische vectorruimte is de norm van een vector:<br /><math>||\vec{a}|| = \sqrt{\vec{a} \cdot \vec{a}}</math>
# Als geldt<br /><math>\vec{a} \cdot \vec{b}=0</math><br />dan staan a en b loodrecht op elkaar, zijn '''orthogonaal'''. Deze eigenschap van het scalair product maakt het geschikt voor een test van de orthogonaliteit van 2 vectoren.
 
Men kan uit elke vector een '''eenheidsvector''' afleiden met dezelfde richting als die vector door hem te delen door zijn norm. Als de basisvectoren othogonaal zijn t.o.v. elkaar, dan spreekt men van een '''orthogonale basis'''. Men kan een basis ook altijd schrijven met eenheidsvectoren. Een basis waarvan de basisvectoren orthogonaal zijn en eenheidsvectoren zijn is een '''orthonormale basis'''.
Regel 108:
Uit de definitie volgt dat het vectorieel product nul is voor '''evenwijdige vectoren'''.
 
'''Eigenschappen'''<br />
* Distributiviteit :
:<math>\vec{a}\times(k\vec{b}+m\vec{c})=k(\vec{a}\times\vec{b})+m(\vec{a}\times\vec{c})</math>
Regel 141:
Voor tweedimensionale problemen zal men dikwijls vereenvoudigde berekeningsmethodes gebruiken, die berusten op de eigenschap dat het vectorieel product van evenwijdige vectoren 0 is en dat van loodrecht op elkaar staande vectoren gewoon het product is van de groottes van beide vectoren. Dit leidt tot de volgende drie mogelijkheden voor het berekenen van een moment in twee dimensies.
 
'''Eerste methode: berekening in termen van Cartesische coördinaten'''<br />
We schrijven de positievector als '''r'''(x,y) en de kracht als '''F'''(X,Y). We gebruiken de matrixnotatie om het vectoriële product uit te rekenen:
[[afbeelding:moment1.gif|left|Vectorieel product in cartesische coördinaten]]
[[afbeelding:vectorieel product.gif|center|Vectorieel product in cartesische coördinaten]]
<br clearstyle="all"clear: /both;">
'''Tweede methode: ontbinden van de kracht'''<br />
[[afbeelding:moment2.gif|right|Vectorieel product]]
Bij deze methode ontbinden we de kracht in een component F<sub>e</sub> evenwijdig aan de positievector en een component F<sub>l</sub> loodrecht erop. Het moment wordt gegeven door de grootte van de positievector x de grootte van de component van de kracht loodrecht erop.
Regel 157:
 
Men kan ook zien dat F<sub>l</sub> = F.sin &theta;, zodat het resultaat wordt: r.F sin &theta;, zoals door de goniometrische vorm verwacht wordt.
<br clearstyle="all"clear: /both;">
'''Derde methode: met de loodrechte afstand naar de drager'''<br />
[[afbeelding:moment3.gif|right|Vectorieel product]]
De bovenstaande ontbinding kan ook op het eerste argument toegepast worden. Dan splitst men r in een component r<sub>e</sub> evenwijdig aan F en een component r<sub>l</sub> loodrecht op F. &nbsp;r<sub>l</sub> noemt men meestal de loodrechte afstand naar de drager van de kracht.
Regel 171:
 
Men kan de eerste methode, met de cartesische coördinaten, ook lezen als het toepassen van deze laatste methode op de x- en y-component van de kracht.
<br clearstyle="all"clear: /both;">
 
===Hoeksnelheid en lineaire snelheid===
Regel 179:
waarbij r<sub>P</sub> de positievector van het punt P is vanuit een willekeurig punt van de rotatieas. Dat de positie van het punt op de rotatieas, van waaruit de vector r<sub>P</sub> vertrekt, geen belang heeft, kan men hier het best zien door te werken met de goniometrische uitwerking voor de grootte van v<sub>P</sub>:
:<math> \displaystyle v_P = \omega.r_P.\sin\theta = \omega.d </math>
<br clearstyle="all"clear: /both;">
 
==Product van drie vectoren==
Regel 188:
 
===Dubbel vectorproduct===
:<math> \vec{a}\times(\vec{b}\times\vec{c})</math><br />
Hier zijn de haakjes wel noodzakelijk om het resultaat eenduidig te maken. Men kan deze formule herschrijven in een andere vorm. Hiervoor stelt men
:<math>\vec{d} = \vec{b}\times\vec{c}</math><br />
De x-component van het resultaat kan dan geschreven worden als:
:<math>\displaystyle x = a_yd_z - a_zd_y = a_y(b_xc_y-b_yc_x) - a_z(b_zc_x-b_xc_z) </math>
Regel 196:
:<math>\displaystyle x = b_x(a_yc_y+a_zc_z) - c_x(a_yb_y+a_zb_z) </math>
Door bijvoegen van <math>\textstyle a_xb_xc_x - a_xb_xc_x </math> bekomt men uitdrukking die kan herschreven worden als:
:<math> x = b_x(\vec{a}\cdot\vec{c})-c_x(\vec{a}\cdot\vec{b}) </math></br>
Voor de gehele uitdrukking krijgt men:
:<math> \vec{a}\times(\vec{b}\times\vec{c}) = \vec{b}(\vec{a}\cdot\vec{c}) - \vec{c}(\vec{a}\cdot\vec{b})</math><br />
Bemerk dat de vectoren die in het dubbele vectorproduct tussen de haakjes staan, nu de vectoren voor de scalaire producten vormen.
 
 
<br clearstyle="allclear: both;">
 
==Ontbinding van een vector==
Regel 213:
Men moet twee vectoren F<sub>1</sub> en F<sub>2</sub> vinden, zodat de vectoriële som gelijk is aan G. Men kan best beroep doen op het parallellogramalgoritme voor de som van twee vectoren. De mogelijke richtingen zijn gegeven door de staven en het verlengde van de staven. G moet als diagonaal van het parallellogram tussen de twee zijden liggen. Dat geeft dadelijk de oplossing zoals rechts voorgesteld.
 
F<sub>1</sub> = 1000 N en is een trekkracht op de bovenste staaf.<br />
F<sub>2</sub> = 1000/cos 45° = 1414 N en is een druk op de schuine staaf. Bemerk dat dit meer is dan het gewicht!
 
Regel 271:
:<math>\displaystyle G = \int_{Vol}g.dm </math>
 
{{subSub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.