Geo-visualisatie/Classificatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
redigeeractie
Nijeholt (overleg | bijdragen)
redigeeracties
Regel 457:
Bij het de geclassificeerde legenda zijn er een beperkt aantal symboolgroottes te zien. De symboolgrootte dient proportioneel te zijn met de klassemiddens. Nadeel: er is op de kaart géén onderscheid binnen de klassen meer te maken. Dat geeft echter ook een voordeel: de kaart is visueel makkelijker te interpreteren (bijvoorbeeld: waar liggen de plaatsen met meer dan 80 restaurants).
 
Bij de ongeclassificeerde legenda zijn er een 'oneindig' aantal symboolgroottes te verwachten. In de legenda worden meestal een aantal tussenliggende voorbeelden opgenomen, maar sowieso dienen de kleinste en de grootste symboolgroottessymbolen te zijn opgenomen.
 
Er kunnen figuratieve symbolen (kerstbomen, of kruizen) gebruikt worden bij figuratieve kaarten, echter, abstracte wiskundige symbolen zoals cirkels of staven zijn bij het proportioneel weergeven van die symbolen veel beter leesbaar.
 
In [[Geo-visualisatie/Deel_B:_Geo-visualisatie#Het_kiezen_van_de_visualisatiemogelijkheden_bij_kwantitatieve_gegevens|het begin van deel B]] bleek het al: het voordeel van cirkels boven staafdiagrammen is dat op met cirkels een sterk uiteenlopende dataset beter gevisualiseerd kan worden; dat komt omdat een cirkel een oppervlakte heeft, en een staaf een lengte. Echter, het menselijk oog neemt de grootte van een cirkel niet zo goed waar,. Dat komt omdat eerder de doorsnede ervaren wordt dan de oppervlakte. Grote waarden worden dus te laag beoordeeld, kleinere cirkels vallen daarentegen te veel op. Dit heet het '''Flannery-effect'''. Overigens, bollen gebruiken om een volume weer te geven (zoals m<sup>3</sup> LPG in de Rotterdamse haven) is helemaal gevaarlijk. 3D figuren gebruiken voor proportioneel kan het oog (immers op scherm of papier weergegeven) helemaal slecht in schatten (een soort dubbel Flannery-effect). Grote bollen worden véél te klein ingeschat. Gebruik driedimensionale symbolen dus alleen bij zeer sterk uiteenlopende (volume)cijfers. Cirkels kan je gewoon voor aantallen, oppervlaktes en inhoud gebruiken. Een legenda is bij dergelijke proportionele kaarten dus echt een must.
 
<div style="background:#FFEFD5FFDAB9;">
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Kwantitatieve, absolute data kan je met puntsymbolen in kaart brengen. Worden ze echter genormaliseerd (relatief ten opzichte van het gebied) dan kunnen ze per gebied in beeld gebracht worden (choropleten). Ongenormaliseerd zal er sprake zijn van puntsymbolen. Bij figuratieve kaarten zijn de symbolenpuntsymbolen qua grootte proportioneel met de meetwaarde / data. Een legenda kan bij figuratieve kaarten geclassificeerd en ongeclassificeerd worden weergegeven. De grootte van de symbolen / cirkels / staafdiagrammen is meestal proportioneel en rechtevenredig met de data, maar dat hoeft niet. Grote symbolen kunnen best relatief kleiner gemaakt worden om een rustiger kaartbeeld te krijgen. Bijvoorbeeld bij een sterk uiteenlopende dataset. Zo zijn ook de kleine symbolen nog goed leesbaar en onderscheidbaar. Dit moet dan wel uit de legenda afleidbaar zijn.Bij geclassificeerde data dient in de symboolgrootte proportioneel te zijn met de klassemiddens en komen slechts een beperkt aantal symboolgroottes voor. Dat zorgt voor betere onderscheidbaarheid, maar voor minder zichtbaar detail.
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' Gebruik je cirkels als proportionele symbolen, maak deze dan 1,4 maal zo groot als dat je op grond van het oppervalkte zou verwachten. Hiermee compenseer je het Flannery-effect. Deze overdrijvingsfactor is nodig omdat je oog de grootte van de cirkels (een oppervlakte) te laag inschat omdat de doorsnede op het oog meer indruk maakt dan de oppervlakte.
</div>
 
<div style="background:#FFDAB9FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' Gebruik je cirkels als proportionele symbolen, maak deze dan 1,4 maal zo groot als dat je op grond van het oppervalkteoppervlakte zou verwachten. Hiermee compenseer je het Flannery-effect. Deze overdrijvingsfactor is nodig omdat je oog de grootte van de cirkels (een oppervlakte) te laag inschat omdat de doorsnede op het oog meer indruk maakt dan de oppervlakte.
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Bij figuratieve kaarten zijn de symbolen qua grootte proportioneel met de meetwaarde / data. Een legenda kan bij figuratieve kaarten geclassificeerd en ongeclassificeerd worden weergegeven. Bij geclassificeerde data dient in de symboolgrootte proportioneel te zijn met de klassemiddens en komen slechts een beperkt aantal symboolgroottes voor. Dat zorgt voor betere onderscheidbaarheid, maar voor minder zichtbaar detail.
</div>
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.