Anonieme gebruiker
→naamvallen
Pagina aangemaakt: "==naamvallen== incompleet.. De nominativus (nom.) De nominativus geeft het onderwerp van een werkwoord aan. (onderwerpsvorm) (nominare = benoemen) Voorbeeld Pater ridet. 1. V..." |
|||
Regel 46:
Rijtjes – voorzetsels ablativus
van uit met door in op te
=De vocativus (voc.)=
De vocativus wordt gebruikt als iemand of iets wordt aangesproken.
(aanspreekvorm) De vocativus komt qua uitgang overeen met de nominativus.
Regel
Het zelfstandig naamwoord op –us verandert in een vocativus in –e.
Voorbeeld
Quid dicis, Marce? 1. Wat zeg je, Marcus?
|