Geo-visualisatie/Symbologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Nijeholt (overleg | bijdragen)
redigeeractie
Regel 75:
<div style="background:#FFDAB9;">
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Symbolen kunnen variëren in vorm, kleur, grijswaarde, verzadiging, grootte, textuur, richting, grein en volume. Doorzichtigheid, focus (of (on)scherpte) en schaduw kunnen aan symbolen worden toegevoegd.
Of eendeze grafische variabelevariabelen goed of fout isworden toegepast zit 'm voornamelijk in het verschil of de data kwalitatief (beschrijvend) of kwantitatief (numeriek) is. Gebruik verschillende vormen en kleuren voor kwalitatieve data. Gebruik grijswaarde en grootte voor kwantitatieve data. Of een grafische variabele daadwekelijkdaadwerkelijk goed leesbaar is, wordt bepaald door of een symbool snelbij leesbaarhet kaartlezen snel onderscheidbaar is van de andere symbolen. Andere grafische variabelen kunnen hierin ondersteunen..
</div>
 
===Puntsymbolen===
Meestal zullen puntobjecten door puntensymbolen worden weergegeven. Denk aan een telefooncel of de locatie van een restaurant. Puntsymbolen kunnen ook vlakobjecten symboliseren. Denk aan een tent op een vlak dat de gehele camping aangeeft. Dit is ook afhankelijk van de schaal. Op een schaal van 1:25.000 zal een stad als een vlak (de bebouwde kom) worden weergegeven. Op een schaal van 1:2.500.000 zal dat echter een (abstract) puntsymbool worden. Omgekeerd kunnen ook puntobjecten door een symbolisch, 'figuratief' vlak worden afgebeeld. Denk aan met olie vervuilde locaties. Ook al weet je de exacte vorm niet, en verschillen die olievlekken steeds, je kan dit toch als een vlak weergeven.
 
Dienen puntgegevens geclassificeerd te worden op basis van '''grootte''' (zoals het aantal inwoners van steden of het aantal ongelukken per kruispunt), dan zal het puntsymbool gebruikt moeten worden; de grootte van het punt dient dan proportioneel te zijn met de aantallen. '''Bij aantallen (absolute waarden) dienen dus puntsymbolen te worden gebruikt, waarvan de grootte (lengte bij staafdiagrammen, oppervlakte bij cirkeldiagrammen) proportioneel is met die waarde.'''
Regel 91:
 
De '''keuze voor abstracte symbolen''' verdient vaak de voorkeur:
:* wanneer het om veel objecten gaat. BijvorbeeldBijvoorbeeld alle plaatsen van een provincie.
:* wanneer spreiding van het fenomeen/object (waar"''Waar'' zijn de meeste grotten?") belangrijk is. De herkenbaarheid van het symbool is niet nodig, omdat slechts één symbool (of twee symbolen) gekarteerd zijn. De kaartlezer laat zich dan niet afleiden door ingewikkelde / mooie figuratieve symbolen. De kaart levert zo een mooigoed overzicht en is geschikt voor een visuele analyse / verkenning van de kaart. Bertin noemt zo'n kaart [[Geo-visualisatie/Deel_B:_Geo-visualisatie#Goede_geo-visualisatie|'een kaart om te zien']].
:* wanneer (veel) verschillen in grootte moet worden aangegeven voor die puntsymbolen. Figuratief is dan namelijk niet zo duidelijk.
:* bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Thematische_kaarten|thematische kaarten]].
 
De '''keuze voor figuratieve symbolen''' verdient vaak de voorkeur:
Regel 100 ⟶ 102:
:* wanneer het vóórkomen van een fenomeen/object ("is er een grot op die ene plek?") belangrijker is dan het gehele overzicht. Denk aan een kaart voor een reisgids. Bertin noemt zo'n kaart [[Geo-visualisatie/Deel_B:_Geo-visualisatie#Goede_geo-visualisatie|'een kaart om te lezen']].
:* wanneer er genoeg ruimte is op de kaart.
:* bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Topografische_en_thematische_kaarten|topografische (of referentie) kaarten]].
 
Een goede (punten)kaart maken zit 'm vaak in zeer subtiele punten, zoals de kleur ten opzichte van de achtergrond, de juiste grootte van de symbolen. Vergelijk onderstaande twee kaarten maar eens. De linker is kaart is niet fout. Kleuren en vorm zijn redelijke bewust gekozen. Hij is vervolgens toch onderhanden genomen door een cartograaf, die er de rechter versie van maakte.
Regel 172 ⟶ 175:
Kijk eens naar het figuur rechts.
 
Het laat zien dat de achtergrondkleur de opvallendheid van kleuren op de voorgrond bepalen. Bij de zes bovenste achtergrondkleuren lijken de kleurenpalletten steeds goed onderscheidbaar. Totdat je weet dat de oog-brein-combinatie bij kleurverschillen vooral de verschillen in grijstint ziet. Deze verschillen zijn in de onderste zes figuren te zien. Deze zes figuren laten overduidelijk zien dat de achtergrondkleur, en niet het kleurenpallet zelf, bepaalt welke kleur uit het kleurenpallet het meeste opvalt!

Zorg dus voor 1):
# een steeds gelijke achtergrond kleur, 2(varieer op de achtergrond niet met nog een thema dat verschillende grijswaarden toont) en
# zorg dus voor een achtergrondkleur die met alle kleuren uit het kleurenpallet genoeg contrasteert.
 
Eerder in dit handboek, in de paragraaf [[Geo-visualisatie/Classificatie#Samengestelde_kaarten_en_gecombineerde_legenda.27s|Samengestelde kaarten en gecombineerde legenda's]], zagen we een snelwegkaart die een keer met een in groen variërende achtergrond te zien was, en een keer zonder. Die groene versie was dus cartografisch een zeer slecht product te noemen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.