Wikijunior:Zonnestelsel/Ster: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Lodestevens (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Lodestevens (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Sterren]] zijn Gods smeltkroes. Diep in hun binnenste manifesteren zich thermonucleaire reacties en ontstaan er elementen waar de planeten en zelfs onze aarde uit zijn samengesteld. Ook wij "De mens" zijn geschapen door de sterren. Hun radioactieve straling in de vorm van licht en warmte maakt het leven mogelijk op sommige planeten. "Ra" is de bron van al het leven.
Zoals iedere ster is onze zon een ruwe [[gemiddelde massa]]. Men veronderstelt dat de zon zo een 4.6 miljard jaar geleden geboren is en haar levensduur wordt geschat op ongeveer 10 miljard jaar. Vanaf het begin straalde zij elektromagnetische energie in de ruimte, zo een vijf miljoen ton massa per seconde. In sterrentermen is dit niet zo een grote hoeveelheid. Zo zet zij gedurende 1 miljoen jaar maar een tienduizendste van haar massa om in energie.
Deze straling houdt ons warm en het licht is de brandstof voor het fotosyntheseproces waaruit zuurstof ontstaat en voeding. Zonder dit zou er geen leven kunnen bestaan zoals wij dit kennen.
 
 
 
De laatste vijftig jaar hebben de astrofysici zich duidelijk een beeld gemaakt over het leven van sterren. Weinig ervan is tot nu toe bewezen en sommige ideeën zijn erg vereenvoudigd.
Regel 7 ⟶ 9:
De meeste objecten in het universum zijn echter snelbewegende wolken van gas en stof, hoofdzakelijk bestaande uit waterstof, onzichtbaar voor ons als ze ontbranden in het binnenste van een ster. Deze wolken zijn de geboorteplaatsen van de sterren.
Soms, te midden van toevallig samenkomende atomen in zulke waterstofwolken, kan er condensatie optreden en worden de atomen tesamen gehouden door hun gravitatiekracht. Dit is dan onze protoster, een dichte verzameling van miljarden atomen met een massa honderden malen groter dan onze aarde, verspreid over miljoenen kilometers van [[interstellaire ruimte]].
Deze protoster trekt samen onder invloed van de gravitatie. Haar individuele atomen botsen hierdoor sneller tegen elkaar naar het centrum van haar gravitatieveld toe. Wat in zijn originele vorm enkel een dunne mist is van atomen, is nu uitgegroeid tot een zeer dicht en duidelijk waarneembaar object.
 
De temperatuur hangt direct af van de snelheid van de atomen. Als een protoster samentrekt verhoogt de snelheid van deze atomen en worden ze steeds warmer. Binnen een tijdsverloop van vier jaar kan de temperatuur in het centrum van deze waterstofwolk reeds gestegen zijn van 100 K tot 15*10 EXP 4 K.
 
[[De protoster]] is nu gekrompen tot een diameter van 52 miljoen kilometers. Door dit proces neemt het aantal botsingen van de atomen toe en worden zij ontmanteld van hun elektronen en transformeren van waterstofgas in plasma. Het inkrimpen gaat verder maar nu langzamer en langzamer gedurende meer dan 10 miljoen jaar. De temperatuur in het centrum van de ster is nu gestegen tot 1*10 EXP 6 K. en haar diameter bedraagt nu nog maar 2.25 miljoen kilometer. Nu heeft ze het kritische punt bereikt in haar leven. Diep in haar binnenste ontstaan er thermonucleaire reacties en de protoster wordt ster.
 
Wanneer twee protonen op elkaar botsen weten wij dat ze elkaar niet raken, dit komt door hun positieve elektrische ladingen. Protonen stoten elkaar af, juist zoals twee positieve polen dit doen bij een magneet. Maar wanneer zij zich in een medium bevinden van 1* 10 EXP 6 K. bewegen ze zo snel dat ze hierdoor de afstotingsbarrière overwinnen en naar elkaar toe versnellen door de nucleaire aantrekkingskracht.
Regel 19 ⟶ 21:
 
Tijdens de volgende botsingen worden er weer twee protonen gefusioneerd aan het eerste paar en worden zij ontdaan van hun positieve ladingen. Deze protonen worden dan neutronen. Dit resulteert tot de vorming van een nieuw element, helium genaamd.
[[De nucleaire fusie]] werd veertig jaar geleden ontdekt, daarvóór dacht men nog steeds dat energie ontstond tijdens chemische reacties, zoals een gewoon vuur of als resultaat van een samentrekking. Deze uitleg volstond omdat men dacht dat de aarde en de zon maar enkele duizenden of enkele miljoenen jaren oud waren. Maar door de moderne geologische dateringsmethode werd het tegendeel bewezen. Het zonnestelsel werd steeds ouder tot de vandaag algemeen aanvaarde 4.6 miljard jaren.
 
Gewone chemische reacties zetten in ons lichaam een honderd miljoenste van onze potentiële energie om in actuele energie. De ontdekking van de nucleaire fusie was juist dát waarnaar de astrofysici zochten en zij aanvaardden dit als een onomstootbaar bewijs. Alleen dit proces scheen een uitleg te geven hoe sterren hun energieuitstoot kunnen onderhouden voor een lange tijd. Heden wordt deze theorie algemeen aanvaard.
Regel 25 ⟶ 27:
In de tijd dat de eerste fusie op gang komt in een ster, valt het op dat een ster voor een korte periode van ongeveer 17 miljoen jaar verder krimpt, dit tot de ster ongeveer een diameter heeft kleiner dan 1.5 miljoen kilometer, dan pas stopt deze contractie. De uitwaartse kracht gerealiseerd door de fusie komt nu in evenwicht met de inwaartse gravitatiekracht van de ster en er ontstaat een stabiel systeem.
 
[[De stabiliteit]] van een ster hangt af van haar zelfregulatie, zoals een thermostaat. Wanneer de nucleaire oven te snel brandt zal haar uitwaartse energie toenemen en de ster zal in volume toenemen. Indien de fusiereacties afnemen gebeurt het tegenovergestelde, de ster zal krimpen. Wanneer de ster dit [[zelfregulatiesysteem]] niet meer kan handhaven zal ze sterven.
De nucleaire fusiereactie in de ster komt alleen voor in een kleine kern in het centrum, mogelijk met een diameter van enkele duizenden kilometer. Rond deze kern bevindt zich een reusachtig omhulsel van heet gas, langzaam brengt dit gas de energie in de vorm van warmte en licht naar het oppervlak, dus van een zeer hete kern van ongeveer 14*10 EXP6 K. naar een betrekkelijk koel oppervlak van ongeveer 5000 K.
 
Regel 89 ⟶ 91:
 
'''Type II:''' ontstaat als een zware reuzenster ontploft. We zien dan in het spectrum van de supernova brede spectraallijnen van waterstof. De absolute magnitude schommelt nu rond de –17. Type II-supernovae treffen we haast uitsluitend aan in de armen van spiraalstelsels alsook in onregelmatige sterrenstelsels.
 
--[[Gebruiker:Lodestevens|Lodestevens]] 5 nov 2006 07:35 (CET)--[[Gebruiker:Lodestevens|Lodestevens]] 5 nov 2006 07:35 (CET)
 
Auteur :Lode Stevens
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.