Kunstgeschiedenis/beeldende kunsten in de renaissance: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
interne links naar boeken die in Wikibooks aanwezig zijn
link
 
Regel 5:
In&nbsp;de&nbsp;<span style='color: Blue'>middeleeuwen</span>&nbsp;werd <span style='color: Blue'>kunst als een ambacht</span> beschouwd, een ''ars mechanica'' die niet omwille van zichzelf werd beoefend maar gewoon met het doel iets te verfraaien of uit te beelden. Het praktische doel overheerste hierbij. Kerkgebouwen hadden in dat opzicht ook een soort functie, namelijk de mens dichter tot God te brengen en hem te sterken in wat hij geloofde, en hem waarschijnlijk ook ontzag in te boezemen. Dit werd vooral duidelijk in de gotische bouwstijl die gekenmerkt wordt door indrukwekkende, naar de hemel gerichte constructies. De bouwer en kunstenaar werd hierbij gewoon als een handwerksman gezien, niet als intellectueel.
 
Dit alles veranderde in de [[renaissance]]. Wat in de middeleeuwen al als ''[[Italiaanse renaissance/Register Italiaanse renaissance#A|artes liberales]]'' (vrije kunsten) bekend was, werd stilaan steeds belangrijker en begon deel uit te maken van een meer intellectuele visie op de beeldende kunsten. Kunst had nu een veel individueler doel en werd een intellectueel procedé, waarbij zij voor de eerste keer in de kunstgeschiedenis werd geassocieerd met de ''theorie van het schone''. Die relatie tussen intellect en kunst vonden de humanisten ook terug in de geschriften van [[Plato]] en [[Filosofisch woordenboek#A|Aristoteles]]. Deze Griekse denkers zouden een grote impact hebben op de kunsttheorie van de renaissance. Uiteindelijk zou Aristoteles een grotere invloed uitoefenen en werd het verwezenlijken van schoonheid vooral door toepassing van een aantal ''vaste regels'' bepaald en niet, platonisch geïnterpreteerd, als een nabootsing van een ideaal dat eigenlijk niet te verwezenlijken was.
 
;De traktaten van Alberti
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.