Kookboek/Filosoof

Een ovengerecht uit de vorige eeuw toen men af en toe kon beschikken over restanten van reeds gebraden vlees. De filosoof heeft veel weg van de ouderwetse jachtschotel.

Nodig voor 4 personen: 300-400 gram koud, gebraden (rund)vlees 40 gram vet van de koude vleesjus, rundervet of boter 4 grote uien, in smalle ringen gesneden 800 gram gekookte aardappelen, in plakken (ca. 4 mm) gesneden zout peper uit de molen nootmuskaat 3½ dl ontvette braadjus, eventueel aangevuld met vleesfond uit een potje 4 eetlepels grof kruim van oudbakken witbrood appelmoes of -compôte

Bereiding: Snijd het vlees in kleine stukjes (ca. 5 mm). Verhit een koekenpan of kleine wok en laat het braadvet, rundervet of boter er heet in worden. Fruit de uien er zo lang in tot ze een goudbruine kleur hebben gekregen. Zet ze apart Beboter een ovenvaste schaal. Leg de aardappelen, het vlees en de uien er laag om laag in. De bovenste laag dient uit aardappelen te bestaan. Strooi over elke aardappellaag wat zout, peper en nootmuskaat. Schenk de jus over het gerecht en bestrooi de bovenkant met broodkruim. Leg er hier en daar een flintertje boter op. Plaats de schaal ca. 30 minuten in de tot 200°C voorverwarmde oven. Dien het gerecht onmiddellijk daarna op.

Tip: U kunt het gerecht geruime tijd van tevoren in z'n geheel samenstellen. Het komt de smaak zelfs ten goede. Plaats de schaal, afgedekt met folie, tot aan het moment dat ze in de voorverwarmde oven wordt geplaatst, in de koelkast.