Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak/Achtergrondkennis schip: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Catienpetji (overleg | bijdragen)
k Versie 67157 van 201.242.195.147 ongedaan gemaakt.
Unknown
Regel 411:
:*wc-papier
:*spaak van het braadspil
 
 
==OMGAAN MET LIJNEN==
 
===Inleiding===
 
Praktijkoefeningen zijn hier veel nuttiger dan een theorietekst. We volstaan daarom met een opsomming van de belangrijkste “touwsituaties” aan boord. Het beleggen van lijnen op een vast punt komt heel vaak voor. Knopen en steken leggen is minder vaak nodig, maar een beperkt aantal steken moet je vlot kunnen maken. Voor de uitleg van paalsteek, mastworp en meer van dat fraais: raadpleeg de vele boekjes en websites die hierover bestaan, of een behulpzame medebotteraar.
 
 
===Lijnen beleggen op een vast punt===
 
'''Op de voorbolder (landvast en kluiverschoot)'''
 
Een landvast (of meerlijn) kun je met de lus om een meerpaal leggen. Beter is ‘dubbel nemen’: de lus om de bolder, dan de landvast om de paal aan wal en weer terug naar het schip, daar beleggen. Dan kun je de landvast losgooien, zonder dat de lus van de meerpaal hoeft. Het beleggen gaat zo:
 
*één hele slag rondom de bolder, onder de pennen door.
*enkele kruislagen aan binnenkant of buitenkant van de bolder.
*tot slot één halve steek op een van de pennen.
 
Op deze manier trekt het touw aan de onderkant van de bolder, waar die het sterkst is.
 
 
'''Op de knecht (zeileval en dirkloper)'''
 
*eerst een hele slag om de knecht heen
*dan drie kruisslagen, onder-boven-onder.
*dan één halve steek op de bovenbeen.
 
 
'''Op een halve klamp (fokkeval, kluiverval, uithaler van de kluiverboom)'''
 
*sla de lijn eerst twee keer rondom de klamp.
*trek dan een lus in het vrije eind. Neem deze lus achter het strak staande eind langs en trek klem.
*sla de lus naar beneden, om het uiteind van de klamp heen
*stevig aantrekken aan het vrije eind.
 
[[Afbeelding:klampsteek.png|600px|thumb|none|lijn beleggen op halve klamp]]
 
 
'''Op een kruisklamp (fokkeschoot, gordijn, zwaardval, halstalie, landvast)'''
 
*neem één hele slag om de klamp heen, zodat de trekkracht op de voet van de klamp komt.
*dan twee kruisslagen.
*dan één halve steek tot slot.
 
Bij de kruisklampen in de zij sla je de kruisslagen steeds van boven naar beneden, dan komt het vrije eind aan de onderkant uit de halve steek (valt beter)
 
 
'''Op een dol in het dolboord (landvast)'''
 
Voor de achterlandvast. Zie kruisklamp, is hetzelfde. Kies ook hier zoveel mogelijk voor een dubbelgenomen landvast.
 
 
'''Op een rondhout'''
 
Met een mastworp, vissersteek of timmersteek. Vraag demonstratie of kijk in een knopenboek.
 
 
'''Op een oog'''
 
Mastworp, werpankersteek. Vraag demonstratie of kijk in een knopenboek.
 
 
===Knopen en steken===
 
Voor de uitvoering van de knopen hieronder geldt ook: vraag om een praktijkdemonstratie, of bekijk een de vele knopenboeken waarin dit wordt behandeld.
 
*lus aan een lijn maken: paalsteek.
*bindtouw om de giek en zeil binden: platte knoop met slipsteek (halve schoenstrik).
*oog midden in een lijn maken: middenmansknoop.
*twee lijnen aan elkaar knopen: schootsteken of twee zoeteliefjes.
*stopperknoop om te voorkomen, dat een lijn door een blok kan schieten: achtknoop. Wordt bijvoorbeeld in het eind van de [[#Zwaarden|zwaardlopers]] gelegd.
*om de fokkeschoot (bij [[Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak/Vaarpraktijk#FOK_TE_LOEVERT|fok-te-loevert]]) of de dirkloper (bij [[Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak/Vaarpraktijk#Bezaan hijsen|bezaan hijsen]]) in te korten: trompetsteek.
 
 
::''Als je even snel indruk wilt maken met een stukje touw, vraag dan aan Wijnand of hij je de “havenmeestersteek” wil leren. De eerste dame die hem onder de knie krijgt, krijgt een extra oorlam!''
 
===Ander werk met lijnen===
 
 
'''Opschieten en klaren'''
 
De meeste geslagen lijnen moet je “met de klok mee” opschieten. Anders heb je last van kinken. Bij gevlochten lijnen speelt dit geen rol. De grootschoot wordt meestal in grote bochten opgeschoten, over de giek of aan de helmstok.
 
Het oprollen van touwen tot ronde “matjes” op de plecht ziet er leuk uit, maar is niet best voor het touw en plecht: de onderkant van de mat blijft vochtig, de bovenkant is aan de zon blootgesteld
 
De vallen worden na het hijsen van de zeilen wel opgeschoten, maar niet persé opgehangen aan de mast, zie hoofdstuk [[Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak/Vaarpraktijk#ZEIL_ZETTEN|“zeil zetten”]].
 
Touwwerk van natuurvezel ([[w:nl:hennep|hennep]], manilla) nooit vochtig opbergen in het vooronder, want dan gaat het rotten. De levensduur van natuurvezel wordt verlengd door behandeling met bruine teer, of tanen.
 
Zie verder knopenboeken en praktijkoefeningen.
 
 
'''Takelingen'''
 
Uiteinden van lijnen moet je tegen uitrafelen beschermen. Daar zijn verschillende manieren voor:
 
*dichtsmelten: bij dunne kunstvezel lijnen gaat dit met een aansteker. Bij dik touw is een elektrisch touwsmeltapparaat nodig. Kan na verloop van tijd toch weer gaan uitrafelen.
*tape: werkt altijd, maar houdt niet lang en is lelijk.
*eindsplits: mooie oplossing, maar kost wat tijd en geeft een verdikking.
*takeling: een omwikkeling met speciaal “takelgaren”. Mooie, duurzame oplossing. Bij kunstvezel: combineren met dichtsmelten. Na een paar keer oefenen kost een takeling nog maar weinig tijd. Vraag een demonstratie!
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
<!--::'''[[Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak|terug naar beginpagina]]'''
 
[[categorie:Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak]]
{{dubbel}}-->
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.