Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Intimiteit: plaatsen en voorwerpen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Romaine (overleg | bijdragen)
ISBN in sjabloon
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen
Regel 1:
{{Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795}}
<bigspan style="font-size: large;">'''20. Intimiteit: plaatsen en voorwerpen'''</bigspan>
 
<big>'''20. Intimiteit: plaatsen en voorwerpen'''</big>
 
==Inleiding==
Regel 8 ⟶ 7:
Men schreef dagboeken, autobiografieën en mémoires<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Literatuur#De ik-figuur|Dagboek, familiekroniek en autobiografie in de late Middeleeuwen.]]</ref> om zijn innerlijk te laten zien aan anderen of aan zichzelf. Een melodie, een ogenblik van geluk tijdens een wandeling, de geuren in de lente, het zien van een mooie vrouw. In de zestiende eeuw schreef men zijn emoties wel eens op in geheimschrift, of in het Latijn om te verhinderen dat de naaste omgeving het kon lezen. Af en toe probeerde men iets op te roepen waarvoor geen woorden waren. Soms liet men in het schrift dan maar een stuk wit. Onuitsprekelijke dingen waren er ook als men mystieke ervaringen beschreef, bij het zien van antieke ruïnes of een donker woud en bij het beschrijven van liefde en vriendschap.
 
Schilders als [[w:Albrecht Dürer|Dürer]] maakten zefportretten.<ref>Zie ook: [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Beeldende kunst#Zelfportretten|Zelfportretten.]]</ref>. Ze onderzochten hun eigen "ik". [[w:Rembrandt van Rijn|Rembrandt]] (1606-1669) concentreerde zich daarbij op zijn eigen blik.
 
<gallery>
Regel 20 ⟶ 19:
Mensen gebruikten bepaalde plaatsen voor zelfonderzoek, [[w:meditatie|meditatie]] of intieme ontmoetingen. In de late Middeleeuwen waren dat: privétuinen en tuinen bij kastelen, universiteiten, scholen, kloosters en kerken.
 
Overigens begroeven de rijken wel eens hun geld in de tuin, als er bijvoorbeeld (burger)oorlog was of als er een epidemie was uitgebroken. Dan vluchtten ze naar het platteland waar ze vaak door de boeren werden aangevallen omdat die hen zagen als een bron van besmetting. Ze begroeven hun geld en kostbaarheden dus liever in hun tuin dan het mee te nemen. Maar niet iedereen keerde terug. Er waren dan ook onder het volk veel schatgravers en [[w:wichelroede|wichelroedelopers]] die ook vaak adviezen aan een [[w:astrologie|astroloog]] vroegen.<ref>Keith Thomas, Religion and the decline of magic.</ref>.
 
Gewone mensen hadden vaak geen tuin maar een binnenplaatsje of een hofje achter het huis, waar bijvoorbeeld moeders hun dochters ontluisden.
Regel 39 ⟶ 38:
(salle, Stube, hall), was de belangrijkste kamer in het huis. Hier stond de stookplaats of de kachel<ref>[[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/In en rond het huis#Haardvuur|Stookplaats en kachels in Toscane 1300-1500.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Huizen in de stad#Verwarming|Verwarming in de stadshuizen van de late Middeleeuwen.]]</ref> en hier lag het keukengerei. Er stonden een tafel, een paar banken, een paar lege tonnen en zakken met etenswaren. Ook bewaarde men hier het beddengoed.
 
Arme mensen hadden maar één kamer in hun huis en daar deden ze alles: eten, koken, slapen en werken.<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Huizen in de stad#Het "armste" ambachtshuis|Armen hadden maar één kamer in hun huis in de late Middeleeuwen.]]</ref>. Alleen hun behoeften deden ze buiten op de openbare latrines of op de mesthoop.<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Lichaam#Zich ontlasten|Zich ontlasten in de late Middeleeuwen.]]</ref>.
 
===Kamer===
Wat rijkere mensen hadden een tweede vertrek: de kamer of slaapkamer.<ref>[[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwen/Noord-Franse kastelen en donjons|De kamer in de Noord-Franse kastelen en donjons van de hoge Middeleeuwen.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwen/Leven in de Noord-Franse kastelen|De kamer in de Noord-Franse kastelen van de hoge Middeleeuwen.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwen/Noord-Franse vestinghuizen#C. Vestinghuizen van de landadel of ridders, 1100-1300|De kamer in de Noord-Franse vestinghuizen van de hoge Middeleeuwen.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Het huis|De kamer in de huizen van Toscane 1300-1500]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Huizen in de stad#Het "arme" ambachtshuis|Wat rijkere mensen hadden in de late Middeleeuwen een slaapkamer.]]</ref> (chambre, camera, inner room, chamber, Zimmer vanwege de met hout betimmerde muren) die meestal op dezelfde etage lag als de zaal met een verbindingsdeur ertussen. Op die deur zat vaak een slot of een grendel. De huisvrouw droeg de sleutels aan haar ceintuur<ref>[[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Huispersoneel en slaven#Discretie|De meesteres droeg de sleutels aan haar ceintuur in Toscane 1300-1500]]</ref>. In de slaapkamer stond een groot (meestal houten) ledikant met soms gordijnen eromheen en een hemel erboven.
.<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Het bed|Het bed in de late Middeleeuwen.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Inrichting van het huis#Slaapkamer|Het bed in Toscane 1300-1500.]]</ref>.
 
In de grote huizen in de stad was de kamer altijd op slot.<ref>[[Sociale geschiedenis van Toscane (1300-1500)/Gezinsleven#Eigen kamers|Slaapkamers hadden een deur met een grendel of een slot in Toscane 1300-1500.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Huizen in de stad#Het "rijkere" ambachtshuis|Rijkere mensen konden er in de late Middeleeuwen een privéleven op na houden omdat zij eigen kamers hadden die op slot konden.]]</ref>. In die kamer werden namelijk ook de kostbaarheden bewaard: zilver, wandtapijten, juwelen en kledingsstukken. En als de huisvader geen studio had, bewaarde hij hier ook zijn brieven, familiepapieren, rekeningen en eventueel de [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Literatuur#(Familie)kronieken|familiekroniek]]. Natuurlijk kwam het huispersoneel hier ook.
 
Gaandeweg de zeventiende en vooral de achttiende eeuw raakte de kamer steeds meer gemeubileerd. Hij werd vol gezet met kleine boekenkasten, tafeltjes, dressoirs en kamerschermen. Als een gezin schilderijen bezat, hingen die in de kamer en niet in de zaal.
Regel 51 ⟶ 50:
In de kamer werden emoties geuit, kleedden vrouwen zich aan of uit, gaven er hun kinderen de borst en ontvingen er hun familie of vriendinnen. Hier hield de huisvader zijn vrouw voor dat zij zich niet teveel moest opmaken en zich niet te behaagziek moest gedragen. En dat zij zeker niet met een andere man naar bed mocht gaan. Hij wilde dat ze samen vroom zouden zijn en veel kinderen zouden krijgen. En soms probeerde hij haar hier op te sluiten tussen de kostbaarheden.
 
Alleen rijkere ambachtslieden en kooplieden hadden twee slaapkamers in hun huis.<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Huizen in de stad#Het "rijkere" ambachtshuis|Alleen de huizen van de rijkeren hadden in de late Middeleeuwen twee slaapkamers.]]</ref>. De meeste kleine burgers (ambachtslieden, winkeliers en handelaren) en mensen uit het volk (handwerkslieden, arbeiders, dienaren en boeren) hadden echter nog steeds maar één vertrek in hun huis.
<gallery>
Regel 113 ⟶ 112:
 
==Religieuze afbeeldingen==
In de veertiende en vijftiende eeuw werden de afbeeldingen van Christus, Maria en de heiligen steeds menselijker.<ref>[[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Religie#Afbeeldingen|Rond 1300 stopten schilders en beeldhouwers ermee om Christus af te beelden als een koning en begon men hem af te beelden als een mens.]]</ref>. Vooral Vlaamse kunstenaars begonnen in de [[Sociale geschiedenis van de late Middeleeuwen/Religie#Gebed|getijdenboeken]] (voor de vrouwen van rijke kooplieden) en in de (in opdracht van de gilden gemaakte) schilderijen, het lijden, de wonden en de dood van Christus heel minutieus te schilderen. Zo kon men het lijden van Christus, de vernedering en de pijn zelf ook doormaken. Het realisme werd wel eens zover gevoerd dat het in botsing kwam met de conventies: als bijvoorbeeld onder de lendendoek van Christus de contouren van zijn geslachtsorganen te zien waren.
 
==Bron==
Geschiedenis van het persoonlijk leven. Van de renaissance tot de Verlichting. <br>
Onder redactie van [[w:fr:Philippe Ariès|Philippe Ariès]], [[w:fr:Georges Duby|Georges Duby]] en [[w:fr:Roger Chartier|Roger Chartier]]. <br>
{{ISBN|90-5157-018-x}} <br>
1986 Editions du Seuil, Paris <br>
1989 Agon, Amsterdam <br>
Betreffende hoofdstuk geschreven door: [[w:fr:Orest Ranum|Orest Ranum]], hoogleraar aan de [[w:Johns Hopkins University|Johns Hopkins University]] van Baltimore.
 
==Noten==
{{referencesReferences|95%}}
{{subSub}}
 
{{sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.